Rutte houdt vast aan korting op zorguitgaven

Bezuinigingen op jeugd- en verpleeghuiszorg gaan niet van tafel. Dat heeft minister-president Mark Rutte gezegd in reactie op kritiek op kabinetsplannen. Hij gaf aan de zorgen in de Tweede Kamer hierover mee te nemen bij verdere uitwerking van de plannen.

Zowel tijdens het begrotingsdebat vorig jaar, als bij het eerste debat met het nieuwe kabinet dat deze week plaatsvond, uitten oppositiepartijen flinke kritiek op kabinetsvoornemens om te korten op jeugdzorg en verpleeghuiszorg. De coalitie spreekt van ‘minder meer’ en ziet het als een noodzakelijke rem op de uitgavengroei. Partijen als PvdA, SP, GroenLinks, Denk en PvdD ageerden fel hiertegen uit angst dat de komende jaren minder goede zorg kan worden geleverd. Zij willen eerst inhoudelijke keuzes maken en daar de financiering op inrichten, in plaats van beginnen met korten.

Uitwerken

Rutte gaf aan de kritiek alleen al uit politieke realiteit serieus te moeten nemen, omdat zijn coalitie geen meerderheid heeft in de Eerste Kamer. Bij het uitwerken van plannen voor jeugdzorg zal hij die zorgen daarom meenemen, om te zorgen voor meer draagvlak, zegde hij toe. VWS-staatssecretaris Maarten van Ooijen gaat in overleg met gemeentes om jeugdzorg te bieden voor mensen ‘die het echt nodig hebben’ en zo wachtlijsten te verkleinen, aldus de minister-president, maar ook met het oog op het betaalbaar houden van de zorg.

Bewijslast

Volgens Rutte moet er nu verder worden gesproken over opties om de jeugdzorgkosten minder hard te laten stijgen, zoals de behandelduur vastleggen of een eigen bijdrage vragen. De fractiewoordvoerders van coalitiepartijen CDA en ChristenUnie gaven in het debat wel aan dat wat hen betreft ‘de bewijslast bij het kabinet ligt’ om te laten zien dat jeugdzorg met minder geld toe kan.

Personeelstekorten

Over verpleeghuiszorg merkte Rutte op dat het kabinet wil kijken hoe met ‘innovatie en technologie, vrijwilligers, mantelzorgers en passende zorg’ de zorg anders kan worden georganiseerd om de kostenstijging daar in te perken. Dat is volgens hem ook nodig omdat personeelstekorten een probleem blijven.

Oppositiewoordvoerders hekelden Ruttes opstelling en stelden dat er niks merkbaar was van een nieuwe bestuurscultuur. Uiteindelijk probeerden oppositiepartijen met verschillende moties toch hardere toezeggingen af te dwingen, maar deze kregen niet voldoende stemmen.