RIVM: nieuwe cijfers besmettingsgraad onder kinderen

De wekelijkse technische briefing over covid-19 van RIVM-directeur Jaap van Dissel in de Tweede Kamer draaide vandaag vooral om de uitkomsten van onderzoek onder kinderen en om mondkapjes. In de leeftijdsgroep onder de 20 jaar blijkt slechts 0,7 procent besmet met het virus. Dat komt overeen met besmettingspercentages die gevonden zijn in onder meer China, Zuid-Korea en de VS. De Nivel-peilstations vonden bovendien geen besmettingen bij geteste patiënten onder de 20 jaar en clusters in scholen en de kinderopvang zijn ook niet gezien. Verder vindt besmetting vooral plaats binnen leeftijdsgroepen, maar lijkt dit risico gering bij kinderen onderling. Ook zijn er geen aanwijzingen dat kinderen veroorzakers zijn van besmettingen binnen een gezin. Het zijn meestal ouders die kinderen besmetten, niet andersom.

Sinds 17 april zijn in het kader van de zogeheten PIENTER Corona studie, waarbij gekeken wordt hoe het nieuwe coronavirus zich verspreidt onder de bevolking, 2096 bloedmonsters onderzocht. 3,6 procent bleek antistoffen te hebben. Alweer een getal dat overeenkomt met wat eerder door Sanguin is gemeld (3,5 %) en dat in diverse buitenlandse studies is gevonden. Bij personen jonger dan 20 jaar had slechts 1 procent antistoffen.

Wat de mondkapjes betreft, herhaalde Van Dissel nog maar eens dat er voor professionals in de zorg verschillende mondmaskers beschikbaar zijn. Voor de verpleegafdeling met coronapatiënten luidt het advies: draag een chirurgisch mondmasker IIR. Voor de ic: draag een FFP2-masker.

Op de afdeling van een verpleeghuis waar covid-19 bij een bewoner is vastgesteld, wordt een mondneusmasker type IIR geadviseerd. Elders in het verpleeghuis zijn kapjes niet nodig, aldus Van Dissel.

Kamerleden uitten vooral ook zorgen over de inzet van mondkapjes buiten de intramurale zorg (mantelzorg en kappers bijvoorbeeld). Het probleem lijkt vooral maatschappelijk: geef je de ene beroepsgroep de mogelijkheid kapjes te dragen, dan zullen andere beroepsgroepen in vergelijkbare omstandigheden hetzelfde eisen, zo hield Van Dissel hen voor. Hier lijkt gelijke monniken, gelijke kappen te gaan gelden. Dat vraagt wel om een precies ‘afwegingskader’, zei hij. Het OMT komt binnen een week of twee met een advies.

Van Dissel bevestigde in zijn presentatie verder het bestaande beeld: ziekenhuisopnamen nemen geleidelijk af, de mediaan van de sterfte ligt bij 80-85 jaar, de bestaande maatregelen (de ‘intelligente lockdown’) zijn effectief: modelstudies wijzen uit dat ze maar liefst 90 procent van alle ic-opnamen hebben voorkomen. Van Dissel beaamde de knik in de daling van ic-opnames, die nu meer wordt bepaald door de duur dat patiënten zijn opgenomen, dan door de influx van nieuwe patiënten. Als de curve doorzet verwacht hij begin mei dat het aantal ic-patiënten is gedaald naar 700. R0 wordt momenteel geschat op ongeveer 0,8, maar door onderrapportage van het aantal nieuwe covid-gevallen neemt de onzekerheid over dat getal wel toe.

Ten slotte: voor bron- en contactonderzoek zou de GGD moeten opschalen en duizenden nieuwe medewerkers moeten aantrekken, vonden sommige Kamerleden. Zij vroegen zich af waarom het OMT geen advies heeft gegeven om ‘op te schalen’, zeker als straks allerlei exitmaatregelen van kracht worden. Van Dissel noemde dat ‘een goed punt’.