RIVM: ‘Huis- en bedrijfsartsen herkennen overgangsklachten onvoldoende’

Ruim één op de drie werkende vrouwen in de overgang voelt zich beperkt in haar werk door overgangsklachten. Zij hebben bijvoorbeeld last van opvliegers, slaapstoornissen en spier- en gewrichtspijn. Werkgevers, vrouwen en artsen herkennen deze klachten onvoldoende. Dat stelt het RIVM in het rapport ‘Werken tijdens de overgang’.

Aan het vragenlijstonderzoek deden 12.708 werkende vrouwen mee van 40-66 jaar. Zij waren gemiddeld 54 jaar oud en werkten gemiddeld 27,4 uur per week. Van de deelnemers bevond 12 procent zich in de premenopauze (menstruatie regelmatig), 15 procent in de perimenopauze (menstruatie onregelmatig), en 52 procent in de postmenopauze (laatste menstruatie ruim 12 maanden geleden). Bij 22 procent was de menopauzale status onbekend, bijvoorbeeld door het gebruik van hormonale anticonceptie of een operatie.

De 8425 vrouwen in de overgang (peri- en postmenopauze) rapporteerden libidoverlies, slaapstoornissen, spier- en gewrichtspijn, opvliegers, nachtelijk zweten, lusteloosheid, gespannen gevoel, concentratieproblemen en hoofdpijn. Volgens 10 procent van de vrouwen in de overgang beperken deze klachten hen (heel) vaak bij dagelijkse activiteiten, waaronder werk. 35 procent geeft aan af en toe beperkingen te ervaren, en 55 procent ervaart geen beperkingen. Van de vrouwen die beperkingen ervaren bespreekt minder dan de helft dit met collega’s (27%), een leidinggevende (16%) of onafhankelijk persoon op werk (5%).

Vrouwen en werkgevers hebben volgens het RIVM weinig bewustzijn en kennis over de overgang en mogelijke ondersteuning. Ook herkennen huisartsen en bedrijfsartsen overgangsklachten soms niet, omdat deze lijken op symptomen van overspannenheid. Daarnaast hebben bedrijfsartsen geen richtlijn voor vrouwen in de overgang.