‘Risico op misdiagnose in ggz door gebrekkige diagnostiek’
1 reactieMensen met complexe psychiatrische problemen lopen soms jaren rond met een verkeerde diagnose, of een gemiste hoofddiagnose. Dit kan ernstige gevolgen hebben, want een verkeerde diagnose kan leiden tot een onjuiste behandeling, of een behandeling die zelfs averechts werkt. Zo blijkt uit de uitzending, vanavond, van het onderzoeksprogramma Pointer.
De psychiaters en klinisch psychologen die Pointer (KRO-NCRV) sprak, zijn kritisch over de kwaliteit van de diagnostiek in de geestelijke gezondheidszorg. Een verkeerde diagnose die later niet meer wordt bijgesteld, kan grote gevolgen hebben voor de patiënt. De Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP) maakt zich zorgen over de diagnostiek. ‘Ook omdat ik soms denk dat het belang niet gezien wordt’, zegt voorzitter Elnathan Prinsen. ‘Terwijl het de basis is van alles wat je doet.’
Onervaren professionals
Vooral de kwaliteit van de diagnostiek in ggz-instellingen met ernstige en langdurige psychiatrische patiënten, staat onder druk. ‘We weten dat er bij de groep met complexe psychiatrische aandoeningen te weinig geïnvesteerd wordt in goede diagnostiek en regelmatig evalueren’, aldus Prinsen van de NVvP. Het risico op misdiagnoses wordt volgens professionals vergroot door bezuinigingen binnen de ggz. Volgens klinisch psycholoog Jan Derksen, die decennialang psychodiagnostiek doceerde aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, leidt dat er onder meer toe dat ggz-instellingen de diagnostiek vaker overlaten aan onervaren professionals.
Gebrek aan tijd en geld in ggz-instellingen kan leiden tot te snelle conclusies, vindt Paul van der Heijden, klinisch psycholoog op de adolescentenafdeling bij Reinier van Arkel, een grote ggz-instelling in Den Bosch.
Pointer, maandag 19 april (NPO 2), 22.15 uur
Lees ook
Remke van Staveren
psychiater, Baarn
Waar het programma Pointer de mist in gaat is dat er geen onderscheid gemaakt wordt tussen een DSM-classificatie en een diagnose. Helaas moeten we dit keer op keer blijven herhalen: een DSM-classificatie is geen diagnose. Een classificatie is een lab...el. Net als een confectielabel (S, M of L?), zegt de gestelde DSM-classificatie maar bitter weinig over de persoon en zijn psychische klachten, en is bovendien veranderlijk in de tijd.
Classificeren betekent zoeken naar het best passend label. Heeft een patiënt last van terugkerende psychoses? Misschien voldoet hij wel aan de criteria voor 295.90: schizofrenie. Heeft hij daarnaast ook nog eens sterk wisselende stemmingen? 295.70: schizoaffectieve stoornis. In hoeverre de patiënt klachten heeft, in zijn jeugd ernstig verwaarloosd is, op school gepest werd, dagelijks blowt, net gescheiden is en ook nog eens zijn werk en huis dreigt kwijt te raken, vertelt het label niet. Ook niet hoe het nu verder moet. Daarvoor dient de behandelaar een beschrijvende diagnose te maken. En ja, ook die beschrijvende diagnose kent een houdbaarheidsdatum. Zoals dat ook in de somatiek geldt, waar mensen toch ook niet eindeloos een eenmaal gestelde ICD-11 classificatie blijven behouden, mag ik hopen.