Registratie draagt bij aan goede borstimplantaatzorg
Plaats een reactie‘Duurzame nationale registraties van borstimplantaten zijn de investering waard voor alle betrokken partijen.’ Aldus een van de stellingen bij het proefschrift van dr. Babette Becherer, 'Optimizing Quality and Safety of Breast Implant Surgery', waarop zij op 17 november in Rotterdam promoveerde.
Centraal in haar onderzoek staat de Dutch Breast Implant Registry (DBIR), waarin plastisch chirurgen sinds 2015 alle borstreconstructies met implantaten en borstvergrotingen registreren. Het register beschrijft de kenmerken van het implantaat, van de patiënt en de operatie.
De DBIR kan worden gebruikt om de kwaliteit van de zorg en van de implantaten te bewaken. Bij eventuele problemen (bijvoorbeeld productiefouten), kan men met de DBIR snel alle vrouwen vinden bij wie een bepaald implantaat geplaatst is. Tot 2015 bestond er nog geen landelijk dekkende registratie.
Uit Becherers proefschrift blijkt dat tussen 2015 en 2017 30.541 implantaten werden geregistreerd bij 15.049 patiënten. Ongeveer 80 procent van de borstimplantaten werd geplaatst voor een borstvergroting en 20 procent voor een borstreconstructie.
Revisies vanwege een infectie binnen drie jaar na de operatie zijn zeldzaam: 2,1 procent na een borstreconstructie en 0,1 procent na een borstvergroting. Becherer ziet nog mogelijkheden voor verbetering, onder meer door het stimuleren van een open dialoog tussen plastisch chirurgen door continue terugkoppeling van kwaliteitsinformatie.
Lees ook- Er zijn nog geen reacties
