Laatste nieuws
Henk Maassen
Henk Maassen
1 minuut leestijd
Nieuws

Psychiaters betuigen spijt over pathologisering lhbtiqa+

7 reacties

Vandaag (donderdag 30 maart) sprak Niels Mulder, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP) een spijtbetuiging uit over het leed dat mensen met een lhbtiqa+-identiteit in het verleden is aangedaan, omdat hun geaardheid zeer lange tijd is gezien als een ziekte die psychiatrische behandeling noodzakelijk maakte. Volgens Mulder willen de psychiaters met het statement nadrukkelijk duidelijk maken ‘dat verschillende seksuele en genderidentiteiten natuurlijke variaties zijn waarbij géén sprake is van ziekte’. Hij zei dat tijdens het voorjaarscongres van de beroepsvereniging in de MECC te Maastricht.

Homoseksualiteit is tussen 1952 en 1973 opgenomen geweest in de DSM en pas nadat het daaruit verdwenen was, is de psychiatrie formeel gestopt met het pathologiseren van gerichtheid op en seksueel contact met mensen van hetzelfde geslacht. Sinds 1980 is transgender zijn in de DSM gekomen als respectievelijk transseksualiteit en genderidentiteitsstoornis, en sinds 2013 als genderdysforie. Hoewel de American Psychiatric Association sinds het verschijnen van de DSM-5 stelt dat een transgenderidentiteit op zichzelf geen psychiatrische stoornis is, wordt het lijden hieraan, ‘genderdysforie’ dus, wel nog als zodanig beschouwd. De NVvP benadrukt nu dat transgender zijn geen psychiatrische stoornis is. In hun streven naar ‘depathologisering’ willen de psychiaters daarom in gesprek met belanghebbenden over de betekenis en de consequenties van de DSM-diagnose ‘genderdysforie’.

Ongeveer 10 procent van de Nederlandse bevolking identificeert zich als lhbtiqa+-persoon. Deze groep kampt met pesten, traumatisering, geweld, stigmatisering en discriminatie door familie, buurtgenoten, collega’s en anderen in de samenleving, maar ook met – mede hierdoor veroorzaakte – geïnternaliseerde homofobie en transfobie, aldus het statement van de NVvP. Dit leidt tot een verhoogd risico op het krijgen van psychische klachten zoals angst, depressie en suïcidaliteit.

Mulder: ‘Daarom willen wij ons richten op een inclusieve psychiatrie en lhbtiqa+-sensitieve zorg. We hopen daarmee ook bij te dragen aan vermindering van stigma en discriminatie van lhbtiqa+-personen in de samenleving.’

Lees ook
Nieuws psychiatrie gender
  • Henk Maassen

    Henk Maassen is sinds 1999 journalist bij Medisch Contact, met speciale belangstelling voor psychiatrie en neurowetenschappen, sociale geneeskunde en economie van de gezondheidszorg. Hij stelt wekelijks de Media & Cultuur-pagina’s samen.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • G.K. Mitrasing

    Huisarts, vogelvrij, New York

    "Met dank" aan godsdienstig fundamentalistische invloed in de geneeskunde.. thema zorgvuldig vermeden in de spijtbetuiging en in de berichtgeving....

  • M.J. Fortuijn

    Psychiater , Haarlem

    Het was inderdaad indrukwekkend, ook door wat een van onze aios psychiatrie vertelde over welke oordelen hij als transman heeft moeten verduren en de uitsluiting die hij tijdens de studie geneeskunde heeft ervaren.

    • Hanneke Kouwenberg

      Fachärztin für Radiologie und Nuklearmedizin, Duitsland

      De medische classificatie 'stoornis' is geen duiding van de waardigheid, maar een woord om aan te geven dat een bepaalde constitutie tot lijden leidt. Dat sluit overigens allerminst uit dat dergelijke woorden misbruikt zijn (en, met de blik van de to...ekomst, waarschijnlijk: worden) om mensen maatschappelijk, óók vanuit de beroepsgroep, te stigmatiseren. Wat dat betreft is het goed dat dokters nog weer eens herinnerd worden aan het belang van deemoed, en de oproep niet moreel te oordelen. Om die reden heb ik sympathie voor de excuses.

      Ik denk wel dat met depathologiseren van identiteiten die incongruent zijn met de realiteit niemand een dienst bewezen wordt; het ontneemt de mogelijkheid problemen te duiden. Stoornissen hebben immers een oorzaak, ook als de oorzaak pas in sociale context problemen geeft. Het is onze taak als medici de variant, die geen behandeling behoeft, te onderscheiden van de stoornis. Zonder valt de bodem onder diagnostiek en dus ook indicatiestelling weg. Zo ook voor mensen met genderdysforie (mijns inziens toch echt het symptoom, niet de diagnose): als er geen stoornis meer benoemd kan/mag worden, welke is dan de grond voor medische interventie? De psychiatrie schiet zichzelf hier in de voet, en bewijst de medische beroepsgroep alles behalve een dienst.

      Voor somatische beelden is het veruit de meeste mensen duidelijk dat ze geen grond tot stigmatisering behoren te zijn. Artsen zouden goed aan doen te benoemen dat ook psychiatrische diagnoses nooit tot stigma horen te leiden. Het maakt dat de diagnose overeind kan blijven, indicatiestelling behouden blijft, en dus de medische standaard.

      [Reactie gewijzigd door redactie op 31-03-2023 11:31]

      • M.C. de Vries

        kinderarts, medisch ethicus, Leiden

        Het is toch weer indrukwekkend hoe mevrouw Kouwenberg juist op de Internationale Dag van Transgenderzichtbaarheid (International Transgender Day of Visibility) weer laat zien hoe diepgeworteld de stigmatisering en discriminatie van transgender mensen... is, ook door zorgprofessionals. Met haar opmerking over "identiteiten die incongruent zijn met de realiteit" is ze weinig verhullend over hoe ze transgender mensen wegzet: als gestoord.
        De overige tekst is een wollige verbloeming van wat ze eigenlijk wil zeggen (en eerder ook deed): deze mensen verdienen geen medische behandeling volgens de geldende Zorgstandaard. [Mogelijk wel conversietherapie om de identiteit weer congruent te krijgen met de realiteit?].
        Sinds wanneer is er een stoornis nodig voor een medische interventie? Grote delen van de zorg worden geleverd zonder onderliggende stoornis, maar bijvoorbeeld om ziekte te voorkomen (Rijksvaccinatieprogramma, JGZ). Dat geldt ook voor transgender zorg. De geleverde zorg voorkomt ernstig psychische lijden.
        Op 31 maart staan we extra stil bij de discriminatie waar transgenders wereldwijd mee te maken hebben. De dag vindt sinds 2009 jaarlijks plaats en is een initiatief van de Amerikaanse activist Rachel Crandall. Tot 2009 bestond alleen de Internationale Transgender Gedenkdag, voor transgenders die als slachtoffer van transfobie zijn omgekomen. 31 maart is juist bedoeld om de levende leden van de transgender gemeenschap te erkennen. En dus niet als gestoorde mensen.

        Hopelijk ziet na het statement van NVvP ook de hoofdredactie van MC in dat hun berichtgeving tot nu toe stigmatiserend en onevenwichtig is geweest. En dat dit niet te rechtvaardigen is geweest vanuit het idee dat "alle kanten van het verhaal gehoord moeten worden".

        • Fachärztin für Nuklearmedizin und Radiologie, Duitsland

          Beste collega De Vries,

          Het is bijkans knap om uit mijn betoog een oproep tot stigmatisering te destilleren. Wie zorgvuldig leest, kan niet anders dan constateren dat ik precies het tegenovergestelde doe: ik roep op te benadrukken dat geen constit...utie, die naar medische definitie een stoornis genoemd wordt, aanleiding vormt tot stigmatisering, en dat de beroepsgroep hierin een taak heeft. We stigmatiseren geen mensen met een somatische stoornis, er is geen grond mensen met een psychische stoornis anders te behandelen. Mij lijkt dat alles behalve een vijandige boodschap.

          Blijkbaar is het u een doorn in het oog dat ik genderincongruentie als stoornis zie, en dat hardop uitspreek.

          In de laatste DSM is er voor gekozen "identiteiten niet te pathologiseren", maar ik heb daarvoor geen enkel medisch-inhoudelijk argument kunnen vinden. Des te opvallender is dat, als het werkelijk om identiteit (het beeld van het Zelf) gaat, dit slechts bij één van de identiteit gerelateerde beelden gaat, maar het zelfbeeld van bijvoorbeeld narcisten niet gedepathologiseerd is. Blijkbaar is er sprake van een heel specifieke, niet nader toegelichte politieke keuze.

          Politieke overwegingen hebben absoluut een plaats in beleidsmatige beslissingen, maar vragen een afweging van voor- en nadelen. Ik zie ook nadelen van depathologiseren, om eerder uitvoeriger uiteengezette redenen van heldere definities, diagnostiek en uiteindelijk dus ook: indicatiestelling. Het is niet voor niets dat de APA met de afschaffing van de "genderidentiteitsstoonis" een probleem had (want zonder diagnose geen behandelindicatie), dan maar "genderdysforie" heeft geïntroduceerd, maar ook daar van af wil (want een transidentiteit behoort een normale variant te zijn, en een te behandelen diagnose die lijden omschrijft, ondergraaft dat).
          Als er geen diagnose is, wat is dan nog de grondslag voor medische interventie? Is er dan niet gewoon sprake van cosmetiek? Of van wellness? Heeft "transzorg" dan überhaupt een plaats binnen de zorgverzekeringswet?
          Het lijkt me evident dat deze richting niet in het belang van transidente mensen is.

          (Dat staat overigens los van de discussie over de wetenschappelijke evidentie aangaande de behandelingen in het kader van zorg aan transidente mensen.)

          Waar de pijn schuilt, is in de stigmatisering. Ik deel absoluut de mening dat die niet bijdraagt. Niet op maatschappelijk niveau, niet in de medische wereld, niet voor het functioneren van de persoon - en dus zonder voorbehoud afgewezen moet worden.

          Dat doet er niets aan af dat in het huidige maatschappelijke debat waarin een wetsvoorstel tot het zelf mogen kiezen van het juridische geslacht voorligt, elders optredende excessen benoemd moeten kunnen worden, om te zorgen dat er wetgeving tot stand komt, die zulke excessen ondervangt. Is dat onaangenaam voor transidente mensen? Absoluut. Moeten derden daarom hun mond houden? Nee. Vrijheid van meningsvorming en meningsuiting zijn wezenlijke waarden in een democratische rechtstaat.

          Maar, en ik ga het nog een keer schrijven: de medische diagnose van een stoornis, somatisch of psychisch, is géén aanleiding en al helemaal géén rechtvaardiging voor stigmatisering. Medici horen dat voor te leven en uit te dragen - de excuses zijn dan ook op hun plaats. Het is daarentegen wel de vraag of het afschaffen van diagnoses, en de maatschappij opleggen iets als variant te omarmen, daadwerkelijk eraan bijdraagt stigmatisering te bestrijden. U bent er duidelijk van overtuigd dat dat het geval is, ik zie slechts een aanname, en wel één die ik ten zeerste betwijfel.

          Voor mij wegen de nadelen dan ook niet op tegen de alles behalve vaststaande voordelen.

          Hanneke Kouwenberg

        • V.F.R. van der Vlugt

          Medisch student, Utrecht

          Als medisch student en transgender vrouw kan ik deze reactie van Martine de Vries, zoals al vaker, alleen maar onderschrijven. Stuitend en bij tijden ontmoedigend om te zien hoe sommige toekomstige collega's - soms directe supervisoren of beoordelaar...s - tegenover zaken als deze staan en hoe hierover wordt bericht in bijvoorbeeld Medisch Contact.

          Depathologisering (en daarmee hopelijk destigmatisering) is een broodnodige stap naar betere omgang met en mentale gezondheid van transgender (en anderszins 'queer') personen, in de hoop het effect van zogeheten "minority stress" weg te nemen of aanzienlijk te verminderen. Het is goed om van het verleden te leren zoals door de NVvP gedaan wordt, maar nog beter is om vooruit te kijken naar waar verbeterd kan worden. Daarom onderschrijf ik volledig het bericht van Maddalena Giacomozzi dat gisteren hier werd gepubliceerd: Het is een eerste stap. Maar hopelijk nog lang niet de laatste.

  • A.C. Dirks

    Psychiater en Geneesheer-directeur Novadic-Kentron , Maastricht

    Het was vanmiddag een indrukwekkende presentatie. Goed dat we ons als psychiaters extra inzetten voor een meer inclusieve psychiatrie voor zowel cliënten als medewerkers. En hulde aan hen die hier al zoveel jaren voor strijden!

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.