Laatste nieuws
Pieter van Megchelen
3 minuten leestijd
Wetenschap

Pfizer en BioNTech hebben deltavariant van vaccins ontwikkeld

1 reactie

Pfizer en BioNTech werken aan nieuwe varianten van hun mRNA-vaccin, gebaseerd op de delta- en omikronvariant van het SARS-CoV-2 virus. Zij doen dit voor het geval de boosters met het huidige BNT162b2-vaccin toch minder effectief zouden worden tegen de varianten die nu rondgaan.

Op dit moment zijn er nog geen aanwijzingen voor minder effectiviteit, maar de beide bedrijven willen voorbereid zijn op de mogelijkheid. Uiteraard zou een gewijzigd vaccin opnieuw getoetst en beoordeeld moeten worden.

Wereldwijd wordt de bescherming die de verschillende covid-19-vaccins bieden nauwlettend in de gaten gehouden. Een centrale vraag daarbij is of de vaccins even goede bescherming bieden tegen nieuwe varianten van het virus. Toen in de loop van 2021 de deltavariant in rap tempo de dominante variant werd, bleek al snel dat mensen die volledig gevaccineerd zijn, ook tegen deze variant beschermd zijn. De vaccins beschermen goed tegen symptomatische ziekte en zijn zeer effectief in het tegengaan van ernstige ziekte en ziekenhuisopname. Uit cijfers van het RIVM uit de periode 11 juli tot 14 november bleek dat volledige vaccinatie een bescherming van 94 procent biedt tegen ziekenhuisopname en 97 procent tegen ic-opname. De laatste acht weken van deze meetperiode bedroeg de vaccineffectiviteit 92 procent tegen ziekenhuisopname en 96 procent tegen ic-opname. In deze periode was de deltavariant sterk dominant.

Honderd dagen

Op zich is er dus nog geen reden om de vaccins aan te passen aan de deltavariant. Het SARS-CoV-2-virus heeft echter al regelmatig voor verrassingen gezorgd. Om nieuwe varianten zoals de omikronvariant voor te zijn, is het dus goed om na te gaan of het mRNA-vaccinplatform zijn belofte waarmaakt om het vaccin aan te passen aan het virus. Pfizer en BioNTech hebben inmiddels een eerste partij van een deltavariant van het vaccin ontwikkeld. Wanneer wordt besloten om dit nieuwe vaccin in productie te nemen, kan het volgens de bedrijven binnen honderd dagen in voldoende hoeveelheden geproduceerd worden. Uiteraard maken ze daarbij het voorbehoud dat het nieuwe vaccin ook door de autoriteiten goedgekeurd moet worden.

Relatief eenvoudig

De productie van mRNA-vaccins is relatief eenvoudig in vergelijking met de productie van vaccins die op virussen zijn gebaseerd. De synthetische productie van mRNA vraagt weliswaar complexe technologie, maar geen grootschalige celkweek. De mRNA-molecuul wordt synthetisch bereid en wordt vervolgens verpakt in een lipidenlaag, die de RNA-streng beschermt en opname in immuuncellen gemakkelijker maakt. Wanneer eenmaal een geschikt antigeen gevonden is (in het geval van SARS-CoV-2 het zogeheten spike-eiwit), kan dit desgewenst worden aangepast aan nieuwe genetische varianten zoals de delta- en omikronvariant.

Factor tijd

Intussen blijkt uit wereldwijd onderzoek dat de factor tijd een grotere impact heeft op de beschermingsgraad dan de verschillende varianten van het virus. Zo biedt BNT162b2 twee maanden na volledige vaccinatie 95 procent bescherming tegen symptomatische infectie, terwijl dit percentage na vier tot zes maanden gedaald is tot 85 procent of lager. Een vergelijkbare daling in de beschermingsgraad wordt gezien bij andere vaccins. Hoewel de bescherming tegen ernstige infectie en ziekenhuisopname zoals gezegd hoog blijft, wordt daarom in veel landen een boostervaccinatie toegediend. In sommige landen, zoals Israël, is al enige tijd zo’n boostervaccinatie beschikbaar. Uit studies is gebleken dat de boostervaccinatie leidt tot een snelle stijging van antilichaamtiters en er zijn sterke aanwijzingen dat de booster inderdaad de beschermingsgraad terugbrengt tot het oorspronkelijke niveau.

Voor de boostervaccinatie wordt nu nog gebruikgemaakt van de bestaande varianten van de vaccins, zoals BNT162b2. Wanneer uit het voortschrijdend klinisch onderzoek zou blijken dat de booster toch minder goed beschermt tegen de delta- of omikronvariant, kan de nieuwe variant van het vaccin uitkomst bieden. Marc Kaptein, de medisch directeur van Pfizer Nederland, laat aan de NOS weten dat het ‘wel heel vreemd moet lopen’ wil de omikronvariant niet meer vatbaar zijn voor het huidige vaccin. Mocht het wel nodig zijn, dan kan Pfizer volgens Kaptein binnen weken de genetische code van het vaccin aanpassen.

Als we, zoals sommigen vrezen, voor de komende jaren zijn aangewezen op regelmatige boostervaccinaties, is het dus goed mogelijk dat die boosters in de toekomst moeten mee-evolueren met het virus. De technologie is er flexibel genoeg voor, al zal telkens klinisch moeten worden aangetoond dat een aangepast vaccin ook inderdaad effectief is.

Lees ook
Nieuws Wetenschap covid-19
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • S. Mouahbi

    Student, Weert

    "De mRNA-molecule wordt synthetisch bereid en wordt vervolgens verpakt in een lipidenlaag, die de RNA-streng beschermt en opname in immuuncellen gemakkelijker maakt. "
    Hiermee wordt waarschijnlijk bedoeld dat dendritische cellen die "vetbolletjes" o...pnemen, maar is het niet zo dat de mRNA-moleculen voornamelijk door bijvoorbeeld spiercellen worden opgenomen en vervolgens gepresenteerd aan CD8+ T-cellen?

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.