Petities tegen sluiting kinderhartcentra aangeboden

Het LUMC heeft dinsdagmiddag een petitie voor het behoud van kinderhartchirurgie aangeboden aan de Tweede Kamer. De petitie is een kleine 70 duizend keer ondertekend. Het UMC Groningen bood een soortgelijke petitie aan. Die is 262 duizend maal ondertekend.

De twee ziekenhuizen dreigen hun afdeling Kinderhartchirurgie te moeten sluiten, omdat het kabinet gespecialiseerde zorg wil concentreren. De 9-jarige Steye bood de handtekeningen aan namens CAHAL, het samenwerkingsverband van LUMC en Amsterdam UMC op het gebied van mensen met aangeboren hartafwijkingen, zo berichtte Omroep West. De moeders van hartpatiënten Feline (4) en Isabeau (8) overhandigden de ‘Groningse’ handtekeningen, dat meldde het Dagblad van het Noorden.

Gisteren vroeg zorgminister Ernst Kuipers artsen die zich bezighouden met de discussie rond de sluiting van drie ziekenhuislocaties voor complexe kinderhartchirurgie te stoppen met ‘elkaar verwijten maken. Dat helpt niet, het is schadelijk, het is niet zinvol’, zei hij volgens het ANP.

Overlevingskansen

De minister reageerde op vragen over de petitie die dinsdag werd aangeboden. Naast Groningen moeten ook de academische ziekenhuizen in Leiden en Amsterdam op termijn stoppen met complexe kinderhartchirurgie. Ook zij noemen het besluit ‘oneerlijk’ en een achteruitgang voor hun patiënten. Een groep kinderhartchirurgen die werken in de twee ziekenhuizen in Rotterdam en Utrecht die wel mogen doorgaan met het uitvoeren van de operatie, verdedigt het besluit juist. De artsen zeggen dat het concentreren van de complexe zorg juist goed is voor de overlevingskansen van patiënten.

Voormalig zorgminister Hugo de Jonge besloot over de sluiting van de drie kinderhartcentra. Kuipers bekrachtigde die beslissing. Hij wijst erop dat de discussie over de concentratie van de kinderhartchirurgie al decennia loopt. Hij hoopt dat de artsen die zich met dit dossier bezighouden ‘het in ieder geval voor elkaar krijgen dat ze echt op de inhoud en op het belang van de patiënten de discussie voeren en niet naar elkaar’.

Volgens de minister kan de discussie anders ‘beschadigend’ zijn, ‘allereerst voor ouders en patiënten, maar ook beschadigend voor de dokters onderling, die nog lang met elkaar moeten samenwerken op een terrein waar samenwerking echt cruciaal is.’