Overleving kinderen met B-cel-non-hodgkinlymfoom verbeterd

De behandeling van kinderen en adolescenten met een B-cel-non-hodgkinlymfoom verandert nu een combinatiebehandeling van chemotherapie met rituximab wereldwijd de nieuwe standaard zal zijn. Basis daarvan vormen de uitkomsten van onderzoek door Véronique Minard-Colin e.a., uitgevoerd in de VS, Canada, Hong Kong, Australië en acht Europese landen, waaronder Nederland (het Prinses Máxima Centrum voor kinderoncologie). De studie is gepubliceerd in NEJM.

Het B-cel-non-hodgkinlymfoom, waaronder het burkittlymfoom, is de meestvoorkomende vorm van lymfeklierkanker bij kinderen. De standaardbehandeling is een zeer agressieve chemotherapie. Onderzocht is of het toevoegen van rituximab aan de standaardchemotherapie veilig is en beter werkt dan chemotherapie alleen. Rituximab bindt aan de lymfoomcellen en zet daar een reactie van het afweersysteem in gang: het gaat dus om een vorm van immunotherapie.

328 patiënten – van wie 85,7 procent met burkittlymfoom – werden geïncludeerd: de helft kreeg de standaardbehandeling, de andere helft kreeg daarbij ook rituximab. De mediane follow-up bedroeg bijna veertig maanden. Na drie jaar was bijna 94 procent in de rituximab-chemotherapiegroep en ruim 82 procent in de chemotherapiegroep nog in leven. Acht patiënten stierven in de eerste groep, twintig in de tweede groep.

De incidentie van acute, ernstige bijwerkingen was 33,3 procent in de rituximab-chemotherapiegroep en 24,2 procent in de chemotherapiegroep. Het ging daarbij om febriele neutropenie en infecties. Ongeveer tweemaal zoveel patiënten in de rituximab- annex chemotherapiegroep als in de chemotherapiegroep hadden na een jaar een laag IgG-niveau.

Volgens de onderzoekers zijn de resultaten van de studie in lijn met wat in eerder onderzoek onder volwassen patiënten is gevonden.

DOI: 10.1056/NEJMoa1915315