NZa: ‘Vaker en op meer plekken gecombineerde leefstijlinterventie aanbieden’

De Nederlandse Zorgautoriteit wil dat er meer werk wordt gemaakt van gecombineerde leefstijlinterventie en roept zorgverzekeraars, zorggroepen en huisartsen op om al het mogelijke te doen om er een succes van te maken.

Hoewel gecombineerde leefstijlinterventie sinds januari 2019 in het basispakket zit, constateert de NZa dat dit niet heeft geleid tot een vliegende start. Slechts 5700 mensen namen aan een programma deel, 1,5 promille van de 3,5 miljoen potentiële cliënten.

In een brief noemt de NZa het teleurstellend dat minder dan een derde van de 1100 praktijken is gecontracteerd en dan nog maar door een deel van de zorgverzekeraars. Een dekkend netwerk van gecontracteerd aanbod moet wat de NZa betreft juist de hoogste prioriteit hebben. De 1100 praktijken zijn ook ongelijk verdeeld over het land, constateert de NZa. Het is voor zorgverzekeraars, patiënten en artsen vaak onduidelijk in welke gemeente wel of geen aanbod is. Op veel plekken is geen aanbod, terwijl gecombineerde leefstijlinterventie in de omgeving moet zijn ingebed om effectief te zijn en dus in elke gemeente aanwezig hoort te zijn. Ook stelt de NZa dat zorggroepen gecombineerde leefstijlinterventie niet altijd als hun taak lijken te zien, terwijl het de druk op ketenzorg rond diabetes, COPD en vaatlijden op den duur kan verlagen.

De NZa dringt er bij de zorgverzekeraar op aan alle erkende programma’s te vergoeden en ook geregistreerde zorgverleners te accepteren die niet onder de Wet BIG vallen. Ook mogen zorgverzekeraars medisch specialisten die – in plaats van de huisarts – een gecombineerd leefstijlprogramma willen aanbieden niet zonder meer afwijzen. Huisartsen moeten hun patiënten vaker attenderen op de programma’s, aldus de NZa.

Volgens de NZa is de verlening gecombineerde leefstijlinterventie ernstig bemoeilijkt door de coronacrisis, terwijl de verwachting is dat de vraag zal toenemen.