NVSHA: ‘Splitsing hoog- en laagcomplexe spoedzorg ronduit gevaarlijk’

Richt geen volstrekt nieuwe integrale spoedpost op, maar versterk de samenwerking tussen de huisartsenpost en de SEH. Daarvoor pleit de Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen (NVSHA), die in een visiedocument kritiek uit op een aantal plannen uit de ‘houtskoolschets’ voor de spoedeisende zorg.

Zo noemt de NVSHA het idee om een splitsing aan te brengen tussen hoog- en laagcomplexe spoedzorg ‘ronduit gevaarlijk’. Die splitsing zou betekenen dat laagcomplexe zorg op een integrale spoedpost – een tot hap+ omgevormde SEH – terechtkomt en hoogcomplexe zorg op een beperkt aantal SEH’s. Maar, zo stelt de NVSHA, daarbij wordt ervan uitgegaan dat het altijd vooraf duidelijk is of een klacht hoog- of laagcomplex is, wat niet de realiteit is. De vereniging is dan ook geen voorstander van het vormen van integrale spoedposten, mede vanwege de poortwachtersfunctie van de huidige hap.

De NVSHA stelt dat de voorstellen in de houtskoolschets leiden tot het sluiten van 50 van de 82 SEH’s, wat de bereikbaarheid voor patiënten sterk doet afnemen. De vereniging wil een ruim aantal, doordacht over het land verspreide SEH’s behouden, met daarachter een volledig geoutilleerd ziekenhuis. De NVSHA stelt verder dat de maatschappij enige overcapaciteit zal moeten accepteren, omdat de behoefte aan acute zorg moeilijk te voorspellen is, maar patiënten niettemin recht hebben op hoogwaardige zorg die binnen redelijke tijd bereikbaar is.

In plaats van integrale spoedzorg, pleit de NVSHA voor ‘spoedpleinen’, waar naast een hap en volwaardige SEH, ook een apotheek, een crisisdienst, een thuiszorgwinkel, een eerstelijnsverblijf en het sociale domein aanwezig zijn. Die organisaties zouden dan ook buiten kantoortijden intensief met elkaar gaan samenwerken.