Nieuw medicijn blokkeert overdracht van malariaparasieten

Onderzoekers van het Radboudumc hebben een nieuw medicijn getest in mensen, dat de overdracht van malariaparasieten kan voorkomen. De resultaten van het fase-I-onderzoek zijn gepubliceerd in The Lancet Infectious Diseases.

Het medicijn bevat het monoklonale antilichaam TB31F, dat zich bindt aan het oppervlakte-eiwit Pfs48/45 van malariaparasieten. Dit voorkomt voortplanting van de malariaparasiet in de tussengastheer: de mug, waardoor de mug de ziekte niet verder kan verspreiden.

Milde bijwerkingen

Aan het fase-I-onderzoek namen 25 proefpersonen deel. Zij kregen een intraveneuze injectie van 0,1, 1, 3 of 10 mg/kg TB31F, of een subcutane injectie van 100 mg TB31F (n=5 per groep). De proefpersonen meldden gezamenlijk 33 milde bijwerkingen (grade 1) en zes matige bijwerkingen (grade 2). Ze rapporteerden geen ernstige bijwerkingen (grade 3). Dit duidt er volgens de onderzoekers op dat het medicijn goed wordt verdragen.

Daarnaast maten de onderzoekers de concentratie antilichamen in het bloed van de proefpersonen, en stelden ze vast of deze concentraties de voortplanting van de parasieten kon tegengaan. Hiervoor mengden ze het bloed van de proefpersonen met gekweekte malariaparasieten, en lieten Anopheles stephensi-muggen zich voeden met dit bloed. Het serum van de deelnemers die 1, 3, of 10 mg/kg TB31F ontvingen had een transmissiereducerende activiteit van meer dan 80 procent na 28, 56 én 84 dagen.

Een heel malariaseizoen

Bij een injectie van 10 mg/kg blijft de transmissiereducerende activiteit volgens berekeningen tot 160 dagen boven de 80 procent. Dit duidt er volgens de onderzoekers op dat, in gebieden met seizoensgebonden overdracht, een enkele dosis mogelijk voldoende is om de overdacht een heel malariaseizoen te blokkeren.