Minder drinken, minder vaak atriumfibrilleren

Mensen die regelmatig alcohol drinken en bekend zijn met atriumfibrilleren (AF), hebben er baat bij om te minderen. Dit blijkt uit een gerandomiseerde, Australische studie waarover Aleksandr Voskoboinik e.a. in The New England Journal of Medicine schrijven.

Zij includeerden 140 volwassenen – 85 procent was man – die tien of meer eenheden alcohol per week dronken en bekend waren met symptomatisch paroxysmaal of persisterend AF. De helft moest een halfjaar stoppen met drinken, de andere helft hoefde hun alcoholgebruik niet te veranderen. Met verschillende apparaten moesten de deelnemers tweemaal daags een 30 seconden durende ecg doorsturen. Bij symptomen deden ze dat nog eens extra. Deze metingen begonnen twee weken na aanvang van de abstinentieperiode.

De 70 deelnemers in de abstinentiegroep verlaagden hun intake van ongeveer zeventien naar twee drankjes per week. In de controlegroep ging het van zestien naar dertien eenheden. In de abstinentiegroep (waar 61% helemaal niet meer dronk) was bij 53 procent AF tijdens follow-up gezien, tegenover 73 procent van de controlegroep. De tijd dat de deelnemers vrij waren van AF was langer in de abstinentiegroep. In deze groep hadden minder patiënten matige of ernstige klachten van AF (10 versus 32%).

Alcohol is een bekende risicofactor voor het ontstaan van atriumfibrilleren. Uit deze studie blijkt dat minder drinken kan helpen om de last van de ritmestoornis te verminderen. Commentator Anne Gillis wijst op een saillant detail: het was eigenlijk de bedoeling om de deelnemers een jaar lang te vergelijken. Het bleek lastig om voldoende mensen te vinden die zo lang van de alcohol wilden afblijven, vandaar dat de studieperiode werd gehalveerd.

N Engl J Med, 2020. Doi: 10.1056/NEJMoa1717591 en NEJMe1914981