Mazelenvaccin werkt ook bij zeer jonge kinderen

Mazelenvaccins werken ook bij baby’s van jonger dan negen maanden. Er zijn echter aanwijzingen dat hun immuniteit op langere termijn wel minder is dan bij kinderen die pas later hun eerste prik kregen. Dit is de conclusie van een systematische review en meta-analyse door Laura Nic Lochlainn e.a. waarover zij in de Lancet Infectious Diseases schrijven.

Zij analyseerden de resultaten van 21 studies naar de effecten van vroege vaccinatie tegen mazelen. De WHO adviseert op zijn vroegst bij 9 maanden te vaccineren, omdat het zich nog ontwikkelende afweersysteem van jongere kinderen ertoe kan leiden dat de immuunrespons niet afdoende is. Het vervelende daarvan is dat juist die jongste kinderen een grotere kans lopen op een gecompliceerd beloop van mazelen, dus tijdens epidemieën of in hoogrisicogebieden is het devies toch al eerder in te enten. Nic Lochlainn e.a. onderzochten in hoeverre deze aanpak zinvol is.

Zij vonden dat gemiddeld 98 procent van de kinderen na twee doses mazelenvaccin seropositief was. Daarbij was geen verschil tussen de kinderen die vóór 9 maanden en degenen die daarna hun eerste prik kregen. Eén op de vier studies liet zien dat de antilichaamtiters lager waren bij de vroeggevaccineerden. De kwaliteit van de studies was matig tot slecht, merken de auteurs op. Toch zien zij voldoende bewijs om te zeggen dat het advies om tijdens een epidemie kinderen van een halfjaar al te vaccineren valt te verdedigen. Aangezien het niet is uitgesloten dat de bescherming tegen mazelen op langere termijn daardoor lager uitpakt, vinden zij het verstandig om in andere situaties pas bij 12 maanden te starten. In Nederland krijgen kinderen bij 14 maanden hun eerste mazelenprik, bij de BMR-vaccinatie die het Rijksvaccinatieprogramma verzorgt.