Looptraining snel na herseninfarct voegt weinig toe

Patiënten die snel na een herseninfarct bovenop de gebruikelijke revalidatie extra looptraining ondergaan, lopen en functioneren na drie maanden niet beter dan patiënten die ontspanningsoefeningen doen. Dit constateren Alexander Nave e.a. op basis van gerandomiseerd onderzoek waarover zij in The BMJ schrijven.

Zij voerden een gerandomiseerde studie uit in zeven Duitse revalidatiecentra. Hieraan deden tweehonderd volwassenen mee die na een herseninfarct waren opgenomen en in staat waren om aan de training mee te doen. Naast de standaardzorg onderging de helft extra aërobe fysieke training – vijf keer per week 25 minuten op de loopband met een bepaalde hartfrequentie als doel, en zo nodig ondersteuning van het lichaam – en de andere helft ontspanningsoefeningen – met dezelfde frequentie en tijd. Dit ging van start binnen 5 tot 45 dagen na het infarct. De primaire uitkomstmaten waren loopsnelheid en verandering in de Barthel-indexscore (maat van ADL-afhankelijkheid) na drie maanden.

Op beide uitkomstmaten deed de extra-trainingsgroep het niet beter dan de ontspanningsgroep. Er was wel sprake van meer negatieve events in de trainingsgroep. Zo vielen de deelnemers in de trainingsgroep vaker. Daarentegen waren de deelnemers in de ontspanningsgroep vaker duizelig.

Kortom: aërobe looptraining in de subacute (herstel)fase na een herseninfarct toevoegen aan de gebruikelijke zorg, lijkt niet voor beter herstel te zorgen. Voor bepaalde groepen patiënten – in de chronische fase of met weinig restverschijnselen – zou deze training mogelijk wel zinvol kunnen zijn, zeggen de auteurs, maar daar is op basis van deze studie niets over te zeggen.

BMJ, 2019. Doi: 10.1136/bmj.15101