KNMG: ‘Alleen coronazorg verlenen met afdoende bescherming’

Zorgprofessionals moeten ‘zeer terughoudend’ zijn met hulp verlenen aan patiënten met (vermoedelijk) covid-19 als ze onvoldoende persoonlijke beschermingsmiddelen (pbm) hebben. Dat stelt de KNMG.

De artsenfederatie vindt dat de risico’s van covid-19 voor hulpverleners op dit moment te groot zijn. Volgens de KNMG mag niet van artsen en anderen worden verwacht dat ze zorg verlenen terwijl er een gebrek is aan beschermende mondkapjes, schorten en dergelijke. Naast het risico om zelf besmet te raken en lang uit te vallen, bestaat het gevaar dat zorgverleners patiënten besmetten.

De KNMG noemt ook situaties van uiterste nood waarin hulpverleners besluiten toch zorg bieden zonder afdoende pbm. Dit is volgens de KNMG ‘vanuit individueel oogpunt begrijpelijk’, ook met het oog op de individuele zorgplicht van hulpverleners. Maar de organisatie bepleit dat hulpverleners naast hun persoonlijke belang en het individueel patiëntenbelang, ook het algemene belang van de gezondheidszorg meewegen. ‘Ze hebben een verantwoordelijkheid voor de continuïteit van de gezondheidszorg in bredere zin, die door grootschalige uitval van hulpverleners in gevaar kan komen’, aldus de KNMG.

Wat als ‘afdoende’ geldt, wordt bepaald door de richtlijnen van het RIVM, stelt de KNMG. Maar het RIVM heeft juist een afwegingskader opgesteld vanwege schaarste. In het document ‘Afwegingskader prioritering ademhalingsbeschermingsmaskers’ stelt het RIVM dat bij hoogrisicohandelingen – zoals een tracheale intubatie of een bronchoscopie – de voorkeur uitgaat naar ‘FFP2-, indien niet beschikbaar een FFP1- of chirurgisch mondneusmasker’. In een reactie op de KNMG-site maakt een verpleegkundige daartegen bezwaar: ‘Strikt genomen ben je onvoldoende beschermd als hulpverlener met een chirurgisch mondneusmasker tegen covid-19. Tegen elk virus.’

Dit weekend kwam het kabinet met een nieuw verdeelmodel voor mondkapjes, dat minder rekening houdt met sectoren en vooral besmettingsrisico’s weegt. Het volgt op de kritiek van de Tweede Kamer dat er te weinig beschermingsmiddelen zijn voor de verpleeg- en thuiszorg. In een interview met NRC zei Jos de Blok van thuiszorgorganisatie Buurtzorg dat zorgmedewerkers door gebrekkige bescherming en onvoldoende testmateriaal een infectiebron zijn geworden. ‘Wijkverpleegkundigen komen overal over de vloer en door gebrekkig testbeleid weten we niet wie er wel of niet besmet is. De meeste besmettingen gebeuren door zorgverleners. Er is een enorme inschattingsfout gemaakt.’