Integraal zorgakkoord krijgt wat vorm

VWS-minister Kuipers hoopt deze zomer met een integraal zorgakkoord te komen dat een deel van de bekritiseerde hoofdlijnenakkoorden voor zorgsectoren ondervangt. Samenwerking, preventie, arbeidsmarkt en gegevensuitwisseling zijn enkele van de onderwerpen waar het akkoord zich op zal richten.

Het huidige kabinet gaf in het coalitieakkoord aan te zullen komen met een ‘integraal zorgakkoord’, als opvolger van hoofdlijnenakkoorden voor onder andere huisartsen- en ziekenhuiszorg (die een looptijd tot en met 2022 hebben). Dat  integrale zorgakkoord richt zich op alle zorg die onder de Zorgverzekeringswet valt, en waar afspraken voor moeten worden gemaakt om de grenzen van geld en arbeidsmarkt te ondervangen. Op die manier moet curatieve zorg betaalbaar en beschikbaar blijven. 

Afspraken 

In een Kamerbrief geeft Kuipers iets meer verduidelijking over de focus van het akkoord, dat eraan moet bijdragen dat de zorg de komende tien tot vijftien jaar versneld op een betere manier kan worden ingericht. Volgens de minister zal het akkoord zich in ieder geval richten op regionale samenwerking van zorgverleners en op samenwerking tussen huisartsen, ggz en het sociale domein. Ook preventie en digitalisering/gegevensuitwisseling zijn onderwerpen waar afspraken over moeten worden gemaakt. Verder noemt Kuipers het versterken van de basiszorg, waardegedreven zorg en de arbeidsmarkt als belangrijke punten. 

Volgens de minister komen er in het stuk ook afspraken over de manier waarop wordt gekeken of de afspraken wel worden uitgevoerd. Zijn streven is om deze zomer tot een akkoord te komen, dat moet worden ondertekend door partijen als zorgverzekeraars, ziekenhuisorganisaties en de FMS en LHV.