Inhaalzorg liefst in 2021, maar personeel moet kunnen herstellen

Alle door de coronacrisis uitgestelde medisch-specialistische zorg moet het liefst nog dit jaar worden ingehaald. Patiënten moeten passende zorg krijgen op de plek waar dat het snelst geleverd kan worden.

Dat blijkt uit het kader ‘Passende inhaalzorg medisch-specialistische zorg’ van de NZa, dat demissionair minister Tamara van Ark aan de Tweede Kamer heeft aangeboden. In alle regio’s moet in een gelijkmatig tempo worden opgeschaald en ingehaald, zodat patiënten in de ene regio niet langer op dezelfde behandeling hoeven te wachten dan in een andere regio. Daarvoor is het van belang dat de patiënten mét covid-19 door het
Landelijk Coördinatiecentrum Patiënten Spreiding (LCPS) gelijkmatig verspreid blijven worden over de regio’s, zo stelt Van Ark in een beleidsbrief aan de Tweede Kamer. Zorgverzekeraars moeten voor niet-covid-19-patiënten die lang wachten op planbare zorg, in overleg op zoek naar een plek waar ze sneller terechtkunnen.

Voor het inhalen van de achterstanden wordt geen nieuwe organisatiestructuur opgericht. ‘Dat is een heel bewuste keuze’, licht directeur toezicht & handhaving Karina Raaijmakers van de NZa toe. ‘We sluiten aan bij de structuren en rollen die we al hebben in Nederland, omdat die in principe goed werken. Als toezichthouder gaan we wel extra stevig monitoren of de inhaalzorg in alle regio’s even goed op gang komt en wat de knelpunten zijn.’

Zomer

Op dit moment brengt ieder ziekenhuis samen met de zorgverzekeraars nog voor zichzelf in kaart wat de verwachte omvang van de in te halen zorg is en hoe de inhaalzorg geleverd kan worden, vertelt Raaijmakers. ‘Ik denk dat we in de loop van de zomer pas beter zicht hebben op de totale omvang van de inhaalzorg. Het aantal patiënten dat bij ziekenhuizen op de wachtlijsten staan is redelijk concreet, maar veel complexer is het aantal mensen dat zich niet heeft gemeld bij de huisarts of niet is doorverwezen. In de loop van de zomer wordt ook duidelijker welke kosten er op landelijk niveau mee gemoeid zijn, nadat de ziekenhuizen het in kaart hebben gebracht en hebben overlegd met de zorgverzekeraars.’

Tempo

Volgens Raaijmakers zal ook pas ergens in de zomer ingeschat kunnen worden in welk tempo de zorg zal worden ingehaald. Raaijmakers: ‘Dat is medeafhankelijk van hoe de zorgprofessionals uit de huidige crisis komen, welke impact het op hen heeft. V&VN en FMS zijn dit op dit moment in kaart aan het brengen en komen met een herstelplan voor zorgprofessionals. De beschikbaarheid en inzetbaarheid van zorgprofessionals is een belangrijke variabele als het gaat om het tempo van de inhaalzorg. Maar het fysieke en mentale herstel van zorgprofessionals is op dit moment én op langere termijn óók heel belangrijk. We willen dat ze behouden blijven voor de zorg.’