Huisartsenorganisaties pleiten bij informateur voor forse investeringen

Kleine aanpassingen zijn niet genoeg om de huisartsenzorg in de huidige efficiënte en goedkope vorm te behouden; daarvoor zijn forse investeringen nodig. Aldus acht huisartsenorganisaties in een gezamenlijke brief aan informateur Herman Tjeenk Willink.

De acht organisaties stellen dat de huisartsenzorg in de knel zit en vragen om een aantal maatregelen. Ze vinden dat het huisartsenvak en het praktijkhouderschap aantrekkelijker moeten worden gemaakt, onder meer door meer tijd voor de patiënt, minder administratieve lasten en ‘fatsoenlijke’ tarieven voor nachtdiensten. Ook vinden de huisartsenorganisaties dat er meer opleidingsplaatsen moeten komen en dat er ingezet moet worden op voldoende beschikbaarheid van betaalbare huisvesting.

Daarnaast bepleiten ze een beter georganiseerde zorg voor de kwetsbare patiënt. Zo moet gezorgd worden voor afdoende en adequate thuiszorg, eerstelijns- en ggz-bedden, verpleeghuizen en consultatie van de ggz en specialist ouderengeneeskunde. Ook zijn ze er voorstander van het stimuleren van gemeenten en zorgverzekeraars om ‘potjes bij elkaar te leggen’.

De acht organisaties vinden verder dat er in hoofdlijnenakkoorden afspraken moeten komen over innovatie, kwaliteitsverbetering en organisatiekracht van de huisartsenzorg. Ook pleiten ze voor een andere rol van de zorgverzekeraar en tegen concurrentie en marktwerking in basishuisartsenzorg, organisatie en infrastructuur.

Ten slotte wijzen de acht huisartsenorganisaties erop dat, wat hen betreft, een wettelijke verankering van het keuzerecht voor digitale zorg voor de inzet van digitale middelen niet de juiste weg is. Die inzet is afhankelijk van de situatie, wens en zorgvraag van de patiënt, stellen ze.