Huisartsen geven wake-upcall in Den Haag

Huisartsen van het actiecomité Het Roer Moet Om (HRMO) trokken deze donderdagochtend vroeg – voordat hun spreekuren begonnen – met een scheepshoorn en wekkers naar het ministerie van VWS. Zij wilden VWS-ministers Hugo de Jonge en Bruno Bruins een wake-upcall geven. Volgens het comité geven de ministers niet thuis na noodkreten die huisartsen de afgelopen tijd hebben geuit over de problemen rond huisartsenzorg.

Het actiecomité kreeg niet de ministers zelf te spreken, maar kon wel een ‘kerstpakket’ overhandigen aan directeur-generaal curatieve zorg Bas van den Dungen. Dat pakket bestond uit een aantal aanbevelingen, onder andere gebaseerd op de uitkomsten van een debat dat HRMO afgelopen zaterdag hield. HRMO wil dat de politiek actie onderneemt om werk in de zorg weer aantrekkelijk te maken, de bureaucratie te begrenzen, verkeerd gebruik van medische zorg zoals overbehandeling te bestrijden en regie te nemen.

In het pakket zitten concrete voorstellen om dat te bereiken. Zo wil HRMO dat huisartsenzorg een publieke voorziening wordt, dat medische hulpverleners maximaal 20 procent van hun tijd aan administratie besteden en dat mededingingsregels niet langer van toepassing hoeven te zijn op huisartsenzorg, spoedzorg, ambulancezorg, verloskunde en thuiszorg.

Woordvoerder Peter de Groof van HRMO heeft de minister opgeroepen ‘bij de kerstboom alvast te gaan nadenken over onze richtingwijzers’. ‘Wij gaan ervanuit dat de ministers in 2020 wel wakker genoeg zijn om hun politieke en publieke verantwoordelijkheid te nemen.’

HRMO vindt dat de politiek ‘scherpe keuzes’ moet maken om de problemen op te lossen die huisartsenzorg raken, zoals het personeelstekort in de zorg, wachtlijsten in de ggz, jeugdzorg en palliatieve zorg, vollopende SEH-afdelingen en plaatsgebrek in verpleeghuizen. Door die problemen kunnen huisartsen patiënten moeilijk doorverwijzen naar passende zorg en is de werkdruk voor huisartsen toegenomen. Het actiecomité is niet te spreken over het feit dat de ministers vinden dat de problemen kunnen worden opgelost door regionale afspraken over benodigde zorg.