Huisartsen blijven ontevreden over inkoop

Huisartsen zien in hun zorgverzekeraarscontracten te weinig terug van de inkoopafspraken die zijn gemaakt in het hoofdlijnenakkoord. Dat constateert voorzitter Ella Kalsbeek van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) op basis van een contracteringsonderzoek onder huisartsen. Zij geven zorgverzekeraars voor de derde keer een onvoldoende voor de contracten en het contracteringsproces.

De LHV liet onderzoeksbureau Newcom polsen hoe huisartsen het contracteringsproces en de contracten beoordelen. Aan de peiling deden 518 praktijkhoudende huisartsen mee.

De enige twee verzekeraars die een duidelijke voldoende krijgen voor het zorgcontract dat ze voor 2020 bieden, zijn DSW (6,3 als rapportcijfer) en Eno (een 8); Menzis moet het met een 5,5 doen. De overige verzekeraars scoren onvoldoendes variërend van een 3,5 tot een 5,3. Zilveren Kruis haalt weliswaar geen voldoende, maar steeg wel 0,7 punt ten opzichte van het jaar ervoor en laat volgens de LHV zo zien dat verbetering wel mogelijk is. Omgekeerd kan ook: VGZ zakte met een ruime punt nog verder weg in de onvoldoende.

Huisartsen missen in de contracten oplossingen voor problemen als huisartsen- en personeelstekorten, en de werkdruk tijdens ANW-diensten. Ook geeft een deel van de huisartsen aan dat de contracten voor komend jaar minder goed zijn dan dit jaar wat betreft bijvoorbeeld zorg voor kwetsbare groepen en het verbeteren van ICT. Ook het contracteringsproces wordt als onvoldoende beoordeeld. Huisartsen hebben aangegeven dat ze nauwelijks tot geen mogelijkheid krijgen om mee te denken, of aan te geven waar zij in hun regio behoefte aan hebben.

Volgens Kalsbeek lossen verzekeraars hun beloftes over afspraken uit het hoofdlijnenakkoord, en bijbehorende investeringen niet in. Zij vindt dat het ministerie van VWS moet ‘bewaken en stimuleren’ dat afspraken worden nagekomen. ‘Daar ligt ook echt een taak voor de minister.’