Laatste nieuws
Wetenschap

Hoe de wetenschapper laveert tussen academie en politiek

Plaats een reactie

Voor wetenschappers betekent ‘academische vrijheid’ dat ze in vrijheid hun wetenschappelijk onderzoek kunnen doen, hun bevindingen – ook als die nog voorlopig zijn – naar buiten kunnen brengen en onderwijs kunnen geven. In het rapport Academische vrijheid in Nederland geeft de KNAW (Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen) een voorzet voor nadere discussie over het begrip.

Het is duidelijk dat er om tot die vrijheid te komen allerlei spelregels gelden. Zo moet je je als wetenschapper onafhankelijk opstellen, dus bijvoorbeeld niet aan de leiband lopen van een derde partij (de industrie bijvoorbeeld) en je moet de samenleving laten delen in de vruchten van je kennis. Verder is voor academische vrijheid de vrijheid van meningsuiting een voorwaarde. Maar deze begrippen, stelt het KNAW-rapport met nadruk, zijn niet aan elkaar gelijk. De academische vrijheid komt toe aan mensen in hun functie van wetenschapper. Vrijheid van meningsuiting komt toe aan alle burgers, ongeacht hun functie. Een van de opstellers van het rapport, medisch-ethicus Annelien Bredenoord, hoogleraar aan het UMC Utrecht en fractievoorzitter van D66 in de Eerste Kamer, merkte tijdens de presentatie op dat je op academische vrijheid alleen een beroep mag doen als je spreekt vanuit je wetenschappelijke expertise. ‘Je mag ook allerlei andere dingen zeggen, maar die vallen daar niet onder.’ Maar, zo zei ze ook: ‘Als onderzoeker neem je altijd jezelf mee: je mensbeeld, je overtuigingen, je engagement.’

Dat roept de vraag op in hoeverre politiek engagement op gespannen voet kan staan met academische vrijheid. Met andere woorden: hoe onafhankelijk ben je, als je – zoals Bredenoord zelf – als wetenschapper politiek kleur bekent? Haar antwoord: ‘Traditioneel bestaat het onderscheid tussen wetenschap en technologie enerzijds en politiek en ethiek anderzijds, ze worden gezien als gescheiden domeinen.’ Basisgedachte van deze, volgens haar, ‘hardnekkige visie’ is dat wetenschappers data verzamelen en hypothesen opstellen en testen. Zijn die hypothesen juist, dan worden ze gedeeld. Zijn ze dat niet, dan worden ze verworpen. Wat er vervolgens met de getrokken conclusies gebeurt is aan andere partijen in de samenleving. Wetenschappelijke kennis als een soort onveranderlijke waarheid, die als ze klopt, zich als vanzelf over de maatschappij zal verspreiden.

Maar de werkelijkheid is een andere, zei Bredenoord: ‘Dankzij de wetenschapsfilosofie en -sociologie weten we dat wetenschap en samenleving met elkaar verweven zijn; ook in de wetenschap komt wheelen en dealen voor, hebben ethische en politieke denkbeelden invloed op de thema’s die je kiest, en op je onderzoeksmethoden.’

Volgens Bredenoord kan de scheiding tussen wetenschap en politiek nimmer absoluut zijn. ‘Zelfs als wetenschappers geen expliciete politieke affiliatie hebben, zullen ze altijd waardegeladen keuzes maken. Daar komt bij dat het ook helemaal niet wenselijk is beide domeinen van elkaar te scheiden. De grote maatschappelijke vragen vereisen juist maatschappelijk actieve wetenschappers die zich tegen politieke beslissingen aan bemoeien. Kijk naar de discussie rondom de coronacrisis, en de rol van het OMT bijvoorbeeld.’ Kortom: politiek geëngageerde wetenschappers kunnen een brugfunctie vervullen bij het bestuderen van grote maatschappelijke vraagstukken. Maar dat kan volgens haar alleen in een goed functionerende liberale democratie, ‘waarbij er geen repercussies zijn als je politiek ongevallige uitspraken doet’.

Dat ‘engagement’ van wetenschappers herbergt ook potentiële risico’s. ‘Als wetenschapper moet je de belangen en de logica van de politiek niet toepassen op de wetenschap; ideologische overwegingen mogen niet bepalen hoe je je onderzoeksresultaten interpreteert. Je moet dus vaak een grondige interne check doen op al je vooronderstellingen.’ Ze pleitte daarom ook voor meer diversiteit, want ‘dat voorkomt vooringenomenheid en schoolvorming’ en voor verbetering van het proces van peerreview en intercollegiale feedback.

Lees ook
Nieuws Wetenschap KNAW
  • Henk Maassen

    Henk Maassen is journalist bij Medisch Contact, met speciale belangstelling voor psychiatrie en neurowetenschappen, sociale geneeskunde en economie van de gezondheidszorg.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.