Laatste nieuws
Blog

Het leven is braakbaar, niet maakbaar

Plaats een reactie

‘Wat is dat voor paté?’, vroeg ik aan onze onbespoten slager. ‘Dat is Nederlandse paté en die heeft vier weken in het bier gelegen.’ Naast mij stond een gedistingeerde heer op leeftijd, zo te zien goed geslaagd in het leven. ‘Dat is lang geleden dat ik vier weken in het bier heb gelegen’, zei hij met een uitgestreken gezicht. Ik barstte in lachten uit. ‘Zo te zien denkt u er nog met plezier aan terug.’ ‘Zeker’, antwoordde hij en lachte voluit.

Zo ging het ook tussen Gaston en mij. We liepen wat verdwaald rond tijdens het begin van de introductie geneeskunde bijna vijftig jaar geleden. Hij zei iets of ik zei iets, dat weet ik niet meer precies, maar wel dat de humor insloeg en we elkaar voor het eerst zagen. We hebben samen zeker meer dan vier weken in het bier gelegen, veel gelachen, veel overgegeven. Ook veel naar de mooie meiden gekeken, die helaas meestal met andere jongens naar smoezelige studentenkamers verdwenen om allerlei zondige dingen te doen, waar wij ook zo’n zin in hadden. Zo leerden we dat het leven bij te veel alcohol braakbaar is, maar in de liefde en anderszins niet maakbaar. John Lennon zei ooit: ‘Life is what happens while you make other plans’.

Omwille van de tijd vlieg ik snel door onze vriendschap….we werden allebei huisarts, wonen bij elkaar in de buurt, onze vrouwen zijn heel goed met elkaar en onze kinderen zijn boezemvrienden. We zijn inmiddels opa, allebei respectabel en gerespecteerd in ons vak. Gelukkig kunnen we de gekte in elkaar nog altijd moeiteloos vinden. Hebben wij deze vriendschap gemaakt of heeft het leven die voor ons gemaakt? Wie zal het zeggen. Vasalis beschrijft het prachtig in het gedicht ‘Vriend’ in de bundel De oude kustlijn.

Toen we een paar jaar als huisarts bezig waren, merkten we dat we van palliatieve zorg geen kaas hadden gegeten. Er was ook nergens houvast te vinden, behalve bij oncologen in het ziekenhuis, die uitblonken in adviezen waar je bij de mensen thuis niets aan had. Er was één baken in de mist: in Rozendaal was het eerste hospice geopend, een uit Engeland overgewaaid concept. De charismatische oncoloog Ben Zylicz was er directeur. Hij schudde de palliatieve kennis en trucs achteloos uit zijn mouw en wij aten die vervolgens dankbaar uit zijn hand. Gaston en ik besloten een driedaagse cursus te organiseren, gedrapeerd rond Ben. Het werden gedenkwaardige dagen.

Uiteraard hingen de cursisten aan Bens lippen, die over alle somatische ellende in de laatste fase bruikbare tips had of het nou om pijn ging, delier, braken, obstipatie of pinpointpupillen bij te veel morfine: hij kneep zijn spons met kennis boven ons uit en wij genoten van de regen. Ook hadden we simulatiepatiënten ingevlogen, wat toen nog heel onbekend was. De aanblik van mijn collega-huisartsen, die wat lacherig en onhandig zaten te wachten op wat er komen ging en toen het ‘consult’ begon met windkracht tien de spreekkamer werden ingezogen, zal ik niet snel vergeten.

Wat voor mij van grote betekenis is geweest was een geleide fantasie. Je werd met gesloten ogen meegenomen door een periode, waarin je darmkanker bleek te hebben, aanvankelijk afdoende behandeld – leek het – maar het bleek na enkele jaren uitgezaaid en er waren geen behandelopties meer. Je bed stond voor het raam en de deur ging open... Je huisarts kwam binnen. Allemaal de ogen weer open. Hoe is dat, als je dan aan je eigen huisarts denkt? De schrik sloeg mij om het hart. Ik vond mijn toenmalige huisarts een vervelende, eigengereide man, die steeds de verkeerde vragen stelde. Als die zou binnenkomen, als ik daar kwetsbaar en ziek lag, vroeg ik meteen om euthanasie.

Ik ben meteen naar een ander gegaan: Ans. Zij is rustig, luistert vooral en straalt alles uit wat ik zoek. Pasgeleden gaf ze me een injectie in mijn heup en het hielp ook nog! Ik dacht altijd dat ik de enige was die dat echt kon… Als ik haar tegenkom in de stad of zo zeg ik altijd ‘Dag dokter’ en maak er een beleefd knikje bij. Ze rolt dan altijd lachend met haar ogen.

Het leven is niet maakbaar, maar je maakt er zo goed en zo kwaad toch wat van.

Meer van Imme Bergman
  • Imme Bergman

    Hoewel ik in het echt anders heet ben ik het wel, bijna 35 jaar huisarts. In mijn innerlijke wachtkamer zitten veel patiënten, mensen met wie ik ontroerende tot hilarische dingen heb meegemaakt. Ze hebben op deze blog gewacht. Ik heb veel van hen geleerd en ze hebben mijn leven verrijkt.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.