Helft van de onderzoekers gaat regelmatig dubieus te werk
1 reactieHet niet goed bijhouden van aantekeningen, selectief citeren of het gebruik van ontoereikende onderzoeksopzetten. Het zijn enkele voorbeelden van twijfelachtige onderzoekspraktijken waar de helft van de Nederlandse onderzoekers zich regelmatig schuldig aan maakt. Dat blijkt uit de National Survey on Research Integrity, waarvan de resultaten zijn gepubliceerd in PLOS ONE.
Onderzoekers van veertien Nederlandse universiteiten en acht umc’s ontvingen tussen oktober en november 2020 een anonieme enquête over wetenschappelijke integriteit. In totaal vulden 6813 onderzoekers de vragenlijst geheel in. Alle vragen hadden betrekking op de voorgaande drie jaar.
51,3 procent van de onderzoekers gaf aan regelmatig tot vaak een vorm van twijfelachtige onderzoekspraktijken te bedrijven. Daarnaast zei 8,3 procent van alle wetenschappers onderzoeksresultaten te manipuleren of te verzinnen. Onder levens- en medische onderzoekers lagen beide percentages iets hoger: op 55,3 en 10,4 procent respectievelijk.
Onderzoekers die geloven in het belang van wetenschappelijke normen vertoonden minder wetenschappelijk wangedrag. Hetzelfde gold voor mensen die bang zijn om betrapt te worden tijdens het peerreviewproces. Publicatiedruk was de belangrijkste reden om twijfelachtig om te gaan met onderzoekspraktijken.
In deze enquête kwam wangedrag vaker voor dan bij eerdere edities. Volgens de onderzoekers zou een grotere nadruk op wetenschappelijke normen en het versterken van het peerreviewproces de onderzoeksintegriteit kunnen bevorderen.
Lees ook
J.A.H. Holslag
Arts, Arnhem
En de andere helft jokt er over?
[Reactie gewijzigd door Klitsie op 20-02-2022 09:19]