Laatste nieuws
Johan Mackenbach
6 minuten leestijd
duurzaamheid

Gezondheidszorg moet meer tempo maken bij verduurzaming

We staan voor forse opgaven, maar stip op de horizon ontbreekt

4 reacties
Getty Images
Getty Images

De ecologische voetafdruk van de Nederlandse gezondheidszorg is veel te groot, dat is bekend. Om die te verkleinen bestaan veel goede initiatieven. Alleen… het gaat allemaal veel te langzaam. Radicale keuzes zijn nodig.

Aan vermindering van de ecologische voetafdruk wordt op veel plekken in de zorg gewerkt. In veel ziekenhuizen zijn ‘green teams’ aan de slag om met relatief kleine aanpassingen, zoals vervanging van schadelijke anesthesiegassen door klimaatvriendelijker alternatieven, de broeikasgasuitstoot terug te dringen. In de Green Deal zijn binnen de zorgsector op vrijwillige basis afspraken gemaakt over onder meer vermindering van CO2-uitstoot en afvalproductie. En natuurlijk profiteert de gezondheidszorg van versnelde sluiting van de kolencentrales en overschakeling op windenergie, waardoor bij gelijkblijvend elektriciteitsgebruik toch de broeikasgasuitstoot vermindert.

Maar helaas gaat dit allemaal veel te langzaam, en ontbreekt ook een duidelijke ‘stip op de horizon’. Terwijl de broeikasgasuitstoot van de hele Nederlandse economie ten opzichte van 1990 (het in verdragen vastgelegde peiljaar) is gereduceerd, is die van de gezondheidszorg zelfs nog iets gestegen. Men heeft voor de Green Deal als voordeliger peiljaar 2018 gekozen, waardoor het gemakkelijker zou moeten zijn om ondanks de late start toch een flinke reductie te realiseren. Maar de ‘routekaarten’ die daarvoor zijn opgesteld, dekken slechts een deel van de instellingen, en bestaan vooral uit goede voornemens die nog niet door hun besturen zijn bekrachtigd.

Actie vereist

Terwijl met sectoren als de industrie, het verkeer en de woningbouw alles op alles wordt gezet om het streefdoel van 55 tot 60 procent reductie te halen, valt te vrezen dat de broeikasgasuitstoot van de gezondheidszorg in 2030 niet ver onder het niveau van 1990 zal liggen. Daarmee wordt het grootste deel van de inspanning die nodig is om klimaatneutraal te worden, doorgeschoven naar de periode ná 2030. Voor andere vormen van milieuschade zijn de vooruitzichten niet veel beter.

De gezondheidszorg moet het tempo van verduurzaming dus sterk opvoeren, en dat vereist actie op drie fronten. Er is allereerst een enorme technologische opgave. Hoe de energievoorziening moet worden verduurzaamd, weten we wel, maar dat geldt niet voor de productie en het gebruik van al die tienduizenden stoffen, producten en apparaten binnen de gezondheidszorg. Mondjesmaat zijn inmiddels studies beschikbaar over de voetafdruk van bijvoorbeeld geneesmiddelen, operatiematerialen en ziekenhuismaaltijden, maar systematisch inzicht ontbreekt. Ook het herontwerp van productieprocessen binnen zorginstellingen en toeleveringsbedrijven, zoals de farmaceutische industrie, staat nog in de kinderschoenen.

Om deze innovaties te versnellen is een programmatische aanpak nodig, ondersteund door aanzienlijk meer financiële middelen dan nu voor dit type onderzoek beschikbaar zijn. Wanneer het ons ernst is met de verduurzaming van de gezondheidszorg, zijn ook op het gebied van onderzoek radicale keuzes nodig. Dus desnoods moeten de extra middelen die hiervoor nodig zijn ten koste gaan van bestaande onderzoeksbudgetten – voor bijvoorbeeld betere diagnostiek, nieuwe vaccins, effectievere kankertherapie. De tijd is immers voorbij dat we onbekommerd konden investeren in onderzoek naar oorzaken van ziekte en betere behandelingen, zonder ons zorgen te maken over de ‘planetaire grenzen’ van de gezondheidszorg.

Aansturing nodig

Een tweede, minstens zo belangrijk front is dat van de vele gedrags-, financiële en bestuurlijke barrières die snelle verduurzaming in de weg staan. Het is niet aannemelijk dat een aanpak die afhankelijk is van vrijwilligheid en lokale initiatieven voldoende tempo kan maken. Daarvoor zijn er immers te veel factorendie tegenwerken. Patiënten willen van hun klachten af, en zullen niet zonder meer bereid zijn om een stukje gezondheidswinst in te ruilen voor minder klimaatschade. Dokters moeten productie draaien, en hebben geen tijd voor milieuvriendelijke alternatieven die meer tijd kosten of moeilijke gesprekken met patiënten vragen. Bestuurders zien geen financiële ruimte voor de investeringen die nodig zijn om hun gebouwen klimaatneutraal te maken.

Er is dan ook een doordachte strategie nodig, inclusief een krachtige aansturing van bovenaf, en wie kan dat anders doen dan de minister van VWS? Zo’n strategie moet uit verschillende elementen bestaan. Er moet een eerlijke financiële raming komen van wat verduurzaming van de gezondheidszorg aan extra uitgaven vraagt, en wat dat betekent voor de investeringsagenda en voor de ruimte voor groei van de zorguitgaven in de komende jaren. Er moeten nieuwe regels komen voor toelating van behandelingen tot het basispakket van de zorgverzekering, die aan de verhouding tussen milieubeslag en gezondheidswinst evenveel gewicht toekennen als nu aan de verhouding tussen kosten en gezondheidswinst. Er moet gewerkt worden aan draagvlak voor moeilijke keuzes, door ruimte te creëren voor bezinning en beraad met patiënten en professionals. Deze en andere zaken moeten worden uitgewerkt, en een centrale plaats krijgen in een nieuw Integraal Zorgakkoord – niet zoals in het Integraal Zorgakkoord van 2022, waar verminderen van ‘impact op klimaat, milieu en leefomgeving’ er op het laatste moment nog even is ingefietst, zonder veel praktische consequenties.

Langetermijnvisie

De derde opgave is misschien nog de moeilijkste: het ontwikkelen van een langetermijnvisie op een gezondheidszorg ‘binnen planetaire grenzen’. Met de hiervoor genoemde punten komen we waarschijnlijk wel een eindje, maar zullen technische aanpassingen uiteindelijk genoeg zijn? Er is niemand die de route naar 0 procent broeikasgasuitstoot, 0 procent uitsterven van diersoorten, 0 procent gevaarlijke stoffen in het afvalwater, 100 procent circulariteit et cetera al volledig heeft doordacht. Dat geldt voor alle maatschappelijke sectoren, en zeker ook voor de gezondheidszorg. De mantra in duurzaamheidskringen is dat hiervoor ‘transformationele’ veranderingen nodig zijn, maar de precieze richting van die veranderingen is nog grotendeels onbepaald. De grote vraag is: zal de gezondheidszorg niet drastisch moeten worden afgeschaald, en hoe kunnen we dan toch het huidige hoge niveau van gezondheid zoveel mogelijk behouden?

Het is hoog tijd dat hierover wordt nagedacht, bijvoorbeeld in de vorm van verschillende toekomstbeelden die enig houvast kunnen geven bij de beweging die de gezondheidszorg na 2030 moet maken. Wat betekent een scenario van ‘green growth’ voor toekomstige gezondheid en gezondheidszorg? Optimisten denken dat de co-benefitsvoor de gezondheid, bijvoorbeeld door het verminderen van luchtverontreiniging bij afzweren van fossiele brandstoffen, zo groot zijn dat we er in dat geval per saldo op vooruit zullen gaan, maar is dit geen romantisch wensdenken? Anderen denken dat ‘green growth’ sowieso een illusie is, en dat alleen een drastische krimp van materiële productie en consumptie (‘degrowth’) onze ecologische voetafdruk voldoende kan reduceren. Zou dat, gezien de huidige samenhang tussen economische welvaart en het niveau van volksgezondheid, niet automatisch een teruggang in gezondheid betekenen, en zo ja, hoe kunnen we die voorkómen?

Radicale keuzevragen

De mogelijke implicaties van de diverse scenario’s voor de gezondheidszorg zijn groot. In het ene geval kunnen we doorgaan met ontwikkeling van diagnostiek en therapie die inzet van materiële middelen vereisen, terwijl we ons in het andere geval wellicht beter kunnen richten op interventies met een inherent kleiner milieubeslag, zoals mens-tot-menscontact in de vorm van gezondheidsbevordering, lichamelijke verzorging, en psychotherapie. Misschien is schaalverkleining op de lange termijn vanuit duurzaamheidsperspectief wel handiger dan schaalvergroting. En dan hebben we het nog niet eens over de echt radicale keuzevragen die opdoemen, zoals de vraag of we überhaupt nog moeten inzetten op levensverlenging, wanneer ecologische ruimte toenemend schaars is, en ieder extra levensjaar van huidige generaties de ruimte voor volgende generaties beperkt.

Dat zijn drie forse opgaven, bovenop alles wat er al speelt in de gezondheidszorg, dus er is veel werk aan de winkel voor adviesorganen en zorgverzekeraars, ministerie en patiëntenverenigingen, ziekenhuisdirecties en onderzoeksinstituten. En zou het niet helpen als er een voorhoede kwam van mensen die vrijwillig afzien van zorg met te groot milieubeslag, en daarmee van pijnvermindering, levensverlenging en andere gezondheidsbaten, zoals er al mensen zijn die vrijwillig afzien van vlees en vliegvakanties?

Auteur

Johan Mackenbach, emeritus hoogleraar maatschappelijke gezondheidszorg, Erasmus MC

Contact

j.mackenbach@erasmusmc.nl

cc: redactie@medischcontact.nl

Presentatie rapport Planetary health

Vandaag publiceerde de KNAW een onderzoeksrapport over het verband tussen de huidige milieuveranderingen en de menselijke gezondheid (planetary health).

Hierin is in kaart gebracht waar de hiaten in de kennis zitten, en waar stappen te zetten zijn. Daarnaast constateert de KNAW dat het nodig is het tempo van verduurzaming sterk op te voeren, en het onvermijdelijk zal zijn dat bij de keuzes voor behandelingen het aspect duurzaamheid serieus mee gaat wegen.

Het rapport is voorbereid door een KNAW-commissie onder voorzitterschap van Johan Mackenbach.

Op woensdagmiddag 7 juni wordt het rapport besproken, in het Trippenhuis in Amsterdam, met klimaat- en gezondheidsonderzoekers en bestuurders.

Lees ook

duurzaamheid
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • M. Ouwens

    Verzekeringsarts en bedrijfsarts

    Verbijsterend dat dhr Mackenbach dergelijke gedachten publiceert – even verbijsterend als de stilte erover. Of we voor het klimaat en de volgende generatie even willen afzien van behandeling en als het even kan wat eerder doodgaan.
    Concreet vraagt... hij om een “vrijwillige voorhoede” die afziet van zorg met te groot milieubeslag; meer pijn wil lijden en vooral eerder dood wil gaan. Immers “beperkt ieder extra levensjaar van huidige generaties de ruimte voor volgende generaties.”
    Zo heel vrijwillig zal die voorhoede niet zijn. Dhr Mackenbach acht namelijk “niet aannemelijk dat een aanpak die afhankelijk is van vrijwilligheid en lokale initiatieven voldoende tempo kan maken.” Dus moet er “een krachtige aansturing van bovenaf” komen.
    Uiteraard ondersteund door het bekende peloton van adviseurs; ambtenaren, deskundigen, instituten en directies die de zorg al zo veel zegeningen hebben gebracht. Draagvlak moet er komen voor deze “vrijwilligheid” om “een stukje gezondheidswinst in te ruilen voor minder klimaatschade”. De vergelijking met vrijwillig afzien van vlees en vliegvakanties wordt onverschaamd gemaakt. Afzien van een biefstukje of vlucht naar Amerika lijkt me toch echt wat anders dan een jaar leven of minder pijn door een knieprothese.
    Patiënten en hun naasten zich gaan afvragen of zij echt wel die gewrichtsprothese of langdurige zorg voor hun kind of ouder willen die “de ruimte voor volgende generaties beperken” alleen maar voor “een stukje gezondheidswinst”? De “krachtige sturing van bovenaf” kan die vraag natuurlijk overbodig maken door opheffen of ontoegankelijk maken van zorg. Het recente advies aan de Minister van Langdurige Zorg gaat al in die richting: meer betalen en minder krijgen.

    En mogen al die mensen die geen zorg krijgen en geen bijdrage meer (kunnen) leveren aan de samenleving dan nog wel de ruimte voor de volgende generaties verder beperken? Immers “ieder extra levensjaar van huidige generaties beperkt de ruimte voor volgende generaties. “ Wat minder zorg en eerder doodgaan scheelt een hoop kosten, maakt forse pensioenbedragen vrij, geeft ruimte op de woningmarkt en arbeidsmarkt. Minder zorg betekent immers ook minder zorgverleners. Kortom de hele samenleving, de natuur én de toekomstige generaties varen er wel bij. Moet je wel een hele nare egoïst zijn als je dan die zorg of behandeling wil.
    Egoïsten die deze boodschap niet begrijpen hebben wellicht wat meer “krachtige aansturing” nodig. Het gebruik van eufemismen als “krachtige aansturing van bovenaf” of “een stukje gezondheidswinst” en nare vergelijkingen als een gewonnen levensjaar met een stukje vlees ten koste van het grotere belang komen me akelig bekend voor. Zij ging samen met een roep om ruimte voor een groter belang waarvoor zieken en zwakken plaats moesten maken. Toen artsen beoordeelden of er recht op leven was.
    Wellicht dat de toekomstige verzekeringsarts moet beoordelen of een iemand nog wel aanspraak kan en mag maken op die milieu- en generatie belastende behandeling of langdurige zorg die ook nog eens het leven kan verlengen. Hoe trots zullen de volgende generaties zijn op de artsen die hun grootouder “vrijwillig” pijn lieten lijden voorafgaande aan een vroegtijdig overlijden – uit naam van die volgende generaties? 

  • W.E. Schrader

    Huisarts , Leiden

    Noem het drammen, of wat voor kwalificaties je aan niet stoppend aandacht vragen koppelt. Mijn missie en die van de initiatiefnemers van de petitie en de indieners van de motie is de doorstart van het geslaagde lcb project voor verantwoorde heruitg...ifte van retour medicatie. 34 duizend handtekeningen is veel, maar om ons punt duidelijk te maken heeft meer ook daadwerkelijke meerwaarde, dus teken en deel de petitie Red levens, vernietig geen bruikbare medicijnen https://gebruikrestmedicatie.petities.nl

    [Reactie gewijzigd door Schrader, Walter op 02-06-2023 20:04]

  • J.C.W. van Rijn

    huisarts, Leiden

    De eerste druppel op de gloeiende plaat van klimaatverandering kan het duurzamer omgaan met geneesmiddelen zijn. Geneesmiddelen (productie, verwerking en transport) dragen tot 1,4% (2Mton) bij aan de totale Nederlandse CO­2-uitstoot. Natuurlijk is he...t het meest duurzaam om de indicatie voor het gebruik van geneesmiddelen scherp te hebben en middelen niet onnodig voor te schrijven. Artsen en apothekers zetten iedere dag hun beste professionele beentje voor om medicatie zinvol in te zetten en therapietrouw te bevorderen. Desondanks worden er wekelijks vele kilo’s geneesmiddelen geretourneerd aan apotheken. Middelen die bijwerkingen geven, niet meer nodig zijn door een veranderde gezondheidstoestand van de gebruiker, na overlijden van de gebruiker, of doordat de gebruiker ze niet gebruikt door veranderingen in het preferentiebeleid. Vele verzegelde, bruikbare verpakkingen verdwijnen hierdoor ongebruikt in de verbrandingsoven. De waarde van de vernietigde genees- en verbandmiddelen wordt berekend op meer dan 2 miljard euro per jaar. Europese wetgeving staat heruitgifte in de weg. Een vaak gebruikt argument tegen heruitgifte betreft de veiligheid van de geretourneerde middelen. Inmiddels is van veel medicijnen bekend dat ze niet gevoelig zijn voor warmte tijdens het bewaren bij de patiënt thuis. Licht en vocht kunnen de middelen niet bereiken zolang ze veilig in hun verzegelde verpakking en dichte strip zitten. Een ander argument gaat over mogelijke vervalsingen van geneesmiddelen. Met het gebruik van een unieke QR code op iedere verpakking lijkt dit meer een ICT probleem dan een inhoudelijk bezwaar tegen heruitgifte. Vanuit het oogpunt van duurzaamheid en schaarste is het tegengaan van zinloos vernietigen van bruikbare geneesmiddelen laaghangend fruit. Het is tijd dat men op VWS hier werk van maakt, en zo laat zien wat hun handtekening onder de GreenDeal 3.0 waard is.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.