Laatste nieuws
Henk Maassen
Henk Maassen
2 minuten leestijd
Wetenschap

Gezondheidsraad: ‘Maak werk van integrale zorg voor lichaam en geest’

1 reactie
Getty Images
Getty Images

Een groeiende groep patiënten met een combinatie van lichamelijke en psychische aandoeningen krijgt niet de juiste zorg en heeft soms zelfs een aanzienlijk lagere levensverwachting. Dat komt doordat somatische zorg en psychische zorg nog steeds gescheiden domeinen zijn.

Dat stelt de Gezondheidsraad in het advies ‘Integrale zorg voor mensen met lichamelijke en psychische aandoeningen.’

In algemene ziekenhuizen heeft 15 tot 50 procent van de patiënten naast een lichamelijke ook een psychische aandoening. In de geestelijke gezondheidszorg (ggz) heeft ongeveer 75 procent van de patiënten met een ernstige psychiatrische aandoening een of meer (chronische) lichamelijke aandoeningen. Het advies kwalificeert de combinatie van lichamelijke en psychische aandoeningen als ‘een bijzondere vorm van multimorbiditeit’. De aandoeningen kunnen elkaar beïnvloeden, waardoor een cumulatief negatief effect op de gezondheid, het functioneren en de kwaliteit van leven ontstaat. Het risico op een combinatie van lichamelijke en psychische aandoeningen wordt bovendien groter naarmate de (lichamelijke of psychische) aandoening ernstiger is. Zo heeft driekwart van de mensen met een ernstige psychiatrische aandoening, zoals schizofrenie, een of meer lichamelijke aandoeningen. En meer dan driekwart van de mensen die een longtransplantatie hebben ondergaan, heeft depressieve klachten en angstklachten. Lichamelijke ziekten zijn de belangrijkste oorzaak van een verminderde levensverwachting van mensen met een ernstige psychische aandoening en andersom kan een bijkomende psychische aandoening de prognose van lichamelijke aandoeningen verslechteren. ‘Deens onderzoek laat zelfs zien dat elke psychische stoornis geassocieerd is met vermindering van de levensduur’, zegt psychiater Maarten van Schijndel (Rijnstate ziekenhuis), die secretaris was van de expertgroep die het advies heeft opgesteld.

Een van de knelpunten is dat patiënten al snel na het ontstaan van klachten terechtkomen bij óf een zorgverlener die focust op lichamelijke aandoeningen, óf een zorgverlener die zich exclusief richt op psychische aandoeningen. Ook kunnen zorgverleners aandoeningen buiten hun domein over het hoofd zien of een verkeerde diagnose stellen. Die gescheiden domeinen verhinderen de zo noodzakelijke komst van netwerkgeneeskunde, constateert Van Schijndel. ‘Voorwaarde is immers dat lichamelijke, psychische en sociale onderdelen van de zorg dan op elkaar aansluiten. Randvoorwaarden voor samenwerking zijn niet optimaal door bijvoorbeeld cultuurverschillen, onvoldoende kennis van elkaars domein en informatiesystemen die niet aansluiten.’

Ook schotten in de financiering werken integrale zorg tegen. Binnen het ene zorgdomein wordt de zorg uit het andere domein niet vergoed. Dat betekent bijvoorbeeld dat cliënten in de geestelijke gezondheidszorg opnieuw verwezen moeten worden voor de zorg voor een lichamelijke aandoening. Van Schijndel: ‘Ik werk op een PAAZ. Wij hebben daar te maken met de ggz-inkopers in het ziekenhuis, maar ook met de inkopers van medisch-specialistische zorg. Dat zijn gescheiden werelden, terwijl een groot deel van onze patiënten een combinatie van psychische en lichamelijke aandoeningen heeft.’

Het realiseren van integrale zorg voor deze patiënten is een complex en breed vraagstuk, dat volgens de Gezondheidsraad vraagt om aanpassingen op ‘verschillende fronten tegelijk en van verschillende betrokkenen’. Van Schijndel: ‘Overheid, toezicht, verzekeraars en professionals zijn aan zet. We noemen onder meer maatwerk in de financiering, betere toegankelijkheid van preventieve zorg voor mensen met psychische problemen, meer coördinatie en aandacht voor samenhang tussen lichamelijke en psychische aspecten in richtlijnen en in de opleiding van zorgverleners. Het is verder ook nog een uitdaging om de wetenschappelijke inzichten over integrale zorg concreet te vertalen naar de spreekkamer.’ Verandering zal een langdurig proces zijn, vermoedt hij. Van Schijndel spreekt van ‘een paradigmawissel’.

Lees ook

Wetenschap psychiatrie gezondheidsraad
  • Henk Maassen

    Henk Maassen studeerde biologische psychologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij werkte kortstondig als onderzoeksassistent en daarna als (freelance) journalist/redacteur voor tal van bladen en uitgeverijen en als voorlichter voor de Tweede Kamer. Sinds 1999 is hij redacteur bij Medisch Contact, met speciale belangstelling voor psychiatrie en neurowetenschappen, sociale geneeskunde en economie van de gezondheidszorg. Henk stelt wekelijks de Media & cultuur-pagina’s samen.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Marchinus Hofkamp

    kinderarts n.p. - ismijnkindwelgezond.nl, Apeldoorn

    De voornamelijk op religie gebaseerde tweedeling tussen het stoffelijk lichaam en de onstoffelijke geest/ziel zal voorlopig ook nog wel onze medische disciplines blijven scheiden, want hoe gekunsteld die tweedeling ook is, organisatorisch blijkt hij ...nog steeds wel zo gemakkelijk te zijn.Voor veel patiënten, wellicht zelfs voor de meeste, vormt hij echter een contraproductief monstrum, dat artsen ernstig hindert in een onbelemmerde beoordeling en behandeling van de gehele mens, terwijl lichaam en geest wél continu onbelemmerd met elkaar - of beter gezegd als één geheel - communiceren. Dit wil natuurlijk niet zeggen, dat we nu allemaal 'generalist' dienen te worden, maar wel dat we ons steeds moeten realiseren, dat een integrale beoordeling en behandeling wel natuurlijker en effectiever is. En dus dat er veel vaker intensieve intercollegiale communicatie zal moeten, en gemakkelijk kúnnen plaatsvinden. Met 'zweverigheid' heeft dit niets van doen, integendeel, zweverigheid is meer een kenmerk van religie dan van neurofysiologie.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.