‘Geen tracing- maar tracking-app om de coronacrisis te beteugelen’

Het bouwen van een covid-19 tracing-app bleek tijdens de appathon afgelopen weekend een te hoog gegrepen doel. Daarom pleitte Niels Chavannes, huisarts en hoogleraar e-health aan de Universiteit Leiden vandaag tijdens het rondetafelgesprek in de Tweede Kamer voor het inzetten van een tracking-app.

Doordat de vele ethische en juridische kwesties de boventoon voerden is de effectiviteit van de apps nauwelijks aan bod gekomen, vertelde Chavannes. Wel vindt hij dat het een leerzaam proces is geweest. 'Nu duidelijk is dat een tracing-app wetenschappelijk onverantwoord is, weten we dat we een andere weg in moeten slaan waarin we eenvoudigere maatregelen implementeren, zoals een tracking-app.'

Het doel van een tracking-app moet volgens Chavannes niet zijn om individuen te gaan traceren, wat onder meer kan leiden tot veel ten onrechte getraceerde mensen (bijvoorbeeld de buurman aan de andere kant van het tuinhek), maar om informatie op het niveau van postcodegebieden te volgen. Daarmee kun je steekproefsgewijs veranderingen in symptomen en gedrag en lokale infectiehaarden snel opsporen, zonder dat mensen traceerbaar zijn op individueel niveau. 'Vervolgens kun je, wanneer nodig, ingrijpen op lokaal niveau waardoor ingrijpen op nationaal niveau niet meteen nodig is. Een dergelijk gedifferentieerd beleid kan het opsporingswerk van de GGD vereenvoudigen en efficiënter maken.'

De methode achter een tracking-app is bovendien al veelgebruikt in epidemiologisch onderzoek, aldus Chavannes. Het is 'bewezen effectief, simpel, en vertrouwd'. 'Wel is een hoge dekkingsgraad op nationaal niveau van groot belang.'