FMS en V&VN: ‘Zorg in 2021 inhalen onrealistisch’

Het voornemen om uitgestelde zorg dit jaar grotendeels in te halen, is onrealistisch, stellen de voorzitters van V&VN en FMS. Ze stellen dat ‘een paar weekjes vakantie’ niet voldoende zijn om te herstellen, maar pleiten voor herstel op korte termijn en op maat, omdat iedereen op z’n eigen manier herstelt.

Ter voorbereiding op het herstelplan dat FMS en V&VN samen ontwikkelen, hebben de twee organisaties een peiling gedaan, waarop zevenduizend leden, van wie ongeveer 18 procent artsen, reageerden. In een bericht van FMS en V&VN noemt FMS-voorzitter Paul van Benthem de resultaten van de peiling verontrustend in het licht van de enorme hoeveelheid inhaalzorg. Hij stelt dat patiënten die moesten wachten ook recht hebben op uitgeruste, gemotiveerde zorgprofessionals.

Uit de peiling blijkt dat de meerderheid van de artsen, verpleegkundigen en verzorgenden de werkdruk tijdens de coronacrisis als zwaarder hebben ervaren dan normaal. 60 procent van de respondenten heeft te maken (gehad) met een of meerdere fysieke of mentale klachten als gevolg van de coronacrisis. Daarbij worden moeheid, slaapproblemen, piekeren en concentratieproblemen het meest genoemd. Bij 20 procent van de respondenten leidde dit ertoe dat ze niet of minder konden werken. Een kwart van de respondenten meldt dat er sinds maart 2020 een gepland verlof of vrije dagen zijn ingetrokken.

Om te herstellen na de coronacrisis zeggen de meeste respondenten een herstel van de balans tussen werk en privé nodig te hebben, gevolgd door (een paar weken extra) vakantie. Medisch specialisten geven aan (mede)zeggenschap over de inhaalzorg te willen. In de peiling van FMS en V&VN komt ook naar voren dat bijna de helft van de respondenten weleens nadenkt over het verlaten van het vak. 14 procent onderneemt daarbij geen actie, maar 9 procent kijkt actief rond naar ander werk.