Digitalisering verlaagt werkdruk huisarts niet

Ofschoon de meerderheid van hen positief staat tegenover digitale zorg in de huisartsenpraktijk, verminderen digitale zorgtoepassingen de werkdruk van huisartsen niet. Dit blijkt uit onderzoek middels literatuurstudie, focusgroepen en vragenlijsten van de vakgroep Huisartsgeneeskunde van de Universiteit van Maastricht. Het werd uitgevoerd in opdracht van het ministerie van VWS, NHG, LHV en InEen.

Geen bewijzen

De onderzoekers, aangevoerd door de huisartsen prof. dr. Jochen Cals en dr. Lennart van der Burg, vonden ook geen bewijs dat de vier onderzochte digitale zorgtoepassingen – e-consult, videoconsult, telemonitoring en digitale zelftriage – een oplossing kunnen zijn voor de personeelstekorten in de huisartsenzorg. Evenmin vonden ze bewijs voor de kosteneffectiviteit van de inzet van dit digitale instrumentarium.

Digitale zorgtoepassingen moeten op maat worden ingezet in de huisartsenzorg, vinden ze. En dat zal steeds een afweging moeten zijn die de huisarts samen met de patiënt maakt, want het lijkt erop dat de onderzochte vormen van digitalisering niet voor iedereen leiden tot een verbetering van de kwaliteit van zorg. Sterker, ze kunnen zelfs de gezondheidsverschillen tussen patiëntgroepen vergroten.

Verwarring

De onderzoekers staan verder stil bij de verwarring over de termen e-health en digitale zorg, die in de literatuur vaak door elkaar worden gebruikt. Toch zijn dit geen synoniemen, stellen ze. Bij e-health gaat het over de toepassing van zowel digitale informatie als communicatie om de gezondheid en zorg te ondersteunen. Digitale zorg vereist een behandelrelatie (bijvoorbeeld tussen arts en patiënt) en dat er een zorgdienst wordt verleend. Daarom is Thuisarts.nl een vorm van e-health, maar geen digitale zorg, omdat er geen behandelrelatie is.

Meerdere richtlijnen

Dat huisartsen vragen om richtlijnen en leidraden voor het gebruik van digitale zorgtoepassingen in de huisartsenpraktijk, noemen ze ‘opvallend’, omdat er meerdere richtlijnen beschikbaar zijn. Zo hebben het NHG, de LHV en Nictiz het Handboek e-consultontwikkeld, is er een handreiking videoconsulten in de zorg van de KNMG, en heeft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd een toetsingskader ‘Telemonitoring volwassenen thuis’. Die richtlijnen zouden beter onder de aandacht moeten worden gebracht bij deberoepsgroep, liefst op een centrale – inderdaad: digitale – plek.

Rijksoverheid: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2023/03/15/onderzoek-naar-de-effectiviteit-van-digitale-zorgtoepassingen-in-de-huisartsenzorg