Laatste nieuws
5 minuten leestijd
Federatienieuws

De zorg zucht onder werkdruk. Zó houd je grip op de stress.

Plaats een reactie

Dit artikel is een samenwerking van KNMG en NVAB.

Steeds meer zorgmedewerkers kampen met werkdruk. En de zorgvraag en de personeelskrapte nemen voorlopig niet af. De uitdaging is dan ook om ondanks de aanwezige druk grip te houden op de werkstress: bij jezelf en bij de mensen om je heen. Hoe pak je dat aan en wie kunnen helpen?

‘We lopen in de zorg vast op het kwetsbaarste punt: de zorgprofessional zelf.’ Met deze woorden sprak KNMG-voorzitter René Héman in een recente column zijn zorgen uit over oplopende druk op artsen. De kwaliteit die dokters kunnen bieden houdt direct verband met hun eigen gezondheid, merkt hij op. Een kwart van de jonge artsen kampt met burn-outklachten en een groeiende groep dokters valt om of verlaat het vak. Hoog tijd dus om samen de oorzaken aan te pakken: ‘Ga het gesprek aan over signalen van werkstress en burn-out. Heb oog voor jezelf én voor elkaar.’

Zorgen voor, ten koste van jezelf

Een belangrijke oproep, zeggen arbeids- & organisatiedeskundige Marita van Polen en bedrijfsartsen Lisa van de Ven, Arjan van Kesteren en Jaap Dogger. Zij zien artsen nogal eens in de valkuil vallen waar ook Héman op wijst. ‘Zorgverleners willen graag goed voor een ander zorgen, maar dat kan ten koste gaan van henzelf’, zegt Van Polen. ‘Wie zorg verleent, zit doorgaans niet graag in de ontvangende rol’, vult Van de Ven aan. ‘Dat maakt het moeilijk om er met anderen over te praten.’ Toekomstverkenningen in het kader van Arts2040 wijzen uit dat de zorgvraag de komende decennia alleen maar groter en complexer wordt. Dus hoe doe je dat, in gesprek gaan over stresssignalen? Waar moet je alert op zijn en hoe houd je grip op werkstress?

Werkdruk pakt voor iedereen anders uit

‘Werkdruk leidt niet per definitie tot werkstress,’ stelt Van Polen. ‘Alles valt of staat met balans, en die is voor iedereen anders.’

Die persoonlijke balans bestaat uit een unieke mix van factoren. Volgens een veelgebruikt TNO-model zijn dit: werkcontext, werkinhoud, regelmogelijkheden (ruimte en bevoegdheden om het werk zelf in te delen), individuele factoren en buffers, zoals sociale steun van collega’s en leidinggevenden. Je werkcontext verandert bijvoorbeeld als een ervaren collega het team komt versterken of juist vertrekt. Zorgtaken thuis vragen meer als je kinderen hebt of je ouders hulpbehoevend worden. En zo verder, de variatie in persoonlijke situaties is haast eindeloos. Daarom is het zo belangrijk om er met elkaar over te praten en samen oplossingen te vinden. Overleg met deskundigen op het gebied van werk, zoals de bedrijfsarts of een arbeids- en organisatiedeskundige. Zij kunnen helpen om werkdruk bij jezelf en op organisatieniveau aan te pakken.

Wat kun jij zelf doen?

Bepaal waar je wél invloed op hebt

Werkdruk in de zorg is een factor waar artsen individueel en als beroepsgroep weinig aan kunnen doen. Wat kun je, samen met je collega’s, dan wél beïnvloeden? Om dat te weten te komen, helpt het om het probleem in kaart te brengen. Dit kun je op veel verschillende manieren doen. Online vind je tools, waaronder: signalenlijsten, signaalkaarten voor teams en laagdrempelige tests zoals de Sneltest Werkdruk (FNV) en de Zelfscreener (PGGM). Op de website van het ministerie van SZW vind je ook een lijst met mogelijkheden.

De risico’s in de zorg ontstaan vooral door de manier waarop het werk is georganiseerd

Bepaal wie invloed heeft

Is het werkdrukprobleem duidelijk, dan is het zaak om uit te zoeken hoe de mix van relevante factoren eruitziet. Zo creëer je overzicht om te bepalen aan welke knoppen je kunt draaien om de werkstress te beperken. Ook kun je zo bepalen welke knop de grootste impact heeft en wie in de organisatie in positie is om eraan te draaien.

Wat kun je aankaarten binnen de organisatie?

Let op een eerlijke verdeling van werkbelasting

In de praktijk valt die mix voor bepaalde groepen vaker on­­gunstig uit dan voor andere. ‘Mijn grootste zorg zijn de jonge dokters’, zegt Van de Ven. ‘Zij maken lange dagen en moeten gezamenlijk het rooster zien te vullen, ook als er vacatures zijn. Ook moeten ze complexe problematiek oplossen, en krijgen ze vaak conflicterende taken. Bijvoorbeeld consulten door het hele huis doen én tegelijkertijd aanwezig zijn bij fietstesten. Ik zie veel mensen over hun grenzen gaan omdat ze in opleiding willen komen of vrezen voor een negatieve beoordeling.’

Kijk wat je organisatorisch kunt winnen

Dat werkdrukproblemen bij bepaalde groepen vaker tot uiting komen, lijkt nog wel eens te suggereren dat het dan wel aan hen zal liggen. Maar individuele factoren zijn maar een klein onderdeel. Werkcontext, werkinhoud, regelmogelijkheden en buffers wegen veel zwaarder. De risico’s in de zorg ontstaan vooral door de manier waarop het werk is georganiseerd, zegt bedrijfsarts Jaap Dogger. ‘Hierin is nog veel te winnen. Procedurele en relationele onrechtvaardigheid en gebrekkige taakautonomie spelen een grote rol. Ook is er verrassend weinig goede opvang geregeld voor de hoge emotionele belasting.’

Wat mag je verwachten van je werkgever?

Elke werkgever hoort toegang te geven tot de bedrijfsarts. Hier kun je dus altijd naar toe, juist ook preventief. De bedrijfsarts overlegt ook met de leidinggevende en helpt om met het team aan de slag te gaan. Want de beste remedie tegen werkdruk vind je bij de bron: de organisatie van het werk.

Open spreekuur bedrijfsarts

De werkgever moet ervoor zorgen dat de werknemer de bedrijfsarts kan bezoeken met vragen over gezondheid in relatie tot het werk. Ook als de werknemer nog aan het werk is en geen klachten heeft. De bedrijfsarts denkt mee en kan verwijzen naar gespecialiseerde deskundigen. Zorginstellingen zijn als werkgever verplicht een contract met een bedrijfsarts te hebben, dus deze professional is altijd dichtbij. Als arts of zorgmedewerker in loondienst, heb je een wettelijk recht om hem of haar te raadplegen. Ook preventief en op jouw initiatief.

Werkdruk bij artsen: veelvoorkomende verbeterpunten op teamniveau

  • Gezond roosteren
  • Conflicterende taken voorkomen
  • Zorgen dat de werkdag voor iedereen meer en minder intensieve taken omvat, zodat er ruimte is om te variëren
  • Belastende nacht- en weekenddiensten over het hele team verdelen
  • Ten minste 1x per dag samen pauze houden, bij voorkeur weg van de werkplek
  • Gedurende de dag bewust variëren met meer en minder belastend werk
  • Collega’s aanmoedigen om overuren en PLB-uren niet op te sparen, maar snel in te zetten voor extra hersteltijd

Bekijk hier een site op initiatief van de NFU over gezond en veilig werken.

Federatienieuws KNMG
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.