De Jonge wil verplichte quarantaine

Minister Hugo de Jonge wil mensen kunnen verplichten in thuisquarantaine te gaan als zij risicovol contact hebben gehad met een potentieel coronabesmet persoon. Dit vloeit voort uit berichten van de GGD’s dat niet iedereen zich aan dit advies houdt. Verder gaat De Jonge na in hoeverre hij mensen kan verplichten om aan bron- en contactonderzoek (bco) mee te werken.

Het niet naleven van gedwongen quarantaine – die pas opgelegd wordt als blijkt dat iemand zich niet aan de quarantaineplicht houdt – zou een strafbaar feit zijn. De strafmaat zal door de rechter worden bepaald.

Ook reizigers die in een hoogrisicogebied zijn geweest, zullen verplicht in thuisquarantaine moeten. Het OMT zal adviseren of de twee weken die momenteel voor quarantaine staan, kan worden ingekort.

Aantal besmettingen loopt op

Het aantal coronabesmettingen in Nederland loopt op, en in sommige regio’s kunnen de GGD’s het werk dat dit met zich meebrengt niet bijbenen. Tijdens een technische briefing voor Tweede Kamerleden vertelde Nicolette Rigter, directeur Publieke Gezondheid regio Utrecht, dat sommige besmette personen een behoorlijk hoog aantal nauwe contacten hadden gehad in de dagen voorafgaand aan de test, tot wel 100. De gemiddelde tijd om een bco uit te voeren neemt daardoor in sommige regio’s toe van 8 naar 12 uur.

Zoals eerder duidelijk werd, lukt het in regio’s als Rotterdam-Rijnmond en Amsterdam, daardoor niet meer om bij elk besmet persoon een regulier bco uit te voeren. In overleg met het RIVM is daar tijdelijk een risico-gestuurd bco ingevoerd.

De GGD’s zetten nu hun volledige capaciteit van 550 fte in voor het bco. Binnen drie weken moet dit worden uitgebreid naar 1050 fte, en de minister van VWS wil dat de capaciteit op termijn naar 2000 fte wordt opgeschaald.

Hoog ‘number needed to mask’

Tijdens de briefing liet RIVM-directeur Jaap van Dissel weten nog steeds niet veel te zien in een mondkapjesplicht. Hij haalde Noors onderzoek aan, waaruit bleek dat tienduizenden mensen een week lang een mondkapje moeten dragen om één covid-19-geval te voorkomen.

De Noren zetten voor verschillende incidenties en schattingen van risicoreductie op een rij hoeveel mensen een masker moeten dragen om één infectie te voorkomen. Zelfs bij een wekelijkse incidentie van 20 per 100 duizend inwoners, en een risicoreductie van 70 procent, is dat number needed to mask 29 duizend. Van Dissel wees ook op de sterk wisselende effectiviteit van verschillende maskers.

Hij vindt het logischer om nu in te zetten op ‘laaghangend fruit’, zoals het verminderen van besmettingen in de thuissituatie. Van de helft van de besmettingen is bekend waar deze worden opgelopen. Dat is in 60 procent van de gevallen de thuis- of familiesituatie.

Verder zou het goed zijn als mensen zich sneller lieten testen. Op dit moment duurt het gemiddeld 3,7 dagen voordat mensen met klachten een test laten afnemen. Rigter spoorde daarom tijdens diezelfde briefing ook mensen aan om ‘niet te doen wat we gewoon zijn in Nederland, namelijk even wachten voordat we naar de dokter gaan.’

Des te belangrijker, omdat driekwart van de contacten die via bron- en contactonderzoek (bco) worden opgespoord, al klachten heeft op moment van inventarisatie door de GGD. Ook deze mensen zijn daardoor mogelijke verspreiders.