Coronafonds KNMG verwacht tientallen aanvragen van artsen

Eén door covid-19 getroffen arts heeft tot nu toe een uitkering gekregen uit het artsensteunfonds StOF (Stichting Ondersteuningsfonds). Dat meldt chirurg en StOF-voorzitter Huib Cense. StOF verwacht mogelijk nog enkele tientallen aanvragen van artsen binnen te krijgen gedurende de coronapandemie.

Artsen zetten afgelopen periode het ZWiC (Zorg na Werk in Coronazorg)-steunfonds op voor zorgverleners die door covid-19 zijn getroffen. Maar alleen arts-assistenten komen in aanmerking voor zo’n ZWiC-uitkering; geneeskundig specialisten zijn uitgesloten van dat fonds. Het StOF-fonds, dat voortkomt uit de KNMG, besloot daarom aan te haken bij het ZWiC-initiatief met uitkeringen voor door covid-19 getroffen huisartsen, medisch specialisten en artsen met een andere afgeronde vervolgopleiding. StOF keert éénmalig 3000 euro uit aan artsen die op de ic hebben gelegen, en 5000 euro aan nabestaanden van artsen die zijn overleden.

Tot nu toe is er één aanvraag binnengekomen die gehonoreerd kon worden, maar het StOF-bestuur verwacht dus mogelijk nog veel meer aanvragen. Het gehonoreerde verzoek betrof een huisarts die meer dan een maand op een ic opgenomen is geweest en ‘zeer traag herstellend’ is sinds het ziekenhuisontslag.

Fonds

StOF is een in 1871 door de KNMG opgericht onafhankelijk fonds dat als sociaal vangnet voor artsen moest dienen in een tijd dat dit er nog niet was van overheidswege, licht Cense toe. ‘Artsen of hun nabestaanden moesten door omstandigheden met hun inkomen onder het bestaansminimum zijn geraakt om in aanmerking te komen voor een uitkering.’ Tot aan de jaren tachtig van de vorige eeuw kende StOF uitkeringen toe als gift, ter aanvulling op inkomens. Na ‘uitgebreide discussies’ over de toekomst van het fonds werden die uitkeringen toen omgezet in leningen die terugbetaald dienden te worden ‘als men in betere financiële omstandigheden kwam te verkeren’, aldus Cense.

Het fonds werd tot ver in de twintigste eeuw gevuld met afdrachten vanuit de contributie die artsen destijds rechtstreeks aan de KNMG betaalden. Die bijdragen zijn inmiddels stopgezet. Het fonds leidde een grotendeels slapend bestaan. De afgelopen twintig jaar zijn er volgens Cense nog maar twee leningen verstrekt, die inmiddels zijn beëindigd.

Het door vijf artsen gevormde stichtingsbestuur was zich recentelijk aan het bezinnen over een nieuwe toekomst om het StOF-fonds te kunnen benutten ‘voor artsen in nood, naar de geest van de statuten’, aldus Cense. ‘En toen kwam de coronacrisis.’ Het StOF-bestuur besloot de samenwerking te zoeken met het ZWiC-fonds. ‘Geneeskundig specialisten hebben weliswaar een goede arbeidsongeschiktheidsverzekering, maar het zal je maar gebeuren dat je als arts ziek wordt nu. Het kan ook leiden tot een inkomensval als je er een tijd uit bent.’

Kas

In de StOF-kas zit nu circa 1 miljoen euro, dat deels belegd is in vastgoed. ‘Het lijkt veel, maar de rente brengt weinig op’, zegt Cense. Daarom heeft het bestuur besloten om maximaal 3,5 ton uit het fonds vrij te maken voor covid-uitkeringen – die een gift zijn en geen lening. Artsen die er voor in aanmerking komen, kunnen zich via de ZWiC-organisatie aanmelden. ‘We hanteren dezelfde regels als ZWiC voor de beoordeling van aanvragen’, aldus Cense, die de keuze om uitkeringen voor artsen beschikbaar te stellen ‘spannend’ noemt. ‘Het fonds kan flink aan vermogen inboeten.’

Het ZWiC-fonds zelf heeft inmiddels in totaal 29 aanvragen binnen van zorgverleners, onder wie één arts.