Beweegadvies voor hartpatiënten: meer is beter

Voor patiënten met een hartaandoening geldt: hoe meer matige tot krachtige fysieke activiteit, hoe groter de gezondheidswinst. Dat schrijven Esmée Bakker (Radboudumc) en collega’s in PLOS Medicine.

Onder het motto ‘bewegen als medicijn’ maakten de onderzoekers een dosis-responscurve. Hierin zetten ze de mate van fysieke activiteit af tegen sterfte – ongeacht oorzaak – en ernstige cardiale incidenten. Ze beschikten over gegevens van ruim 142 duizend deelnemers aan de Lifelines-cohortstudie. Die hadden zelf de vragenlijsten over hun fysieke activiteit ingevuld. Na bijna zeven jaar aan follow-up hadden net iets minder dan zesduizend mensen het studie-eindpunt bereikt, wat wil zeggen: overleden of een ernstig cardiaal incident gehad.

Uit de analyse bleek dat de dosis-responscurve voor gezonde deelnemers en degenen met hart- en vaatziekterisicofactor(en) op enig moment een plateau bereikte, waarna meer matig tot krachtig bewegen amper nog bijdroeg aan verdere risicoreductie. Voor de deelnemers met een hartaandoening ontbrak dat plateau. Bovendien moesten hartpatiënten meer bewegen om dezelfde risicoreductie als de andere twee groepen te bereiken. Daarom lijkt het beweegadvies voor mensen met een hartaandoening te zijn ‘meer is beter’, schrijven de onderzoekers in hun conclusie.

Verder werd de grootste risicoreductie behaald in de groep met één of meer riscofactoren voor hart- en vaatziekten. Zij lijken het meest van een actieve leefstijl te profiteren. Ook verschilde de optimale beweegdosis per groep. Daarom pleiten de onderzoekers voor een beweegadvies op maat dat rekening houdt met de invloed van de cardiale status op de dosis-responscurve.