Artsen pleiten voor structureel geld implantatenregisters

De kosten van kwaliteitsregistraties rond medische implantaten moeten structureel onderdeel van zorgbekostiging worden. Daarvoor hebben de wetenschappelijke verenigingen van orthopeden, plastisch chirurgen, gynaecologen en orthopeden gepleit in de Tweede Kamer.

De Tweede Kamercommissie van VWS hield deze maandag een hoorzitting over implantaten. In een position paper hebben de NVVC (Nederlandse Vereniging voor Cardiologie), de NVOG (Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie), de NOV (Nederlandse Orthopaedische Vereniging) en de NVPC (Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie) voorafgaand daaraan gepleit voor een structurele bekostiging van kwaliteitsregistraties. Zulke registraties moeten volgens hen ‘een regulier onderdeel van het zorgproces worden’.

Deze verenigingen houden eigen implantatenregisters bij, maar moeten hier zelf het geld voor vinden. Juist deze registers van wetenschappelijke verenigingen zijn belangrijk om de zorg te verbeteren, aldus de verenigingen. Deze registers bevatten patiëntgegevens, implantaatgegevens, operatiegegevens en follow-upgegevens en maken het volgens de vier organisaties daardoor mogelijk om patiënten en hun implantaten in de loop der tijd te volgen. Dat biedt aanknopingspunten om de zorg medisch-inhoudelijk te verbeteren, en om problemen met implantaten vroegtijdig te ontdekken. Door het ontbreken van financiële steun om zulke registers bij te houden, bestaan er volgens de vier verenigingen nog niet voor alle soorten implantaten dergelijke registers.

Voor het landelijk implantatenregister (LIR) dat de overheid instelde, moeten artsen per 2020 verplicht gegevens doorgeven over implantaten die zij hebben geplaatst. Dat register is vooral bedoeld om bij calamiteiten met een bepaald implantaat snel patiënten te kunnen traceren.