Laatste nieuws
Nieuws

Arts mag schriftelijk euthanasieverzoek inwilligen bij gevorderde dementie

4 reacties

De rechtbank Den Haag heeft de voormalig specialist ouderengeneeskunde terecht ontslagen van alle rechtsvervolging. Het oordeel van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg wordt op twee punten vernietigd. Dat blijkt uit de uitspraak van de Hoge Raad die vanmiddag is gepubliceerd.

Volgens de Hoge Raad biedt de wet de mogelijkheid dat iemand een euthanasieverzoek vastlegt voor als hij zijn wil niet meer kan uiten. Een arts mag dat volgens de wet inwilligen als aan alle eisen is voldaan, waaronder de vereiste dat er sprake is van uitzichtloos en ondraaglijk lijden. Dat mag ‘ook als het onvermogen om wil te uiten door voortgeschreden dementie’ komt. Maar ook dan kan een arts geen gevolg geven aan het verzoek, bijvoorbeeld bij ‘gedrag of verbale uitingen van de patiënt waaruit moet worden afgeleid dat de daadwerkelijk gesteldheid van de patiënt niet overeenkomt met de in het verzoek voorziene situatie’, aldus de Hoge Raad. Het lijden vraagt in gevallen van voortgeschreden dementie bijzondere aandacht, stelt de Hoge Raad. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat er ook ‘signalen kunnen zijn dat de patiënt zodanig lijdt aan zijn voortgeschreden dementie dat zijn lijden als ondraaglijk kan worden aangemerkt.’

De Hoge Raad vernietigt het oordeel van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (CTG) in dezelfde zaak op twee punten. Anders dan het CTG oordeelde, vindt de Hoge Raad dat het CTG ‘zich niet altijd gebonden hoeft te achten aan het oordeel van de Regionale Toetsingscommissie Euthanasie over het handelen van de arts. De medische tuchtrechter heeft de taak zich zelfstandig op grond van de normen van het tuchtrecht een oordeel te vormen over het medisch handelen van de arts.’ De Hoge Raad oordeelt ook anders dan Regionale Toetsingscommissies Euthanasie (RTE), tuchtcolleges, inspectie en destijds het OM ‘dat het schriftelijke verzoek van de patiënt niet alleen moet worden uitgelegd aan de hand van de bewoordingen, maar dat het ook gaat om andere omstandigheden waaruit de bedoelingen van de patiënt kunnen worden afgeleid. Het oordeel van het CTG dat er geen ruimte is voor interpretatie van het verzoek, is daarom niet juist’, stelt de Hoge Raad vandaag. Ook het bezwaar dat eerdere instanties hadden tegen de dormicum in de koffie, veegt de Hoge Raad van tafel. ‘Bij de uitvoering van de levensbeëindiging zal de arts rekening moeten houden met mogelijk irrationeel of onvoorspelbaar gedrag van de patiënt. Dat kan aanleiding zijn de patiënt tevoren medicatie toe te dienen.’

Afsluitend merkt de Hoge Raad op dat al toen de euthanasiewet ontstond, is voorzien dat overwegingen over ‘euthanasie op basis van schriftelijke wilsverklaring van een patiënt met voortgeschreden dementie, altijd leiden tot zeer moeilijke afwegingen waarvan de uitkomsten nooit vanzelfsprekend zijn.’ Het hoogste rechtsorgaan in Nederland stelt daarbij dat het medisch handelen van een arts aan het tuchtrecht is onderworpen. Dit betekent ‘dat strafvervolging niet steeds de meest aangewezen reactie is op een mogelijk geval van onzorgvuldig medisch handelen in het kader van een levensbeëindiging op verzoek van de patiënt door een arts.’

De voormalig specialist ouderengeneeskunde uit deze zaak had april 2016 het leven beëindigd van de 74-jarige patiënt mede op basis van haar wilsverklaring. De RTE spraken een onzorgvuldigheidsoordeel uit in deze casus (2016-85), want patiënt had ‘nimmer mondeling om euthanasie verzocht en er lag geen duidelijke schriftelijke wilsverklaring’. Ook had de RTE kritiek op de uitvoering, omdat de arts vooraf Dormicum in de koffie van de patiënt had gedaan en was doorgegaan toen de patiënt ‘negatief reageerde op het inbrengen van het infuus en de toediening van de euthanatica’. De inspectie bracht de zaak voor de regionale tuchtrechter, die een berisping gaf. Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg maakte daar een waarschuwing van.

Lees ook
Nieuws euthanasie dementie Hoge Raad
  • Eva Nyst

    Eva Nyst werd geboren in Australië en groeide op in Middelburg. Ze studeerde filosofie en theologie aan de Universiteit van Amsterdam en werkte twee jaar als journalist bij De Volkskrant. Van 2001 tot 2022 was ze in dienst bij Medisch Contact. Sindsdien is zij werkzaam bij de KNMG als beleidsadviseur.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Petra Pijnakker, Dick Engberts en Joris Slaets

    , Leiden

    Deze uitspraak is een ijkpunt in de normering van het handelen van artsen bij vrijwillige levensbeëindiging.
    De Wtl is er gekomen door morele consensus onder artsen en in brede kringen van de samenleving over zelfbeschikking en waardig sterven. Daar...bij heeft de juridische normering nauwkeurig het spoor gevolgd van de morele en professionele normering.
    De componenten van die normering verwijzen meer naar leven en lijden van de patiënt en de betekenis van waardig sterven dan naar een benadering waarin wordt geprobeerd een fenomeen in te passen in een juridisch normenstelsel. Zouden de moreel-professionele tegenover de juridische normen komen te staan, dan ontvalt de overtuigingskracht aan het normerende systeem.
    De uitspraak van de Hoge Raad onderkent een gelaagdheid van normatieve sferen en geeft aan de medische beroepsgroep een eigen, door het recht gerespecteerd professioneel domein. Door die gelaagdheid kunnen we betekenis geven aan leven en lijden van de patiënt en de omstandigheden duiden waaruit de bedoelingen van de patiënt zijn af te leiden. De patiënt bepaalt wat ondraaglijk lijden is en de arts beoordeelt of dat overeenkomt met wat de patiënt voorheen als ondraaglijk lijden vreesde. Dit betekent dat zowel morele als professionele overwegingen thuishoren in een meerduidig kader zonder te resulteren in een homogeen juridisch kader dat als enige maatstaf geldt.
    Ofwel: de schriftelijke wilsverklaring euthanasie bij gevorderde dementie lijkt met deze uitspraak zinvol gepositioneerd doordat medisch handelen, ethiek en recht in onderlinge betrokkenheid inhoud en betekenis krijgen.

    Petra Pijnakker MA, Research fellow, Leyden Academy on Vitality and Ageing, Leiden en promovenda Universiteit Leiden/LUMC
    Prof. mr. dr. Dick Engberts, ethicus en jurist, em. hoogleraar normatieve aspecten van de geneeskunde, Universiteit Leiden/LUMC
    Prof. dr. Joris Slaets, Rijksuniversiteit Groningen/UMCG en Universiteit Leiden/LUMC

  • Bart Bruijn

    Huisarts, Streefkerk

    Dank collega, dat u zich hebt staande gehouden in dit juridisch geweld. Ik hoop dat u er uiteindelijk een positief gevoel aan hebt overgehouden.

    Ik ben verder blij dat er enkele gremia nu op hun verantwoordelijkheden zijn gewezen. Dat werd ook ho...og tijd.

  • Martin Kok

    apotheekhoudend huisarts, Oosterhesselen

    Eindelijk een uitspraak waarin alle omstandigheden netjes afgewogen zijn. Fijn voor deze collega dat ze na al die tijd erkenning krijgt voor haar handelen!
    Waarom zijn die toetsingscommissies er eigenlijk nog?

  • GAJM Smit

    Huisarts, Nieuw-Schoonebeek

    Een werkelijke blamage voor het CTG is dat ze van de Hoge Raad moet horen "dat het CTG zich niet altijd gebonden hoeft te achten aan het oordeel van de Regionale Toetsingscommissie Euthanasie". Zijn er nog meer redenen voor het CTG om zich wel aan da...t oordeel te binden dan domheid of gemakzucht?

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.