Laatste nieuws
Eva Nyst
2 minuten leestijd
Nieuws

‘Arts hoeft wilsverklaring niet altijd mondeling te checken’

1 reactie

Een arts hoeft niet in alle gevallen te verifiëren bij de patiënt of zijn schriftelijk verklaarde doodswens nog actueel is. Dat stelt de procureur-generaal in zijn vorderingen tot cassatie in het belang der wet bij de Hoge Raad.

De procureur-generaal (PG) heeft vandaag twee vorderingen in dezelfde euthanasiezaak ingediend. Hij deed dit in zowel de strafzaak als de tuchtzaak tegen de voormalig specialist ouderengeneeskunde die euthanasie verleende aan een patiënte met gevorderde dementie op basis van haar schriftelijke wilsverklaring. De zaak werd bekend als de koffie-euthanasie, omdat de arts vooraf Dormicum in de koffie van de patiënt deed. De arts zelf werd in een strafzaak in september ontslagen van alle rechtsvervolging en heeft met deze hernieuwde rechtsgang geen bemoeienis meer.

Door de tuchtrechter werd de arts aanvankelijk berispt. Zowel de regionale als de centrale tuchtrechter waren het eens met de Regionale Toetsingscommissies Euthanasie (oordeel 2016-85) dat er geen eenduidig euthanasieverzoek lag omdat de wilsverklaring niet duidelijk was. De PG volgt de rechtbank die vond dat de wilsverklaring wel duidelijk genoeg was.

Volgens de PG moeten er wel aanpassingen komen opdat artsen die zich voor een euthanasie moeten verantwoorden een eerlijk proces krijgen, want nu is er sprake van een ‘nadelige positie van de arts’ (meldplicht, dubbele vervolging, bewijslastverdeling). Zo lijkt de dubbele beoordeling door zowel de tuchtrechter als de strafrechter in strijd met het verbod van dubbele bestraffing (ne bis in idem). ‘Uit de wetsgeschiedenis kan niet eenduidig worden afgeleid in welke gevallen een tuchtrechtelijke of strafrechtelijke vervolging meer passend zou zijn’, aldus de PG. Hij spreekt van een ‘stapeling van lasten voor een uiteindelijk ook strafrechtelijk vervolgde’ arts en noemt in dit verband ook de meldingsplicht. ‘Weliswaar raakt een dergelijke verplichting, geïsoleerd bezien, hooguit het mogelijk gebruik van daaruit voortvloeiend bewijs (nemo tenetur-beginsel), maar het beperkende gevolg ervan voor de keuze van een procesopstelling van een vervolgde mag niet worden vergeten’, aldus de PG.

Het was dit najaar voor het eerst sinds de invoering van de Euthanasiewet in 2002 dat een arts voor de strafrechter kwam. Het is nu ook voor de eerste keer dat de Hoge Raad zich over de uitleg van deze wet kan uitspreken. Het hoogste rechtsorgaan in Nederland heeft vandaag de vordering van de PG gehoord en aangekondigd komend voorjaar uitspraak te doen.

Nieuws werk euthanasie dementie
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Frans Brons

    gepensioneerd huis- en SCEN-arts n.p., Den Haag

    Er lijkt uiteindelijk recht te worden gedaan aan deze collega, die zich zeer (te?) toetsbaar heeft opgesteld door zo uitgebreid en eerlijk verslag te doen van deze casus.
    Een van de grondregels in onze rechtspraak is, dat niemand gehouden is tot het... afleggen van verklaringen waarmee hij of zij zichzelf blootstelt aan vervolging.
    Het toont ook aan dat het instituut Toetsingscommissie hard aan herziening toe is, omdat het aanklager en rechter tegelijk is, zonder mogelijkheid van beroep.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.