Laatste nieuws
Henk Maassen
Henk Maassen
3 minuten leestijd
Wetenschap

Antidepressiva succesvol afbouwen met psychotherapie

6 reacties
Tom van Limpt/ANP
Tom van Limpt/ANP

Van de één miljoen Nederlanders die antidepressiva slikken, zijn er naar schatting 150 duizend die dat langdurig doen om terugval in een depressie te voorkomen. Toch zouden velen het gebruik ervan willen afbouwen. Nieuw onderzoek laat zien dat korte psychologische interventies als preventieve cognitieve therapie en mindfulness-based cognitieve therapie aantoonbare bescherming bieden tegen recidief, ook als patiënten het gebruik van antidepressiva geleidelijk verminderen.

 

Terugval voorkómen

Het gaat om onderzoek onder leiding van prof. dr. Claudi Bockting en uitgevoerd door dr. Josefien Breedvelt, beiden verbonden aan het Amsterdam UMC. Hun studie is onlangs gepubliceerd in JAMA Psychiatry. De onderzoekers vergeleken daarin het gecontinueerde gebruik van antidepressiva met het afbouwen van antidepressiva terwijl patiënten een psychologische interventie kregen die specifiek was gericht op het voorkómen van terugval. Daarvoor gebruikten ze in een meta-analyse alle individuele data van patiënten afkomstig van vier eerder gepubliceerde RCT’s (n=714). Ze vonden geen verschil in terugvalrisico tussen beide condities gedurende een follow-up van vijftien maanden.

Helemaal nieuw zijn de bevindingen overigens niet; de resultaten van de meta-analyse komen grotendeels overeen met eerder onderzoek waaruit ook al bleek hoe vruchtbaar de combinatie psychotherapie met afbouw is, alleen was het in die studies slechts beperkt mogelijk om uitspraken te doen voor wie dat het beste werkt.

 

Gecombineerde aanpak

Dat laatste is nu duidelijker, aldus Josefien Breedvelt. Het beschermende effect van de gecombineerde aanpak blijkt niet af te hangen van bepaalde eigenschappen van patiënten, zoals de leeftijd of het aantal eerdere depressies. Breedvelt: ‘Terwijl klinische richtlijnen juist langdurig antidepressivagebruik adviseren bij hoogrisicopatiënten. Het is weliswaar inderdaad zo dat patiënten die jonger waren toen ze een eerste depressie kregen, die veel residuele symptomen hebben of pas recentelijk hersteld zijn, een groter risico lopen op terugval, maar kijk je vervolgens naar de soort interventies dan blijkt het risico op terugval niet hoger te zijn als ze hun antidepressiva afbouwen én psychotherapie krijgen of doorgaan met het gebruik van antidepressiva.’

Belangrijke kanttekening: het gaat hier steeds over mensen die redelijk goed herstellen na een depressie, terwijl eerder onderzoek uitwees dat 30 procent ‘partieel hersteld’, dus restklachten houdt. De vraag is: hoe behandel je vervolgens die mensen? ‘Bij het AMC doen we onderzoek naar de juiste aanpak. Intussen starten we komende week alvast de “HERSTEL-poli” voor deze patiëntengroep.’

 

Taperingstrips

In Nederland hameren ervaringsdeskundige/onderzoeker Peter Groot en hoogleraar psychiatrie Jim van Os al enige tijd op het belang van afbouwen met behulp van taperingstrips. Ze pleiten voor de toepassing en vergoeding daarvan. Tegelijkertijd is via ZonMw onlangs 1,5 miljoen euro beschikbaar gekomen voor onderzoek naar de effectiviteit van tapering, meer specifiek naar twee methodes van afbouwen: de gebruikelijke versus de langzamere afbouw – dus de tapering met kleinere doseringen over een langere methode – en wel bij paroxetine en venlafaxine. Breedvelt erkent dat het afbouwtempo een punt van aandacht is. ‘Afbouwen gebeurt inderdaad soms te snel of te abrupt. Veilig afbouwen moet langzaam en in samenspraak tussen clinicus en patiënt gebeuren.’ 

 

Clou

Ze denkt intussen wel dat de uitkomsten van de meta-analyse van invloed zullen zijn op de (inter)nationale richtlijnen over de behandeling van patiënten. Want de clou is volgens Breedvelt dat clinici en patiënten met recidiverende depressies die het gebruik van antidepressiva graag willen afbouwen, nu meer keuzes hebben: ‘Daarmee helpen onze bevindingen mee aan shared decision making’.

Bekijk hier een interview met de onderzoekers:

https://edhub.ama-assn.org/jn-learning/audio-player/18612517

lees ook

Nieuws Wetenschap psychiatrie antidepressiva
  • Henk Maassen

    Henk Maassen is sinds 1999 journalist bij Medisch Contact, met speciale belangstelling voor psychiatrie en neurowetenschappen, sociale geneeskunde en economie van de gezondheidszorg. Hij stelt wekelijks de Media & Cultuur-pagina’s samen.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Jim van Os & Peter Groot

    Voorzitter Divisie Hersenen, UMC Utrecht, Utrecht

    1. Afbouwen met antidepressiva is een belangrijke empowerende zelf-interventie die zeer betekenisvol is voor patiënten. Het is het heft in eigen handen nemen, op een nieuw perspectief van agency en zelfmanagement gaan varen. Dat is waarom patiënten n...iet terugvallen. Onze vraag: waarom nemen psychologen die psychologisch onderzoek doen dit betekenisvolle patiëntenperspectief niet mee? Vanuit de patiënt is niet CBT de interventie, maar het stoppen met AD. Als men werkelijk CBT wil onderzoeken moet men afbouw met en zonder CBT onderzoeken.

    2. Psychotherapie onderoek waarin iets met niets wordt vergeleken valt altijd uit in het voordeel van "iets" - dit is de reden dat dit soort onderzoek niet meer wordt gebruikt en er een actieve controleconditie nodig is zoals befriending, counselling of een andere niet -specifieke interventie. Meta-analysen tonen aan dat, als je het op deze manier vergelijkt, in het algemeen alles werkt bij alles.

    3. De bevinding dat psychologische en farmacotherapeutische behandelingen die tot nog toe in RCTs zijn onderzocht allemaal ongeveer even goed — of even slecht — blijken te werken wanneer die in grotere (netwerk) meta-analyses met elkaar worden vergeleken wordt het DODO-bird verdict genoemd. Collega Cuijpers in Amsterdam heeft hier uitgebreid onderzoek naar gedaan (overigens samen collega Bockting. We citeren met instemming de laatste zin uit de conclusie van Driessen, Hollon, Bockting, Cuijpers & Turner uit 2015 (PLoS ONE, 10(9), e0137864): 'Clinicians, guidelines developers, and decision makers should be aware that the published literature overestimates the effects of the predominant treatments for depression'.

  • Josefien Breedvelt, en mede namens prof. Bockting

    gastonderzoeker, AmsterdamUMC

    Naar aanleiding van de reactie van prof. Jim van Os willen wij op een aantal punten reageren.
    1. Wij erkennen wel degelijk het verschil tussen withdrawal en terugval. Niettemin is dit onderscheid lastig te goed vast te stellen. Indien alle mensen i...n de afbouwarm withdrawal symptomen hebben in plaats van een onterecht vastgestelde terugval, dan zou dit betekenen dat afbouwen met een psychologische interventie superieur zou zijn aan de continuatie van antidepressiva. Daarnaast zou dit betekenen dat bij afbouw men op geen enkele manier een depressieve terugval kan ondergaan (immers deze worden allen geduid als withdrawal). Ook in onze studies hebben we een grote variatie gezien van mensen met withdrawal symptomen en mensen die stoppen met antidepressiva zonder klachten. Het is van groot belang om nader onderzoeken hoe dit kan en wat best aanpak is voor wie. Uit onze IPD bevindingen zou je kunnen afleiden dat psychologische interventies toevoegen aan taperen, het risico op terugval niet verder verhoogd ten opzichte van de groep die antidepressiva continueert. Een belangrijk effect wat ons inziens gedeeld moet worden. We vonden daarnaast dat veel mensen het lukte om antidepressiva af te bouwen, met een grote variatie in de duur van afbouwen en de mate afbouw.

    2. Wat ook over het hoofd wordt gezien is dat wij op basis van individuele patiënten-data van 4 internationale gerandomiseerde gecontroleerde studies, hebben geanalyseerd, waaronder 10 klinische en demografische patientkenmerken. De peer-reviewed conclusie dat psychologische behandeling plus taperen een optie is, komt voort uit het nauwgezet analyseren en bestuderen de effecten van deze studies. Wij vonden dat geen van deze factoren (zoals meer symptomatologie) interacteerde met behandeling. Oftewel, dit geeft aanwijzingen dat ongeacht een hoog klinisch risico kan een psychologische interventie bij het taperen mogelijk een alternatief zijn voor het doorslikken van antidepressiva.

    3. Wij deden geen onderzoek naar taperingstrips en er zijn geen gerandomiseerde studies met het gebruik van taperingstrips geïdentificeerd met psychologische terugvalpreventie programma’s vergeleken met de continuatie van antidepressiva in de peer-reviewed journals. Daarom kunnen we hier geen uitspraken over doen. Wel gaven we al eerder het belang aan van onderzoek naar tapering (zie ook Breedvelt et al 2020).

    4. De limitaties van ons onderzoek en het belang naar verder onderzoek naar withdrawal en relapse hebben we duidelijk aangegeven in de publicatie. Zie onder andere pagina 1 en 6 in de publicatie, waarin een volledige paragraaf hieraan wordt besteed.

    5. Voor deze IPD werd alle individuele data van nationale en internationale RCT’s opgevraagd die een psychologische interventie met tapering vergeleken met continueren van antidepressiva. Vier van de zes geïdentificeerde studies deelden deze data. Hiermee konden we de effectiviteit van beide psychologische terugvalpreventie programma’s onderzoeken en daarnaast onderzoeken wat voor wie het beste werkt. Uit de IPD blijkt dat er geen bewijs is voor een verschil in terugvalrisico tussen psychologische interventies rondom het taperen van antidepressiva versus antidepressiva doorslikken. Dit zou je wel verwachten aangezien het afbouwen van antidepressiva het risico op terugval verhoogt.

    Overigens betrof het niet gedragstherapeutische interventies, maar cognitieve gebaseerde interventies.

    Daarnaast willen we ook graag aangeven dat los van deze IPD-meta analyse er diverse andere meta-analyses zijn die uitwijzen dat psychologische terugvalpreventie interventies een effectieve methode zijn om het terugvalrisico te verkleinen, ook bovenop reguliere zorg na herstel, bovenop continuatie van antidepressiva (zie ook bijvoorbeeld Breedvelt et al., 2020, Guidi et al., 2020, Kuyken et al., 2016, Crane et al., 2015, Biesheuvel-Leliefeld et al., 2014).

    Dr. Josefien Breedvelt, gastonderzoeker, AmsterdamUMC
    Prof. Dr. Claudi Bockting, hoogleraar klinische psychologie in de psychiatrie, AmsterdamUMC

    Referenties:
    • Breedvelt, J. J. F., Brouwer, M. E., Harrer, M., Semkovska, M., Ebert, D., Cuijpers, P., & Bockting, C. L. H. (2020). Psychological interventions as an alternative and add-on to antidepressant medication to prevent depressive relapse: Systematic review and meta-analysis. The British Journal of Psychiatry, 1-8. doi:10.1192/bjp.2020.198
    • Clarke, K., Mayo-Wilson, E., Kenny, J., & Pilling, S. (2015). Can non-pharmacological interventions prevent relapse in adults who have recovered from depression? A systematic review and meta-analysis of randomised controlled trials. Clinical psychology review, 39, 58-70.
    • Kuyken W, Warren FC, Taylor RS, Whalley B, Crane C, Bondolfi G, Hayes R, Huijbers M, Ma H, Schweizer S, Segal Z, Speckens A, Teasdale JD, Van Heeringen K, Williams M, Byford S, Byng R, Dalgleish T. Efficacy of Mindfulness-Based Cognitive Therapy in Prevention of Depressive Relapse: An Individual Patient Data Meta-analysis From Randomized Trials. JAMA Psychiatry. 2016 Jun 1;73(6):565-74. doi: 10.1001/jamapsychiatry.2016.0076. PMID: 27119968; PMCID: PMC6640038.
    • Biesheuvel-Leliefeld KE, Kok GD, Bockting CL, Cuijpers P, Hollon SD, van Marwijk HW, Smit F. Effectiveness of psychological interventions in preventing recurrence of depressive disorder: meta-analysis and meta-regression. J Affect Disord. 2015 Mar 15;174:400-10. doi: 10.1016/j.jad.2014.12.016. Epub 2014 Dec 13. PMID: 25553400.
    • Guidi J, Fava GA. Sequential Combination of Pharmacotherapy and Psychotherapy in Major Depressive Disorder: A Systematic Review and Meta-analysis. JAMA Psychiatry. 2021 Mar 1;78(3):261-269. doi: 10.1001/jamapsychiatry.2020.3650. PMID: 33237285; PMCID: PMC7689568.

    [Reactie gewijzigd door op 17-06-2021 16:53]

  • Maurice Debije

    psychiater, Heerlen

    Er loopt al 30-40 jaar een follow-up onderzoek naar het cumulatieve percentage recidiven na een index depressieve episode. Na 20 jaar staat de teller op 82 en na 30 jaar op 91 %. Tijdens mijn opleiding tot psychiater heb ik bij het RINO de volledige ...gedragstherapie-opleiding gevolgd. De pscho-analytici hebben indertijd de boot gemist, terwijl er ook ontwikkelingen waren voor een vruchtbare integratie van beide concepten. De gedragstherapeuten meten zichzelf een te grote broek aan. Zo meenden, ze, net als de psycho-analytici, psychoses te kunnen genezen zonder de inzet van medicatie. Bij de RIAGG Volwassenezorg, waar ik gewerkt heb, merkten ze bij de Afdeling Gedragstherapie, dat als patienten met een depressieve e/o een angststoornis eerst medicamenteus ingesteld waren en nog behoefte hadden aan aanvullende gedragstherapie, de patienten sneller en beter herstelden. Zonder medicatie zou ik de meeste van mijn patienten niet adequaat kunnen behandelen. Voortijdig stoppen of verlagen van de medicatie is de belangrijkste oorzaak van recidiven. Bij lichte tot matige ernst kan gedragstherapie zeer zinvol zijn, maar bij matige tot ernstige ernst komt medicatie op de eerste plaats en kan gedragstherapie medicatie niet vervangen. Dat wordt telkens weer door sprekers, desgevraagd, op nascholingen en internationale congressen, bevestigd. Long-term follow-up onderzoek vergt veel tijd en geduld, maar korte termijn successen vallen vaak door de mand. Dat heeft Jim van Os weer eens fijntjes laten zien: Jim, bedankt!

  • Siep de Groot

    huisarts, niet praktiserend, Eelderwolde

    Goed dat Jim van Os hier ons op wijst en we niet rücksichtlos onjuist uitgevoerd wetenschappelijk onderzoek gaan volgen. Er zijn al te veel aannames in de psychiatrie die patiënten bepaald geen heil brengen. Vernieuwing in de GGZ zal ook gestoeld die...nen te zijn op goed wetenschappelijk onderzoek. Daaraan ontbreekt het tot nu toe jammer genoeg. We hebben nog steeds de lobotomie uit de vorige eeuw in het hoofd, waarvoor de bedenker ervan de Nobelprijs verwierf. Een mutilerende ingreep zonder enige invloed op de stoornis, zo bleek later. Laat het met de antidepressiva over 20 jaar ook niet zo gaan: geen significant herstel en vele doden na suïcide als bijwerking. Oftewel: dodelijke psychiatrie.

  • Jim van Os

    Voorzitter Divisie Hersenen, UMC Utrecht, Utrecht

    Volgens Prof. Claudi Bockting bieden preventieve cognitieve therapie en mindfulness-based cognitieve therapie aantoonbare bescherming tegen recidive na afbouw van antidepressiva. Dat zou blijken uit de nieuwe meta-analyse die dor haar groep is uitgev...oerd.

    Probleem echter bij dit nieuwe onderzoek is dat daarin niet is geprobeerd om onderscheid te maken tussen het optreden van terugval of onttrekkingsverschijnselen tijdens en na afbouwen van antidepressiva. Hoe er werd afgebouwd in de trials wordt slechts op vage wijze in de kleine lettertjes beschreven. Omdat de rol onttrekking - en daarmee withdrawal confounding en bias - werd genegeerd is het onmogelijk om uit deze meta-analyse een conclusie te trekken.

    Het is boeiend om te zien hoe zowel het traditionele psychofarmacologische als het traditionele gedragstherapeutische onderzoek eensgezind blijft in de methodologische ontkenning van onttrekkingssyndromen van antidepressiva als een majeure bron van confounding en vertekeknig bij traditionele RCTs.

    Het antwoord op de vraag of, en in hoeverre, de genoemde en/of andere vormen van psychotherapie beschermen tegen terugval, of helpen bij afbouwen van antidepressiva, is door dit nieuwe onderzoek niet dichterbij gekomen. Het is daarom zowel voorbarig als ongewenst om dit nieuwe onderzoek van invloed te laten zijn op (inter)nationele richlijnen voor afbouw van antidepressiva.

    Een uitgebreidere discussie hierover, met reacties van de auteurs, is te vinden in de commentaren onder een besprekeking van van de studie van Breedvelt et al. op de internationale website Mad in America: https://www.madinamerica.com/2021/05/psychotherapy-can-prevent-relapse-discontinuing-antidepressants

  • Siep de Groot

    huisarts, niet praktiserend, Eelderwolde

    Het is beter om helemaal geen antidepressiva te geven. Nog nooit is voldoende werkzaamheid aangetoond van deze middelen waarheen grote bevolkingsgroep gebruik van maakt. Wie het boek van Dick Bijl, huisarts onderzoeker en epidemioloog met de titel “... depressie en antidepressiva” leest kan niet anders tot de conclusie komen dat farmaceutische industrieën ons een worst hebben voorgehouden met hun onderzoeken die niet volgens de regels zijn gelopen. Nu zitten we met de afbouw. Hoewel nooit is aangetoond dat psychologische interventie helpt bij ernstige depressies is het zeker de moeite waard om dit met nader onderzoek toch te meten.
    Al langer is bekend dat velen geholpen zijn met meditatie en mindfulness. Dat is in ieder geval onschuldiger dan het geven van paroxetine, lithium en wat al meer. Vooral
    bijwerkingen die leiden tot suïcide zijn berucht.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.