All-trans-retinoïnezuur risico voor ongeboren kind

Het werken met all-trans-retinoïnezuur, dat wordt gebruikt bij onder meer de behandeling van huidaandoeningen zoals acne en sommige vormen van kanker, kan een risico opleveren voor het ongeboren kind van zwangere vrouwen. Of de stof ook effecten heeft op de voortplanting of via borstvoeding op het kind kan worden overgedragen is nog onbekend.

De Gezondheidsraad adviseert de staatssecretaris van SZW all-trans-retinoïnezuur, dat ook wel tretinoïne wordt genoemd, op te nemen in de CMR-lijst. Dat is een lijst met stoffen die kanker kunnen verwekken, die veranderingen in de erfelijke eigenschappen kunnen induceren of die schadelijk zijn voor de voortplanting of het nageslacht. Werkgevers zijn verplicht hun medewerkers te beschermen tegen blootstelling van deze stoffen.

Volgens de Gezondheidsraad komt all-trans-retinoïnezuur van nature voor in het lichaam en speelt het een cruciale rol tijdens de embryonale ontwikkeling. Het wordt in het lichaam gevormd uit vitamine A en kan cellen tot deling en differentiatie aanzetten. De stof wordt gebruikt voor de behandeling van onder meer huidaandoeningen als acne, maar ook als antirimpelcrème. Daarnaast wordt het ingezet voor de behandeling van (promyelocytische leukemie) en experimenteel voor andere vormen van kanker. De Gezondheidsraad waarschuwt dat mensen die werkzaam zijn in de farmaceutische industrie, in apotheken of ziekenhuizen, tijdens hun werk in aanraking kunnen komen met all-trans-retinoïnezuur.