65 duizend minder verwijzingen in oncologische zorg

Tot nu toe heeft de coronacrisis voor 65 duizend minder verwijzingen in de oncologische zorg gezorgd. Bij de laatste meting (week 21) lag het aantal verwijzingen door de huisarts op 71 procent van het verwachte aantal zónder coronacrisis. Dit blijkt uit een rapport van de NZa naar de gevolgen van de coronacrisis voor oncologische zorg.

De NZa heeft gegevens van verschillende bronnen (ZorgDomein, DHD, RIVM, IKNL, Soncos en DICA) gebruikt om in kaart te brengen wat de afschaling van zorg door de covid-19-uitbraak heeft teweeggebracht. Zo zijn de bevolkingsonderzoeken naar darm-, baarmoederhals- en borstkanker vanaf 16 maart voor acht weken stopgezet. Naar schatting heeft dat bij elkaar ongeveer 20 duizend minder verwijzingen voor vervolgonderzoek tot gevolg gehad. De bevolkingsonderzoeken worden inmiddels weer opgestart.

Het aantal verwijzingen vanwege kanker was in de week na het afkondigen van de eerste landelijke covid-19-maatregelen nog geen tweeëneenhalf duizend, ten opzichte van meer dan negenduizend een jaar daarvoor. Het aantal verwijzingen steeg de weken daarna gestaag tot zo’n achtduizend in week 20. In de verschillende ROAZ-regio’s was het beeld overigens vergelijkbaar.

De productiecijfers over oncologische zorg (zoals opnames en operaties) laten nog niet datzelfde herstel zien. Deze gegevens zijn overigens minder betrouwbaar, omdat het om werk gaat dat nog niet is gedeclareerd. Ruim de helft van de ziekenhuizen kon versneld gegevens aanleveren over zorg die tot en met april is verleend, maar nog niet gedeclareerd. Deze zijn minder volledig dan andere jaren, vanwege de versnelde levering en door de bijzondere omstandigheden in de ziekenhuizen. De daadwerkelijke productie tijdens de coronacrisis zal waarschijnlijk dus iets hoger zijn dan uit deze cijfers blijkt.