Zorgstandaard Integrale geboortezorg klaar

Zorginstituut Nederland heeft deze week de aangepaste Zorgstandaard Integrale geboortezorg vastgesteld. NVOG en KNOV kunnen allebei goed leven met de gedane aanpassingen.

In maart van dit jaar wees de KNOV de standaard, die zij samen met andere partijen had opgesteld, nog af. Op dat moment was er onder leiding van het College Perinatale Zorg al twee jaar over gesteggeld. Het ZiN nam daarop de regie over, en heeft de standaard aangepast. De betrokken partijen zijn geconsulteerd.

Het belangrijkste pijnpunt van de verloskundigen in de afgewezen versie was een frase over de gezamenlijke risicoselectie van alle zwangeren. Dat ging in hun visie in tegen hun rol als poortwachter en bewaker van de ‘gezonde zwangere en zwangerschap’. Nu staat in de tekst dat de verloskundige samenwerkingsverbanden regionaal beleid moeten maken voor adequate risico-inschatting voor alle zwangeren. Op basis van deze inschatting organiseert het interprofessionele geboortezorgteam mdo’s, waar de zwangere – met haar toestemming – wordt besproken. Als ‘een van de betrokken zorgverleners daar vanuit de gezamenlijke verantwoordelijkheid (…) aanleiding toe ziet.’

De KNOV is blij met de aanpassingen, vooral omdat de standaard in haar ogen ‘niets oplegt met betrekking tot de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor iedere zwangere’, zo staat op haar website. De NVOG is ook blij, laat zij weten. Zij zien in de standaard dat ‘de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het beleid op uitvoerend niveau voor alle zwangeren duidelijk staat verwoord’. Het beleid zal dus per regio verschillen, maar ‘alle betrokken zorgverleners (…) vormen samen een team met gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de zwangere’.

Sophie Broersen