Laatste nieuws

Zomerportret 3. Hans van der Linde: ‘Een beetje principiële levenshouding is niet verkeerd’

5 reacties

Huisarts Hans van der Linde zit nog lang niet stil

Een week voor dit interview 70 jaar geworden en zich pas nog geherregistreerd als huisarts: het is Hans van der Linde ten voeten uit. Over stoppen met zijn vak denkt hij voorlopig nog niet. Evenmin aan het beëindigen van zijn – nogal eens tegendraadse – activiteiten.

Van der Linde werkt nog twee dagen per week in de groepspraktijk in Capelle aan den IJssel, waar hij al sinds 1975 praktiseert. Daarnaast is hij minstens zoveel tijd kwijt aan zijn ‘activisme’, zoals hij het zelf noemt. De afgelopen tien jaar werd hij bekend als de huisarts die kritisch staat tegenover de farmaceutische industrie, medische opinieleiders met conflicterende belangen, gesponsorde nascholingen en griepvaccinaties. Hij schrijft artikelen, columns en blogs, geeft voordrachten, colleges en interviews, en stuurt wekelijks e-mails naar een adressenbestand van zo’n 2500 mensen.

Ter voorbereiding op het interview stuurt hij artikelen, een dvd en een boekje op. Hij verwacht bepaalde vragen van de journalist, en hij heeft de uitgebreide antwoorden alvast op papier en op een USB-stick gezet. ‘Kijk maar wat je ermee doet.’ Relevante artikelen liggen alvast op zijn bureau in de spreekkamer, klaar om zijn punt te ondersteunen.

Hij begint zelf over de rechtszaak die het RIVM en Roel Coutinho, directeur van het Centrum Infectieziektebestrijding, tegen hem aanspanden, naar aanleiding van zijn uitlatingen over mogelijke belangenverstrengeling van Coutinho. Over die zaak werd veel onzin gedebiteerd, ook door Medisch Contact, vindt hij, en hij wil het nog eens uit de doeken doen. ‘Laat ik bij het begin beginnen. Dat debacle met de Mexicaanse griepvaccinaties kwam doordat de toenmalige minister van Volksgezondheid Klink zich geheel en al verliet op viroloog Ab Osterhaus en op Roel Coutinho. Osterhaus deed het voorkomen alsof de theoretische mogelijkheid dat het virus ooit eens gevaarlijk zou kunnen muteren, een reële, acute bedreiging was. Elders op de wereld manifesteerde het virus zich al als het liefste griepje in tijden. Bevolking op stang gejaagd, zinloze inentingscampagne, honderden miljoenen euro’s verspild. En dat is geen wijsheid achteraf, er waren op dat moment al deskundigen die weerstand boden. Die werden weggeblazen, ze kregen te horen dat ze een gevaar voor de volksgezondheid vormden. Maar ze hebben wel gelijk gekregen.’

‘Nu had en heeft de beïnvloeding door de farmaceutische industrie mijn bijzondere belangstelling, vandaar dat ik me afvroeg welke mogelijke conflicterende belangen deze mannen hadden. Bij Osterhaus was dat heel duidelijk: contractresearch, aandelen, intensief contact met de vaccin-industrie, lid van een lobbyclub. Maar ook Coutinho had die. Naast hoogste ambtenaar infectieziekten was en is hij ook hoogleraar van Utrecht Life Sciences, een strategische alliantie tussen academische en commerciële partijen, aldus de Universiteit van Utrecht. Daaronder de producenten van griepvaccins en Tamiflu. In mijn beleving zijn dat onacceptabele conflicterende belangen voor een topambtenaar.’

‘Ik vond die opmerkelijke en evident verkeerd gebleken vaccinstandpunten bizar; dat vroeg om een publieke bekendmaking van conflicterende belangen. Die duidde ik aan met de gebruikelijke term in het medische jargon “belangenverstrengeling”. De rechter zei dat met die aanduiding in het algemene spraakgebruik persoonlijk voordeel wordt gesuggereerd, en dat had ik niet aangetoond. Volgens mijn advocaat heeft de rechter daarmee niet geoordeeld over mogelijk conflicterende belangen van Coutinho. Hoe dan ook was er geen sprake van een onrechtmatige daad, oordeelde de rechter, die daarin meewoog dat ik meerdere keren had gezegd dat ik niet twijfelde aan Coutinho’s persoonlijke integriteit.‘

Maar kun je iemand persoonlijk integer noemen, terwijl je tegelijk zegt dat hij onacceptabele conflicterende belangen heeft?
‘Dat iemand niet doorheeft dat hij door die vrijages geïnvolveerd raakt. Hij is integer, hij zal er niets mee verdiend hebben, maar hij is een mens met ambities, hij wil ook succes behalen in onderzoek. Daarvoor gaat hij banden aan met de farmacie, en je bent aardig tegen iemand met wie je een zakelijke relatie hebt. Ik ben er op zich niet tegen dat mensen uit het bedrijfsleven en de overheid werken bij de universiteit, maar in dit geval, waar het om zeer veel geld gaat, hoort het niet. En wat mij nog het meest verbaast, is dat er niets veranderd is. Coutinho oordeelt nog steeds dagelijks over bijvoorbeeld de mazelenvaccinatie, terwijl hij hoogleraar is van een strategische alliantie met de vaccinproducent. Dat kan toch niet?’

Dat kan wel, het is niet verboden.
‘Nee, het is niet verboden, maar het kan niet.’

Activisme

Van der Linde was volgens eigen zeggen tot tien jaar geleden een ‘bedachtzame bestuurder’, actief in tal van medische en maatschappelijke organisaties. Ook was hij een van de initiatiefnemers van de eerste huisartsenpost in Nederland.

Hoe is dat activisme ontstaan?
‘Ik heb jaren gewerkt bij het College voor Accreditering Huisartsen, daar heb ik geleerd hoe de hazen liepen, hoe nascholing werd gebruikt als marketinginstrument. Ik beoordeelde aanvragen voor accreditatie, en visiteerde de nascholingen vervolgens ook. Zo ging ik een paar weken lang de beroemde skicursussen langs, elke dag een andere skiplaats, elke dag een andere cursus van de farmaceutische industrie. Op één na heb ik de accreditering afgenomen. Dan zat daar zo’n hele zaal artsen, respectabele broeders en zusters, en vroeg ik wat ze ervan vonden. Ze vonden me een zeikerd, die spijkers op laag water zocht. Geen flauw benul van hoe ze gemanipuleerd werden.

Soms viel bij mij ook pas veel later het kwartje, ’s nachts, als ik mijn verslag schreef. Dat er op zich een juist verhaal was verteld, maar dat bijvoorbeeld de indicatie was verbreed. Eerst een NHG-Standaard laten zien, waarmee is voldaan aan de accreditatie-eisen, en vijf dia’s later iets totaal anders beweren. Slimme zetten, die je niet in de gaten hebt. Die gesponsorde nascholingen zijn meestal door communicatiebureaus in elkaar gezet, worden gegeven door artsen die niet teveel van de dia’s mogen afwijken.

Daar maakte ik me geweldig kwaad om. Ik heb toen een stuk geschreven, in Medisch Contact, over nascholing als marketinginstrument, en dat sloeg in als een bom.’ (MC 3/2001: 97, red.)

Nog steeds maakt u zich boos over gesponsorde cursussen. Artsen hebben blijkbaar geen geld over voor onafhankelijke nascholing.
‘Nee, we krijgen de handen daar niet voor op elkaar. Artsenorganisaties zouden onafhankelijke nascholing weer hoog op de agenda moeten zetten. En de minister zou wat geld moeten vrijmaken voor scherper toezicht op commerciële nascholing.

Maar de industrie heeft goede initiatieven ook kapotgeconcurreerd. Ik had hier in Capelle aan den IJssel met anderen een nascholingscentrum opgezet, waar zij geen voet tussen de deur kregen. Dat hebben ze bewust weggeconcurreerd, door een overdaad aan gratis cursussen in de regio aan te bieden.’

Maar dat is ook een verwijt aan de artsen zelf, waarom laten ze dit toe?
‘Ze denken dat ze niet beïnvloed worden, vertrouwen op hun intellectuele onafhankelijkheid, maar dat kun je niet, je wordt beïnvloed.’

Waarom wordt u dan niet beïnvloed?
‘Dat word ik natuurlijk ook. Maar ik ben nu zo weerbaar geworden dat ik achter alles iets zoek.’ Lachend: ‘Ik moet oppassen dat ik niet paranoïde word.’

Kunt u een voorbeeld noemen van hoe u beïnvloed bent?
‘Die hele hypertensiewaanzin. Op mijn vrije zaterdag ging ik op de fiets bij mijn immobiele patiënten langs om bij hen thuis de bloeddruk te meten. Mijn enthousiasme kende geen grenzen. Maar op een gegeven moment zag ik wat de echte resultaten van de hypertensiebestrijding waren: volslagen marginaal. Gigantische hypertensies daargelaten. Op zo’n moment voelde ik me grotelijks belazerd.’

Hoe gaat u in de praktijk om met behandelingen of preventie waar u niet in gelooft?
‘Dat verschilt. Ik ben bijvoorbeeld heel kritisch over de nieuwe orale antidiabetica, de effectiviteit en veiligheid op de lange termijn zijn niet aangetoond. Alle patiënten in deze praktijk die Januvia of vergelijkbare middelen voorgeschreven krijgen door hun internist, vraag ik op spreekuur, en ik leg ze uit dat ik ertegen ben, om welke redenen, en dat wij die recepten niet zullen itereren. Ik zeg dat ik het mijn plicht als huisarts vind, om ze te vertellen dat ze slecht af zijn, en dat ik hun specialist ook een brief stuur hierover. Ongeveer 12 van de 24 patiënten zijn er daarna mee gestopt.’

Worden patiënten in deze praktijk ook niet tegen griep gevaccineerd?
‘We bieden het wel aan. Als we dat niet zouden doen, en iemand overlijdt aan griep, kan de tuchtrechter zeggen: ‘u heeft niet gehandeld volgens de norm van uw beroepsgroep. Maar mijn patiënten weten hoe ik erover denk, ze lezen de kranten ook. Het percentage gevaccineerden ligt bij ons veel lager dan in andere praktijken.

Toch wordt breed uitgemeten dat ik zelf ook verdien aan die vaccinaties, terwijl ik schrijf dat een dikke portemonnee de aanleiding was voor de invoering. Dat was ook zo, hoor. De huisartsen hadden 101 bezwaren tegen die vaccinaties, maar toen er een waanzinnig tarief tegenover kwam te staan, 10 euro (beeldt uit dat hij een spuit zet), 20 euro (nog een), 30 (nog een), 40, hoorde je niemand meer. De moraal is net zo dik als de portemonnee.’

Toch zijn het niet de minsten die overtuigd zijn van het nut van griepvaccinatie. Gaat u nooit twijfelen over uw standpunten?
‘Nee, omdat ik me al heel lang bezighoud met deze materie; ik had vaccinaties al onder me bij het College voor Accreditering. Kijk, als honderd mensen zeggen het is A, en ik denk dat het B is, dan moet je mij overtuigen dat het A is. Achter elkaar aanlopen als ganzen, dat zit zo diep in mensen.’

In de meeste mensen, maar in u dus niet. Hoe kan dat?
‘Ik laat me graag overtuigen van mijn ongelijk, maar je moet wel met argumenten komen. En als je die niet hebt, dan zwicht ik niet. Hoe ouder ik word, hoe starder ik word, omdat ik telkens word bevestigd in mijn gelijk. Het is helemaal niet leuk om heel vaak gelijk te krijgen.’

Nee?
‘Nee, nou, historisch gelijk krijgen is wel leuk. Maar in het begin is het vervelend, als iedereen zegt dat je uit je nek kletst, dat je gewoon recalcitrant bent, dan krijgen mensen een hekel aan je. Ik heb er altijd voor gezorgd dat ik nooit iets gezegd heb wat ik niet waar kon maken. Ik ben nog nóóit betrapt op een onjuistheid.’

Het is zwart of wit bij u.
‘Er is een verschil tussen zwart-witdenken en bij je mening blijven. Ik denk dat ik een genuanceerd mens ben, maar als er rare dingen gebeuren, ga ik daartegenin. Dat zal te maken hebben met mijn opvoeding, mijn ouders waren principiële mensen, zijn flink geweest in de oorlog. Hebben een joods kindje in ons gezin opgenomen, dat uiteindelijk vergast is. Mijn vader is in het concentratiekamp terechtgekomen. Ik ben opgegroeid met de dichotomie van goed en kwaad, en met de woorden van Van Randwijk: Een volk dat voor tirannen zwicht, zal meer dan lijf en goed verliezen, dan dooft het licht.’

Heeft u iets bereikt, met die tien jaar activisme?
‘Absoluut, samen met veel anderen. Je kunt het je nu niet meer voorstellen, maar het was tien jaar geleden not done om met een beschuldigende vinger naar de farmaceutische industrie te wijzen. Nu zitten de farmaceuten in de beklaagdenbank, ze hebben een slechtere reputatie dan straathandelaren in tweedehands auto’s. En er is regelgeving gekomen, de Stichting Code Geneesmiddelenreclame is opgericht, het transparantieregister is gekomen. Niet dat dat zaligmakend is, de farmaceutische industrie heeft het zo goed geregeld dat betalingen door reclamebureaus niet worden gemeld. Je begrijpt wat er gaat gebeuren: de artsen worden via die bureaus betaald. Onderzoeksgelden hoeven ook niet te worden gemeld. Hoogleraren die dat geld krijgen, bewijzen lippendienst en durven zich niet meer uit te spreken over onderwerpen die wellicht gevoelig liggen bij de geldschieter. Zo liggen de kaarten, ze zijn afhankelijk geworden. Maar ik blijf een man van principes. Een beetje principiële levenshouding is niet verkeerd.’



Hans van der Linde (1943)

Voordat Hans van der Linde in 1968 begon met geneeskunde in Rotterdam, studeerde hij werktuigbouwkunde en economie. Hij was vier jaar lang officier bij de luchtmacht. Sinds 1975 is hij huisarts in Capelle aan den IJssel. Daarnaast was hij bestuurlijk actief in tal van medische en maatschappelijke organisaties, zoals de Stichting Trombosedienst en Artsenlaboratorium Rotterdam en het Oranje Fonds. Hij organiseerde nascholingen, zette een nascholingscentrum op, en was van 1995 tot 2002 lid van het College voor Accreditering Huisartsen. Sinds 2002 is hij ‘medisch publicist’ met als aandachtsgebied farmamarketing. Van der Linde is getrouwd, heeft drie kinderen en een pleegkind.



Sophie Broersen, journalist Medisch Contact

s.broersen@medischcontact.nl



Zie ook

 

<b>Download dit artikel (PDF)</b> Overige portretten in deze zomerserie:
griep
  • Sophie Broersen

    Sophie Broersen was journalist bij Medisch Contact van 2008 tot 2021. Na haar studie geneeskunde en huisartsopleiding ging zij als journalist aan de slag. Bij Medisch Contact schreef zij over geneeskunde en zorg in de volle breedte: van wetenschap tot werkvloer, van arts-patiëntrelatie tot zorg over de grens. Samen met de juristen van de KNMG becommentarieerde zij tuchtzaken. Na haar journalistieke carrière is zij in 2021 weer als arts gaan werken.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Piet van Leeuwen

    huisarts, Den Haag

    Altijd huiverig geweest voor mensen die beweren nooit te zijn betrapt op een onjuistheid. Als artsen zoiets beweren begint het helemaal te kriebelen. Hans van der Linde beweerde dit in het Portret in Medisch Contact.
    Hij begaat in ieder geval een onj...uistheid. Hans beweert een van de initiatiefnemers te zijn van de eerste huisartsenpost in Nederland. Dat moet dan wel een preconceptieve bemoeienis zijn geweest want Hans is geboren in 1943. De eerste huisartsenpost in Nederland is opgericht in 1941: de doktersnachtdienst in Den Haag.
    Misschien heeft Hans ook nog wel het wiel uitgevonden. Als dat juist is, krijgt hij een bosje narcissen van mij.

  • Dr. Michel A. Dutrée

    arts n.p., directeur Nefarma

    De kaarten liggen soms even anders dan Van der Linde beweert.

    Het vraaggesprek met Hans van der Linde waarin hij stellig beweert nog nooit ongelijk te hebben gehad, vraagt om een reactie, niet zozeer op zijn mening als wel op onjuistheden.
    1. Ande...rs dan hij zegt, blijkt uit wetenschappelijke onderzoeken (zowel Edelman als Reputation Institute) dat de farmaceutische industrie bij het publiek niet notoir slecht scoort op het punt van reputatie. Vergeleken met andere bedrijfstakken zit de sector in de middenmoot.
    2. Het is niet zo dat bedrijven de inhoud van de artsennascholing kunnen bepalen. Accreditatie-autoriteiten (artsen) en de Inspectie voor de Gezondheidszorg zien toe op naleving van strenge regels met betrekking tot de inhoud.
    3. Van der Linde heeft destijds zelf bij het bedrijfsleven – van farmaceutische industrie tot leveranciers van vloerbedekking – aangedrongen op een financiële bijdrage aan zijn nascholingscentrum in Capelle aan den IJssel.
    4. Oorzaak van de tegenvallende belangstelling voor het nascholingscentrum was niet zozeer de regionale concurrentie vanuit industrie-nascholing, maar het feit dat huisartsen niet bereid bleken vanuit alle delen van het land naar één plaats in Nederland te komen.
    5. Dat het financieel gewin voor huisartsen reden was voor invoering van de landelijke griepvaccinatie is historisch gezien onjuist. De minister besloot op wetenschappelijke gronden (advies van Gezondheidsraad) tot landelijke griepvaccinatie, uit te voeren door GGD’en. Pas daarna hebben de huisartsen de uitvoering naar zich toegetrokken.
    6. Het Transparantieregister over betalingen van bedrijven aan artsen is niet “geregeld door de farmaceutische industrie”, maar een gezamenlijk project van onder meer KNMG, Nefarma en VWS in overleg met de Inspectie voor de Gezondheidszorg.

    “Zo liggen de kaarten”, zegt Van der Linde aan het eind van het artikel. Ik kan niet anders vaststellen dan dat ze soms toch net even anders liggen.

  • W. van der Pol

    ziekenhuisapotheker, Delft

    Betrokkenheid bij accreditatie, certificatie, toetsing (tuchtcollege !) zijn hele nuttige inzichtelijke nascholingsmomenten. Een min of meer verplichte periode voor elke arts. Men wordt er kritisch, en constructief. Inhoudelijke nascholing kan net zo... goed digitaal via Mednet. Voor de gezelligheid en uitwisseling van ervaringen onder collegae, kan men op eigen kosten bijeenkomsten organiseren (firesites, ea.leuke contacten). Vind ik.

  • F.E.A.M. Bussemaker

    neuroloog, HOORN NH

    Met genoegen het interview met Hans van der Linde gelezen.' Wiens woord men spreekt, diens brood men eet' ,
    geldt helaas ook voor vele artsen in hun relatie met de farmaceutische industrie. De wintersportcursussen voor huisartsen en specialisten zijn... daarvan een sprekend voorbeeld. Soort van vakantiegevoel, er even tussenuit na drukke arbeid en 'en passant' nog nascholing ook (!), 'maakt de vogel tam, hij eet uit je hand'. De TV-gretigheid van Osterhaus en Coutinho spreken voor zich.

  • M. de Vries

    Arts, AMSTERDAM

    De rechter verklaart Coutinho en Osterhaus dus semantisch 'integer'. Zó had ik die uitspraak nog niet meegekregen. Dank voor het inspirerende interview!

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.