Laatste nieuws
covid-19

Zó bouw je aan de mentale weerbaarheid van het team

De Senza-methode helpt ingrijpende gebeurtenissen te verwerken

1 reactie
Getty Images
Getty Images

Elk team van zorgverleners krijgt af en toe met indringende ervaringen te maken. In het UMC Groningen wordt een methode gebruikt die alle betrokkenen bij zo’n gebeurtenis ruimte biedt om te reflecteren en te recupereren.

In maart 2020 wachten we in het UMCG op de komst van de eerste coronagolf. De telefoon van de consultatieve dienst psychiatrie gaat: ‘Hoe gaan we om met wat er op ons afkomt?’ Het gaat echter niet over een patiënt, maar over de artsen zélf. Want hoe gaan we om met dit onbekende ziektebeeld, overbelaste teams, angst voor besmetting en bijbehorende mentale druk?

Dit telefoontje was het startsein om in het UMCG een training mentale weerbaarheid voor medisch personeel op te zetten. Want hoewel ingrijpende gebeurtenissen tot de dagelijkse praktijk van veel artsen behoren en er al langer aandacht wordt gevraagd voor het welzijn van artsen, lijken we binnen de artsencultuur nog steeds huiverig om mentale weerbaarheid als vast onderdeel van ons vak te beschouwen.1 Dat kan en moet anders, maar hoe?

Mentale weerbaarheid

Tijdens de SARS-epidemie in 2003 hebben Maunder e.a. belangrijke succesfactoren geïdentificeerd om de mentale weerbaarheid van zorgpersoneel te versterken.2 Ten eerste helpt het om de stressreactie op een ingrijpende gebeurtenis te benaderen als een normale en passende reactie en het daarmee niet te pathologiseren. Je mag veronderstellen dat zorgverleners competent zijn en kunnen aangeven wanneer zij hulp nodig hebben.

Ten tweede blijkt dat collegiale steun verreweg het meest effectief is, dus steun van vertrouwde relaties, zoals het eigen team. Maunder e.a. stelden vast dat zorgverleners na een korte training hun collega’s konden ondersteunen na een ingrijpende gebeurtenis, simpelweg door als eerste uitlaatklep te fungeren, praktische ondersteuning te bieden en sociale connecties te faciliteren. Zij breken daarom een lans voor het trainen van deze competenties en relaties binnen een team. Zowel tijdens, maar vooral ook vóór een crisis plaatsvindt.

Naast de medisch-wetenschappelijke literatuur is de krijgsmacht een belangrijke informatiebron. Ook daar heeft men geregeld te maken met stress als gevolg van ingrijpende gebeurtenissen.3 Defensie hanteert een vast stappenplan om als team met elkaar in gesprek te gaan na een ingrijpende gebeurtenis (zoals te maken krijgen met een bermbom). Op basis van dit stappenplan, informatie van het expertisecentrum van de Militaire Geestelijke Gezondheidszorg (MGGZ), en de bevindingen van Maunder e.a., hebben wij in het UMCG een methode ontwikkeld voor het vergroten van mentale weerbaarheid in teamverband: de Senza-methode.

Steun van vertrouwde relaties, zoals het eigen team, is verreweg het meest effectief

Casus 1: Conflict over aantal bezoekers

Een beginnende aios en twee ic-verpleegkundigen krijgen een hoogoplopend conflict met de familie van een stervende covidpatiënt. Het gaat over het aantal bezoekers dat maximaal bij de patiënt aanwezig mag zijn. Kort na dit incident zet de aios een teamgesprek op volgens de Senza-methode, met de twee verpleegkundigen en de betrokken intensivist.

De aios is hierbij gespreksleider. De teamleden wisselen een voor een hun ervaringen uit. In dit verhaal zijn een aantal stressreacties te herkennen. De aios heeft een verstijvingsreactie bij zichzelf bemerkt, tijdens het conflict en later nogmaals, toen de patiënt overleed. De jongste verpleegkundige kan zich niet goed concentreren en twijfelt aan zijn eigen kunnen (‘ik kan misschien beter een ander vak kiezen’). De senior ic-verpleegkundige merkt dat haar lontje die middag korter is dan normaal. De intensivist voelt zich bezwaard richting het zorgteam, omdat hij verhinderd was en hen in deze situatie niet kon bijstaan.

De groepsleider markeert deze ervaringen als een normale reactie op een stressvolle gebeurtenis en vraagt of ze dit van elkaar herkennen. Dat blijkt zo te zijn – er worden meerdere ervaringen uitgewisseld, wat voor veel overeenstemming en opluchting zorgt. Het zorgteam wisselt uit wat ze die avond willen doen om tot ontspanning te komen. Naar aanleiding van het Senza-gesprek stuurt de jongste ic-verpleegkundige een goede vriend een appje om samen te sporten. Het team spreekt af om de volgende dag aan het begin van de dienst nog even samen te komen om te checken hoe iedereen erbij zit. Het inschakelen van externe nazorg is niet nodig.

Groepsgesprek

Senza staat voor samen starten (S), ervaringen delen (E), normaliseren (N), zelfzorg stimuleren (Z) en afspraken maken (A). Senza is géén medisch-inhoudelijke debriefing, maar heeft het expliciete doel de weerbaarheid voor acute stress na een ingrijpende gebeurtenis te vergroten binnen het volledige zorgteam (dus: medisch specialisten, arts-assistenten, verpleegkundigen, stagairs etc.). Het voordeel van de Senza-methode is dat het zorgteam autonoom en laagdrempelig preventief kan werken omdat er geen externe professional nodig is voor begeleiding. Zodoende kan tevens vroegtijdig worden gesignaleerd wanneer meer zorg nodig is. Senza wordt toegepast in een groepsgesprek van tien tot vijftien minuten, aan de hand van een stappenplan.

Stresssignalen

De eerste stap is het samen starten. Het volledige team dat bij de ingrijpende gebeurtenis betrokken was, komt kort nadien samen. Deelname is vrijwillig; niet meedoen of alleen luisteren mag altijd. Een van de teamleden neemt de rol van gespreksleider op zich – dit kan elk teamlid zijn – en neemt ook deel aan het gesprek. De gesprekleider benoemt kort de komende stappen en benadrukt de vertrouwelijkheid van wat besproken wordt.

Vervolgens deelt iedereen kort de eigen ervaring rondom de gebeurtenis. Hierbij wordt niet doorgevraagd naar onderliggende emoties of details. Alles mág genoemd worden, maar niets móét. Wel toetst de gespreksleider of iedereen het belangrijkste heeft kunnen delen waarbij juist ook aandacht mag zijn voor positieve aspecten. Hierna vat de gespreksleider de door de teamleden benoemde stresssignalen en positieve aspecten samen. Veelvoorkomende voorbeelden van stresssignalen zijn: het idee tekort te schieten, prikkelbaar zijn, hartkloppingen of het hebben van een onwerkelijk gevoel. Qua positieve aspecten wordt vaak waardering voor het teamgevoel genoemd.

De volgende stap, het normaliseren van de stresssignalen, is essentieel: het zijn namelijk normale reacties op een abnormale gebeurtenis. De gespreksleider stimuleert hierover een uitwisseling binnen de groep. De kracht van het normaliseren zit hem namelijk in de onderlinge herkenbaarheid. Er moet wel voor worden gewaakt dat normaliseren geen bagatelliseren wordt. Bij de voorlaatste stap wisselen de team­leden uit welke zelfzorg ze gaan toepassen (bijvoorbeeld: sporten, praten met partner, ontspanningsoefening, serie kijken) en stimuleren elkaar hierin. Ten slotte worden er afspraken gemaakt over steun binnen het team (bijvoorbeeld een buddy voor de volgende dag, check-in bij de start van de dag) en benoemt men de mogelijkheden tot nazorg buiten het team.

Het zijn normale reacties op een abnormale gebeurtenis

Casus 2: Twee suïcides op één avond

Tijdens een avonddienst psychiatrie blijkt in kort tijdsbestek sprake van twee geslaagde suïcides. De ochtend erna wordt gesignaleerd dat veel arts-assistenten betrokken zijn geweest bij de zorg van één of beide patiënten en dat de impact op hen groot is. Diezelfde middag wordt een digitale meeting opgezet aan de hand van de Senza-methode, met negentien arts-assistenten en de opleider psychiatrie.

In totaal twaalf assistenten benoemen kort hun meest prominente gedachten rondom de overleden patiënten. Veelgenoemde stresssignalen zijn gevoelens van schuld of machteloosheid, slecht slapen, gevoelens van onwerkelijkheid/verdoving en het in twijfel trekken van de eigen kunde (‘had ik iets anders moeten doen?’). Het uitwisselen van deze ervaringen zorgt voor veel herkenbaarheid en heeft een normaliserend en validerend effect, zeker als wordt benadrukt dat zo’n reactie passend is na zo’n ingrijpende gebeurtenis.

Er wordt kort stilgestaan welke zelfzorg iedereen tot nu toe heeft toegepast (o.a. lezen, sporten, praten met naasten). Meerdere assistenten halen inspiratie uit de suggesties uit de groep. Er worden afspraken gemaakt over het vervolg. Meerdere arts-assistenten spreken af om nog eens bij elkaar in te checken. Geen van de deelnemers heeft nazorg buiten het team nodig.

Training

Met twee casussen laten we zien hoe Senza kan worden toegepast (zie bovenstaande kaders). In het UMCG is deze methode ten tijde van de covidcrisis aangeboden aan artsen die als reservist zijn ingezet in de covidzorg, aan de medische staf van de longgeneeskunde en aan ic-verpleegkundigen. In de training, die drie uur in beslag neemt, wordt stilgestaan bij de fysiologie van de stressreactie, stresssignalen en hoe deze te herkennen, en manieren van zelfzorg na een stresservaring. Daarnaast komt aan de orde welke ondersteuning in de organisatie beschikbaar is en hoe je daarmee in contact kunt komen (vertrouwenspersoon, bedrijfsmaatschappelijk werk et cetera).

Vervolgens wordt de Senza-methode geïntroduceerd en stapsgewijs op papier doorgenomen. Om de Senza-methode eigen te maken wordt er geoefend met rollenspellen. Deze vorm van simulatieonderwijs is bewezen effectief: de kennis beklijft en deelnemers hebben de gewenste vaardigheden paraat.

De stress-weerbaarheidstraining is gevolgd door 43 artsen die vanuit vrijwel alle afdelingen als reservist zijn ingezet in de covidzorg. Het betrof een brede vertegenwoordiging van veelal beginnende artsen vanuit verscheidene medisch specialismen, van radiologietot chirurgie.

Bij evaluatie beoordeelde de overgrote meerderheid (98%) van de cursisten de totale training, inclusief educatie over stress, als ‘zinvol’ tot ‘zeer zinvol’. Iedereen (100%) vond het oefenen met de Senza-methode met rollenspelen ‘zinvol’ tot ‘zeer zinvol’; meerdere cursisten hadden behoefte aan meer oefentijd. Ook vonden cursisten dat alle artsen aan het begin van hun carrière een dergelijke training zouden moeten krijgen en dat die nuttig kan zijn voor zowel medisch specialisten als andere zorgdisciplines.

Iedereen vond het oefenen met rollenspelen zinvol

Structurele zorg

Never waste a good crisis. Oftewel, als zich een crisis voordoet, moeten de geleerde lessen worden gebruikt om bij een volgende crisis beter voorbereid te zijn. De covidcrisis heeft ons het belang van adequaat stressmanagement laten zien, met als resultaat de Senza-methode en de bijhorende training. Het feit dat de training bottom-up is ontwikkeld vanuit concrete vragen uit het veld – ‘door zorgprofessionals voor zorgprofessionals’ – zien wij als een belangrijke succesfactor.

Zo’n training past binnen elke medische setting waar zich ingrijpende gebeurtenissen voordoen. Vandaar dat er momenteel gewerkt wordt om deze training ook binnen de reguliere ziekenhuiszorg van het UMCG te implementeren. Structurele zorg voor elkaar binnen het team draagt bij aan betere zorg voor zowel medewerkers als patiënten en leidt tot het verbeteren van het voortzettingsvermogen van de organisatie. De Senza-methode is daarom een onmisbare tool die relatief weinig tijd kost en bijdraagt aan mentale weerbaarheid van het gehele zorgteam, binnen en buiten het ziekenhuis. 

Hieronder is het Senza-zakkaartje te lezen (ook te downloaden onderaan de pagina).

De training werd door afdeling psychiatrie met de vertrouwenspersoon voor artsen van het UMCG ontwikkeld. Er werd samengewerkt met de interne arbodienst, medisch psychologen en de geestelijke verzorging. De insteek van de training gebeurde enerzijds vanuit het oogpunt van goede personeelszorg, anderzijds om duurzame inzetbaarheid van medewerkers tijdens de precaire COVID-crisis te waarborgen.

auteurs

Catheleine van Driel, aios psychiatrie, Universitair Centrum Psychiatrie, UMC Groningen

Hidde Kleijer, aios psychiatrie, Universitair Centrum Psychiatrie, UMC Groningen

Gwen Maes, aios psychiatrie, Universitair Centrum Psychiatrie, UMC Groningen

Mascha Linszen, aios psychiatrie, Universitair Centrum Psychiatrie, UMC Groningen

Met dank aan:

Prof. Dr. Jan Roodenburg, vertrouwenspersoon AIOS, ANIOS en Medische Staf UMCG, Hoogleraar oncologische kaakchirurgie em.

Expertisecentrum Militaire Geestelijke Gezondheidszorg, Utrecht, in het bijzonder aan Marieke Langemeyer en Martine Hueting

Dr. Willeke van Zelst - Universitair Centrum Psychiatrie, UCMG, Groningen

Frederike van Marle - interne arbodienst “Arbeid en Gezondheid”, UMCG, Groningen

Dorothé Vessies - Coaching, Wenckebach Instituut, UMCG, Groningen

Gerbrig Versteegen – Medische Psychologie, UMCG, Groningen

contact

cmg.driel@umcg.nl

cc: redactie@medischcontact.nl

Voetnoten

1. Mariska Koster, ‘Arts heeft eenzaam beroep’, Medisch Contact, 15 november 2013, 2450-52.

2. Maunder et al, ‘Applying the Lessons of SARS to Pandemic Influenza An Evidence-based Approach to Mitigating the Stress Experienced by Healthcare Workers’, Can J Public Health, 2008; 99(6): 486-8.

3. Martine Hueting (interview) ‘Wat zorgwit kan leren van legergroen’, IZZ inzicht september 2020, 20-22.

Lees ook
psychiatrie werkdruk covid-19
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.