Laatste nieuws
2 minuten leestijd
Wetenschap

Zin onderzoek prehypertensie betwist

Plaats een reactie

De farmaceutische industrie sponsort de ene na de andere grote trial naar de medicamenteuze behandeling van hypertensie. Zelfs de voorloper daarvan - prehypertensie - blijkt behandelbaar. De zin van deze studies staat echter ter discussie.



In The New England Journal of Medicine van 20 april beschrijft de Trophy-onderzoeksgroep een grote studie naar de preventie van hypertensie. De onderzoekers selecteerden daarvoor ruim 800 proefpersonen met prehypertensie. Deze conditie kenmerkt zich door een bloeddruk van 130 tot 139 mmHg (systolisch) en  een diastolische druk van 89 mmHg of lager, dan wel een systolische druk van minder dan 139 mmHg bij een diastolische druk tussen de 85 en 89 mmHg. Een deel van de proefpersonen kreeg twee jaar lang de angiotensine II-antagonist candesartan (onder andere Atacand) en daarna twee jaar een placebo, tenzij de prehypertensie zich tot echte hypertensie ontwikkelde. De controlegroep kreeg gedurende de gehele periode een placebo en alleen bloeddrukverlagers na het diagnosticeren van hypertensie. Beide groepen werden geïnstrueerd hun levensstijl te veranderen.


Na vier jaar waren er in de placebogroep 240 patiënten met hypertensie en in de behandelde groep 208. Dat is 15 procent minder, berekenen de auteurs. Ze concluderen dat medicamenteuze behandeling van prehypertensie tot de mogelijkheden behoort.



Allemaal waar, aldus commentator Heribert Schunkert. Het is alleen jammer dat de studie nogal wat tekortkomingen kent. Als indicator voor de diagnose hypertensie gold onder meer het gebruik van bloeddrukverlagende middelen. Gemakshalve was het studiemedicijn candesartan daarvan uitgesloten. Anders was aan het licht gekomen dat het totale gebruik van bloeddrukverlagers in de interventiegroep hoger was dan in de controlegroep. Daarnaast werd de diagnose hypertensie gesteld na het middelen van drie bloeddrukmetingen. Logischerwijs waren de uitslagen van de eerste metingen lager bij de proefpersonen uit de interventiegroep die al voor het onderzoek candesartan gebruikten. Hypertensie werd daarmee evenwel niet uitgesloten, maar uitgesteld. Dat blijkt ook uit het feit dat ruim 50 procent van alle proefpersonen - candesartan of niet - hypertensie kreeg. Volgens Schunkert is er onvoldoende reden om af te zien van het standaardadvies bij een licht verhoogde bloeddruk: meer bewegen, gezonder eten en streven naar een gezond gewicht.



De studie naar de medicamenteuze behandeling van prehypertensie is vooralsnog vooral belangrijk voor de producenten van de medicamenten, een euvel waarvan vaker sprake is bij bloeddrukonderzoek. Dat betogen in ieder geval drie onder­zoekers van de universiteit van Washington in The Journal of the American Medical Association van 12 april.



Bij hypertensie zijn antidiuretica het middel van eerste keus. Het vaststellen van de beste tweede keus zou moeten gebeuren door onderlinge vergelijking van bijvoorbeeld ACE-remmers, angiotensine II-antagonisten en calciumkanaalblokkers. Maar dat gebeurt niet. De grote trials positioneren deze middelen liever als eerste keus en vergelijken met een inferieur middel als de bètablokker atenolol. Het publieke belang is daarmee niet gediend, aldus de auteurs. Hooguit dat van de aandeelhouders van farmaceutische bedrijven. << RC



NEJM 2006; 354: 1685-97 en 1742-4, JAMA 2006; 295: 1704-6

Wetenschap
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.