Laatste nieuws

Zestien dagen zijn zestien dagen

Plaats een reactie

Voor overtijdbehandeling is geen vergunning nodig

Wereldwijd sterft elke vijf minuten een vrouw aan de gevolgen van onveilige abortus. De komst van de ‘abortusboot’ maakte de grote nood onder ongewenst zwangere vrouwen in Ierland duidelijk zichtbaar.1 Vooral jonge en weinig bemiddelde vrouwen zijn niet in staat naar Groot-Brittannië te reizen voor een zwangerschapsafbreking. Ondanks massaal aanwezige media waren zij wel bereid daarvoor de boot te bezoeken. Ierse journalisten, artsen en advocaten pikten dit noodsignaal op, waardoor de discussie in Ierland over betere hulpverlening en wetgeving een grote impuls kreeg. Hoewel behandelmogelijkheden ontbraken, werd een belangrijke doelstelling van Women on Waves op deze manier gerealiseerd.

Mifepriston


Nadat de boot was uitgevaren, barstte in Nederland de discussie los over de wel aangevraagde, maar nog niet verleende vergunning. Om de uiterst kleine kans op complicaties van een vacuümcurettage te vermijden, besloot Women on Waves alleen gebruik te maken van de ‘abortuspil’ Mifepriston. Twee dagen na het innemen van deze pil kunnen vrouwen het prostaglandine Misoprostol gebruiken, hetgeen meestal binnen vier uur een spontane abortus veroorzaakt. Ongeveer 97 procent van de vrouwen aborteert hiermee spontaan en compleet, bij 3 procent is alsnog een curettage noodzakelijk in verband met aanhoudend bloedverlies of een incomplete abortus. Op zee uitgedeeld is Mifepriston legaal, omdat in internationale wateren aan boord van een Nederlands schip de Nederlandse wetgeving geldt. Bij complicaties biedt de behandelkamer aan boord mogelijkheden om curettage legaal in de haven uit te voeren; het betreft dan niet verboden post-abortion care.


Mifepriston is in Nederland geregi-streerd voor gebruik tot 49 dagen na de laatste menstruatie (7 weken) en geldt daarmee eigenlijk als overtijdbehandeling. Deze behandeling vindt plaats binnen 16 dagen na het uitblijven van de menstruatie, in totaal dus 44 dagen. Vanaf die termijn geldt vijf dagen bedenktijd, waarmee de registratie-periode van 49 dagen wordt gepasseerd.

Kamervragen

Women on Waves heeft alleen een vergunning aangevraagd voor het gebruik van Mifepriston in deze periode, hoewel zij betwijfelt of de (medicamenteuze) overtijdbehandeling werkelijk vergunningsplichtig is. Volgens minister Borst is dat niet het geval, zo valt te concluderen uit haar antwoord op vragen van het Kamerlid Hermann (GroenLinks).2 De minister stelde dat het aan boord ver-strekken van anticonceptiemiddelen, het plaatsen van spiraaltjes en ook overtijdbehandelingen buiten de Wet afbreking zwangerschap (WAZ) vallen, en dus niet verboden zijn. Tegelijk echter dreigde minister Korthals de betrokken artsen met 4,5 jaar gevangenis wegens het ontbreken van de vergunning. Ook de inspectie, die min of meer gelijktijdig vanaf de boot werd gebeld, liet weten dat overtijdbehandelingen niet waren toegestaan. Met deze tegenstrijdige uitspraken besloot Women on Waves geen overtijdbehandelingen met Mifepriston uit te voeren.


Nog meer verwarring roept de beantwoording door minister Borst van eerdere Kamervragen  over de ‘abortus-pil’ op. Zij meldde dat de pil alleen kan worden toegepast in de periode tussen zeven en dertien weken en niet kan worden gebruikt voor de overtijdbehandeling.3

Interpretatie


De onduidelijkheden rond de overtijdbehandeling lijken te maken te hebben met de interpretatie van twee bepalingen uit het Wetboek van Strafrecht. Artikel 296, lid 1 stelt: ‘Hij die een vrouw een behandeling geeft, terwijl hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat daardoor een zwangerschap kan worden afgebroken, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaar en zes maanden of geldboete van de vierde categorie’. Lid 5 stelt: ‘Het in het eerste lid bedoelde feit is niet strafbaar, indien de behandeling is verricht door een arts in een ziekenhuis of kliniek waarin zodanige behandeling volgens de WAZ mag worden verricht’. Het is dus de vraag of een overtijdbehandeling een zwangerschapsafbreking is, zoals genoemd in lid 1. Tot 1990, zes jaar na het inwerkingtreden van de WAZ, lijkt dit niet het geval te zijn. Zo antwoordde minister Brinkman in 1986 op Kamervragen dat de zogenaamde overtijdbehandeling niet onder de werking van de WAZ valt. In 1987 zei hij dat van een overtijdbehandeling slechts sprake is als deze behandeling plaats heeft voordat de vrouw 16 dagen over tijd is. Volgens de minister was hiermee een duidelijk tijdscriterium gesteld, onafhankelijk van ‘bewijzen’ van zwangerschap, bijvoorbeeld door echografie.

Geen bedenktijd


In 1990 bevestigde de geneeskundig hoofdinspecteur dat de overtijdbehandeling niet onder de WAZ valt en dat dus geen vijf dagen bedenktijd nodig zijn. Tegelijkertijd stelde hij, op basis van een uitspraak van de staatssecretaris, dat er wél een vergunning nodig is.4 Opvallend is de reden die genoemd wordt: het ter beschikking komen van betrouwbare zwangerschapstesten in de dagelijkse praktijk. Eenzelfde wet en toch verschillende uitspraken van een opeenvolgende staatssecretaris en minister: welke waarde kunnen we daaraan hechten? Zestien dagen over tijd blijven juridisch zestien dagen over tijd. Dit is althans de mening van de Hoge Raad, die in 1995 ondubbelzinnig concludeerde dat een overtijdbehandeling niet onder de WAZ valt, en dat de in de WAZ gestelde vereisten niet voor een overtijdbehandeling gelden.5


Inmiddels lijkt ook de beleidsafdeling van het ministerie van VWS het spoor bijster. Een in abortushulpverlening ervaren huisarts die vroeg of hij Mifepriston als overtijdbehandeling mocht voorschrijven, kreeg ondanks herhaald aandringen van de inspecteur twee jaar lang geen antwoord op zijn vraag. Als een vergunning noodzakelijk zou zijn, zou het antwoord toch eenvoudig moeten zijn.

Onzekerheid


Met al deze overwegingen, uitspraken en onduidelijkheden is Women on Waves er niet van overtuigd dat een vergunning voor een (medicamenteuze) overtijd-behandeling nodig is. Toch blijft onzekerheid bestaan over toekomstige interpretaties van het Wetboek van Strafrecht, die gepaard kunnen gaan met juridische processen waarmee de organisatie niet is gebaat. Dat was een reden om toch een vergunning aan te vragen. Bovendien dreigt de uitleg van de wet onder invloed van Kamervragen door leden van de christelijke partijen steeds verder te worden beperkt. Een zorgelijke ontwikkeling, omdat het geruststellen van deze partijen zelfs tot onjuiste informatieverstrekking aan de Kamer lijkt te leiden.


Bij het ter perse gaan van dit nummer is nog niet bekend of de minister bereid is een vergunning te verlenen. Women on Waves realiseert zich dat politiek gezien een positieve beslissing niet aantrekkelijk is voor de minister van VWS en het kabinet, zeker niet in verkiezingstijd. Na de commotie over de pil van Drion is nieuwe commotie over de ‘abortuspil’ en de ‘abortusboot’ mogelijk ongewenst. Ook voor het imago van Nederland in het buitenland, dat het ministerie van Buitenlandse Zaken tracht te verbeteren en waarin abortus naast drugs, prostitutie en euthanasie een rol speelt, is het mogelijk aantrekkelijker om grenzen te stellen aan een liberaal beleid. Women on Waves vreest dan ook voor een politieke negatieve beslissing, ondanks het feit dat zij voldoet aan de eisen van de WAZ. Alle voorwaarden zijn aanwezig om aan deze vereisten te voldoen, zoals kwalitatief goede counseling en daadwerkelijke hulpverlening, zorg bij complicaties, nazorg, dossier-vorming en registratie. Omdat deze wet geschreven is voor een kliniek op het land en niet ter zee en omdat de ‘abortuspil’ destijds nog niet bestond, zullen echter altijd juridische argumenten voor afwijzing zijn te vinden.


Hopelijk is Women on Waves te pessimistisch en wordt de vergunning op objectieve criteria verleend, waarbij rekening wordt gehouden met de te bieden kwaliteit van zorg. Het gaat hier om ervaren hulpverleners uit een land dat nog steeds zegt trots te zijn op goede reproductieve zorg en dat een lange traditie kent van abortushulpverlening aan buitenlandse vrouwen. 

mw. dr. G. Kleiverda,


 


gynaecoloog

mw. drs. R. Gomperts,

abortusarts


Correspondentieadres:

kleiverd@xs4all.nlR

eferenties
1. Kleiverda G. Golven rond de abortusboot. Medisch Contact 2001; 56: 1059.  2. Tweede Kamer Vragenuur 12 juni 2001, TK 85 85-5377.  3. Tweede Kamer Vragenuur 25 januari 2000, TK 40 40-3024.  4. Brief GHI, 28 november 1990.  5. Hoge Raad 16 juni 1995, NJ 1997, 131.

gevangenschap
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.