Laatste nieuws
Gert van Dijk
7 minuten leestijd
euthanasie

Wetsvoorstel Uit Vrije Wil kent belangrijke problemen

Plaats een reactie

Stervenshulp aan ouderen onder huidige wet al mogelijk


Op 16 maart presenteerde de initiatiefgroep Uit Vrije Wil het wetsvoorstel ‘stervenshulp aan ouderen’. Dit wetsvoorstel is bedoeld om ouderen hulp bij zelfdoding te geven als zij hun leven ‘voltooid’ achten.

Het voorstel lijkt erg op de huidige euthanasiewet, inclusief de toetsing vooraf door een onafhankelijk consulent en toetsing achteraf door een toetsingscommissie. Belangrijkste verschil is dat er geen uitzichtloos en ondraaglijk lijden hoeft te bestaan en ook het criterium van het bestaan van alternatieven is verdwenen. Verder is de hulp alleen bedoeld voor mensen van 70 jaar en ouder, omdat zij hun ‘brevet van leven’ verdiend zouden hebben.

In het wetsvoorstel wordt verder een nieuwe beroepsgroep geïntroduceerd, de ‘stervenshulpverlener’. Deze hulpverlener, die geen arts hoeft te zijn, beoordeelt de belangrijkste zorgvuldigheidscriteria: een vrijwillig, duurzaam en weloverwogen verzoek. Als de stervenshulpverlener concludeert dat hieraan is voldaan, krijgt een arts de opdracht om een recept uit te schrijven voor een dodelijk middel. Dit middel wordt vervolgens aan de patiënt overhandigd door de stervenshulpverlener – die dus geen medicus hoeft te zijn. Wat er gebeurt als de hulp bij zelfdoding mislukt, wat regelmatig gebeurt, vermeldt het wetsvoorstel niet. Waar in de huidige euthanasiewet artsen dus een toetsende en uitvoerende rol innemen, zijn zij in het nieuwe voorstel gereduceerd tot voorschrijver van dodelijke middelen, als sluitstuk van een door anderen doorlopen procedure.


Botsing met huidige euthanasiewet
Aan het wetsvoorstel kleven belangrijke problemen. Allereerst valt niet goed te begrijpen waarom de weloverwogen wens van een oudere wel hulp bij zelfdoding zou kunnen rechtvaardigen, en die van een jonger iemand niet. Als het gaat om het ‘brevet van leven’, waarom zou dan niet op individuele basis beoordeeld kunnen worden of iemand dit ‘verdiend’ heeft? Daarmee zou de hulp immers ook toegankelijk worden voor jongeren. Initiatiefnemer Dick Swaab gaf tijdens een symposium over dit onderwerp toe dat de grens van 70 jaar arbitrair is en alleen bedoeld ‘om een kans te maken op een meerderheid in het parlement’.1
Een tweede probleem is dat de nieuwe wet niet goed lijkt te kunnen bestaan naast de huidige euthanasiewet. Ouderen, zo stelt het wetsvoorstel, mogen zelf kiezen op welke wet zij een beroep doen. Wie onder de huidige euthanasiewet door een arts wordt afgewezen, kan daarna ‘alsnog een beroep doen op de andere wet’. Als een arts onder de euthanasiewet dus vaststelt dat niet is voldaan aan het criterium van ondraaglijk lijden, dan kan de patiënt vervolgens een beroep doen op de stervenshulpverlener, die zich van dat criterium niets hoeft aan te trekken. Maar waarom zou een arts dan nog het lijden beoordelen en zichzelf daarmee blootstellen aan vervolging? Op dit moment is ruim 60 procent van de mensen die euthanasie krijgen al ouder dan 70 jaar. Als er twee routes naar de dood ontstaan, zullen patiënten en artsen altijd kiezen voor de makkelijke weg. Wie naast een bewaakt toegangshek een gat in het hek knipt, kan verwachten dat mensen daarvan gebruik zullen maken, ook als ze een pasje hebben voor het toegangshek. Het nieuwe voorstel zet dan ook de bijl aan de wortel van de huidige, zorgvuldige en transparante euthanasiepraktijk.


Doelgroep onduidelijk
Dat zou misschien nog niet zo erg zijn, als duidelijk was voor wie het wetsvoorstel precies bedoeld is. De leden van de initiatiefgroep zijn namelijk niet de mensen die een actuele doodswens hebben. Van de mensen die daadwerkelijk op dit moment willen sterven, weten we eigenlijk heel weinig. Het is bekend dat jaarlijks circa 200 mensen van boven de 70 zelfdoding plegen. Risicogroepen zijn weduwnaars, gescheiden mannen, mensen met alcoholproblematiek en mensen met psychische problemen. Het is onbekend welk deel van deze mensen daadwerkelijk weloverwogen een ‘balanssuïcide’ pleegt, maar de cijfers suggereren dat dit maar een klein deel is. Heel vaak is er bij een suïcide(poging) sprake van een depressie, sociaal isolement, wanhoop of een impuls. De oudere die gezond is en soeverein, alles overziend, tot de conclusie komt dat het leven voltooid is zou wel eens een literaire mythe kunnen zijn. Het is dringend noodzakelijk dat meer onderzoek wordt gedaan naar de groep ouderen waarop de initiatiefgroep zich zegt te richten. Hoeveel ouderen hebben inderdaad een weloverwogen doodswens? Waarom willen zij niet verder leven? Krijgen zij wel goede zorg? Zijn deze mensen op een andere manier te helpen dan met de dood?

De initiatiefgroep geeft op hun website een aantal voorbeelden van mensen die voor deze hulp in aanmerking zouden komen. Het gaat om oudere mensen, die als gevolg van toenemende lichamelijke aftakeling hun leefwereld zien inkrimpen, hun zelfstandigheid verliezen en als gevolg daarvan tot de conclusie komen dat hun leven voltooid is. Volgens de initiatiefgroep is euthanasie dan verboden. Maar de toetsingscommissie euthanasie ziet regelmatig meldingen van euthanasie in dergelijke gevallen. Al deze gevallen zijn tot nu toe als zorgvuldig beoordeeld, omdat steeds sprake was van medische klachten zoals doofheid, blindheid en bedlegerigheid. Ook de KNMG erkent in haar recente conceptstandpunt dat ‘functieverlies, eenzaamheid, ontluistering, verlies van waardigheid en autonomie dimensies van lijden kunnen zijn die verdisconteerd mogen worden in de beoordeling door artsen van een verzoek om euthanasie’. De voorbeelden die de initiatiefgroep noemt op haar website, vallen dan ook gewoon onder de huidige euthanasiewet.


Een recht op hulp?
Eveneens moeilijk te begrijpen is het gemak waarmee de initiatiefgroep een beroep doet op anderen hen te helpen bij het zelfgekozen levenseinde. Uit de wens om een waardig levenseinde te bewerkstelligen volgt direct de eis dat anderen daarbij moeten helpen. Maar zelfbeschikking betekent in dit kader dat mensen zelf een einde aan hun leven mogen maken. Dat is iets anders dan zeggen dat mensen recht hebben op hulp bij het invullen van de wensen die zij hebben ten aanzien van hun eigen levenseinde. Mensen hebben het recht om een pelgrimstocht naar Lourdes of Mekka te maken, maar de samenleving heeft geen plicht ervoor te zorgen dat er tickets of reisleiders zijn. Het recht op zelfbeschikking impliceert geen recht op hulp om alles wat uit die zelfbeschikking voortkomt mogelijk te maken.


Eigen verantwoordelijkheid
Een van de leden van de initiatiefgroep stelde in de Tweede Kamer dat ‘Veel ouderen van u [parlementariërs] afhankelijk zijn om waardig te kunnen sterven’. Kennelijk meent de initiatiefgroep dat mensen alleen waardig kunnen sterven als zij daarbij worden geholpen door een arts of een stervenshulpverlener. Dat is aantoonbaar onjuist. Psychiater Chabot heeft laten zien dat jaarlijks enkele duizenden mensen ervoor kiezen bewust te stoppen met eten en drinken. Nabestaanden stellen in driekwart van die gevallen dat de overledene een waardig levenseinde heeft gehad. In veel van de overige gevallen had de patiënt zich onvoldoende voorbereid of was geen goede palliatieve zorg geboden. Ook bij de recentelijk in het nieuws gekomen heliummethode is geen hulp van derden nodig en lijkt een waardig levenseinde mogelijk. Ouderen hebben, veelal zonder het te weten, hun ‘pil van Drion’ dus al lang in huis, of kunnen die eenvoudig bestellen via internet. De initiatiefgroep verwart ‘waardig’ met ‘makkelijk’ en stapt te makkelijk heen over het feit dat mensen ten aanzien van hun eigen levenseinde ook een eigen verantwoordelijkheid hebben.
Een hieraan gekoppeld punt is het feit dat de initiatiefgroep enerzijds stelt het zelfbeschikkingsrecht centraal te stellen, en tegelijkertijd een procedure ontwerpt waarin het uitoefenen van dat recht allerminst gegarandeerd is. Ook de voorgestelde stervenshulpverleners zullen immers mensen afwijzen omdat het verzoek niet weloverwogen, duurzaam of vrijwillig is. Dit zijn immers subjectieve begrippen, en de verschillende stervenshulpverleners zullen die begrippen op verschillende wijze invullen, zoals artsen dat nu ook doen bij het begrip ondraaglijk lijden. Wie grenzen trekt, creëert grensgevallen en mensen die buiten die grenzen vallen. Ook in de nieuwe route zullen mensen dus nog steeds niet de zekerheid hebben waarnaar zij verlangen.


Afgewezen verzoeken
Maar zijn er dan helemaal geen problemen? Zeker zijn die er wel. Het is waar dat verzoeken om euthanasie soms worden afgewezen, terwijl de patiënt wel aan de zorgvuldigheidseisen voldoet. Hoe vaak dat gebeurt is overigens niet bekend. Ook is het waar dat artsen terughoudend zijn bij verzoeken om euthanasie als er geen ernstige medische klachten zijn, zoals pijn of benauwdheid. Dat is niet alleen omdat artsen bevreesd zijn voor juridische procedures, maar ook omdat het in dergelijke gevallen moeilijk is om vast te stellen of er geen andere mogelijkheden zijn dan de dood. Zou dat voor stervenshulpverleners anders zijn? Het laten sterven van een kankerpatiënt in de laatste fase is emotioneel ook van een andere orde dan euthanasie bij iemand die nog een levensverwachting heeft van een aantal jaren.
Toch is het van belang dat de beroepsgroep op zoek gaat naar mogelijkheden om meer rechtszekerheid aan de patiënt met een doodswens te bieden. Een wetswijziging lijkt daarvoor echter niet nodig. Maar zelfs als we deze problemen zouden kunnen oplossen – en dat is niet eenvoudig – dan nog kan aan niemand de garantie worden gegeven dat euthanasie wordt uitgevoerd als daarom wordt verzocht. Wie zich vrijwillig overgeeft aan toetsing door anderen, riskeert het nou eenmaal door die ander te worden afgewezen. Wie zekerheid wil omtrent het eigen levenseinde, zal daarom toch echt tijdig zelf maatregelen moeten treffen.  



Gert van Dijk
ethicus bij het Erasmus MC

Correspondentieadres: g.vandijk.2@erasmusmc.nl; c.c.: redactie@medischcontact.nl

Geen belangenverstrengeling gemeld


Voetnoot
1. Dick Swaab tijdens bijeenkomst over voltooid leven in de Rode Hoed te Amsterdam


Samenvatting:
- Het wetsvoorstel van de initiatiefgroep Uit Vrije Wil kent belangrijke problemen.
- Het voorstel stapt te makkelijk heen over de eigen verantwoordelijkheid van mensen.
- De voorbeelden die de initiatiefgroep noemt, vallen onder de huidige euthanasiewet.
- Waardig sterven is ook mogelijk zonder hulp van anderen.
- Er dient meer onderzoek te komen naar het lijden van ouderen met een doodswens.

Zie ook het dossier Klaar met leven

beeld: Thinkstock/MC
beeld: Thinkstock/MC
beeld: Thinkstock/MC
beeld: Thinkstock/MC
Eerdere artikelen van Gert van Dijk:
euthanasie ouderen
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.