Wetsovertreding bij praktijkondersteuning

Eenderde van de praktijkondersteuners schrijft recepten uit zonder dat de huisarts het voorschrift ziet. Dit blijkt uit een enquête van het UMC Groningen. De onderzoeksresultaten zijn deze week gepubliceerd in Huisarts en Wetenschap.

Prof. Betty Meyboom-de Jong en haar collega’s onderzochten de werkzaamheden op het gebied van diabetes mellitus type II van de meer dan duizend praktijkondersteuners (POH’s) die in de huisartsenpraktijken werkzaam zijn. 416 POH’s beantwoordden hiertoe 72 vragen via een internetenquête.

Iets meer dan de helft van de geënquêteerden geeft aan patiënten in te stellen op insuline. Iets minder dan de helft past zelfstandig de insulinedosering aan. Hoewel de meeste POH’s weten dat het wettelijk niet is toegestaan recepten uit te schrijven, weet 21 procent niet dat dit ook geldt voor het aanpassen van medicatie. Tweederde van de ondervraagden schrijft eigenhandig nieuwe medicatie uit. Iets meer dan 40 procent neemt hierbij wel eens zelf het initiatief. Bij iets minder dan een kwart van de POH’s ziet de arts het recept helemaal niet, ook niet achteraf. Bij 10 procent is de controle van de arts een formaliteit.

De onderzoekers noemen het opvallend dat POH’s die voorheen doktersassistente waren, vaker recepten uitschrijven dan de tot POH omgeschoolde verpleegkundigen - een groep die vaker protocollair werkt (96 versus 88 procent). De auteurs wijzen erop dat de voor­malige doktersassistentes kwetsbaar zijn omdat ze niet onder de Wet BIG vallen. Bovendien heeft 16 procent van deze POH’s niet de tweejarige opleiding gevolgd die voor hen is bedoeld.

Meer dan de helft van de POH’s geeft aan dat de huisarts de diabetespatiënten niet meer jaarlijks ziet. Meyboom-de Jong c.s. vinden dat opvallend en waarschuwen ervoor dat de huisarts ervaring met diabetespatiënten niet mag verliezen. << EJP