Laatste nieuws
7 minuten leestijd
huisartsgeneeskunde

Werkdruk huisartsen is riskant hoog

1 reactie

functioneren

Onderzoek naar risicofactoren van langdurige stress bij huisartsen

Huisartsen doen hun werk met plezier en dan vooral de zorg voor patiënten. Maar ze ervaren ook veel stress. Administratieve handelingen, ANW-diensten en hoge tijdsdruk zijn de belangrijkste oorzaken van langdurige stress.

Een toename van burn-outklachten onder met name vrouwelijke en jonge huisartsen was voor arbeidsongeschiktheidsverzekeraar Movir aanleiding om een landelijk onderzoek te starten. Huisartsen werken, voordat zij uitvallen, heel lang (soms te lang) met stressklachten door. Achteraf blijkt vaak dat mensen in de directe nabijheid dit al hadden zien aankomen. Door dit onderzoek willen we achterhalen waardoor die toename wordt veroorzaakt en aanknopingspunten vinden om arbeidsongeschiktheid te voorkomen.

Het onderzoek richt zich op arbeidstevredenheid en werkdruk onder huisartsen. Daarbij komen factoren aan bod die van invloed zijn op de werkdruk en maatregelen die huisartsen nemen om overspannenheid en burn-out te voorkomen. Ook is naar de rol van de partner, collega’s, praktijkmedewerkers en beroepsorganisaties gekeken.

In samenwerking met adviesbureau LSJ Medisch Projectbureau is een enquête opgesteld die is verzonden naar 3000 huisartsen; de respons was 20 procent.

Tevredenheid en werkdruk
De uitkomsten van de enquête zijn opvallend. Huisartsen zijn erg tevreden over hun werk; ze waarderen dit met gemiddeld een 7,6 (op een schaal van 1-10). Ruim 60 procent geeft als tevredenheidscore zelfs een 8 of hoger. Anderzijds ervaren veel huisartsen een hoge werkdruk; 61 procent scoort op een tienpuntsschaal een 8 of hoger; 25 procent zelfs een 9 of 10 (zie figuur 1).

Er is nauwelijks een verband tussen de ervaren werkdruk en de arbeidstevredenheid. Een hoge werkdruk leidt niet vanzelfsprekend tot een lage tevredenheid. Het aantal jaren werkervaring is wel van invloed op de arbeidstevredenheid: hoe langer in het vak, hoe groter de kans op arbeidsontevredenheid.

We vonden ook een relatie tussen de ervaren werkdruk en het aantal werkdagen per week: hoe meer dagen per week werkzaam, hoe hoger de werkdruk. Ook de setting is van invloed: waarnemers ervaren een lagere werkdruk dan praktijkhouders en huisartsen in loondienst/hidha’s.

Gemiddeld werken huisartsen vier dagen per week. Slechts een derde van hen werkt fulltime. Toch bedraagt de gemiddelde werkweek maar liefst 48 uur. Huisartsen die vijf dagen per week werken, rapporteren een gemiddelde werkweek van ruim 58 uur. Hoe minder dagen per week de huisarts werkt, hoe langere dagen hij maakt. Huisartsen die twee dagen per week werken, rapporteren een gemiddelde ‘werkdag’ van 13,5 uur.

Langdurige stress
Huisartsen noemen als de belangrijkste oorzaken van langdurige stress: administratieve handelingen (67%), ANW-diensten (44%) en te weinig tijd per patiënt (43%).

Van de huisartsen ziet 80 procent signalen van langdurige stress bij collega’s en ruim 70 procent ziet deze signalen bij zichzelf. Bijna 15 procent van de huisartsen zegt zelf wel eens burn-out te zijn geweest. Van de beginnende huisartsen (<40 jaar) is 10 procent burn-out of overspannen geweest. De signalen die huisartsen opmerken bij collega’s met langdurige stressklachten staan in figuur 2 (zie blz. 2448).

Van de huisartsen die signalen van langdurige stress bij een collega zien, doet twee derde er daadwerkelijk wat mee, maar bijna een derde niet. Vrouwelijke huisartsen handelen vaker op basis van dergelijke signalen dan hun mannelijke collega’s. Overwegingen om niet te handelen bij het signaleren van dreigende problemen bij een collega zijn:

1. niet direct betrokken zijn, te ver afstaan van de collega (21%);

2. interne/persoonlijke motieven: barrière ervaren, onmacht, angst voor confrontatie (16%);

3. eigen verantwoordelijkheid van collega (‘is niet mijn taak’)(14%).

Moeilijk bespreekbaar
Negen van de tien huisartsen die bij zichzelf signalen van burn-out zien, bespreken dit met de partner, acht van de tien met een goede vriend en zeven van de tien met een collega uit de praktijk. 70 procent van de huisartsen overweegt bij signalen van overspannenheid professionele hulp in te roepen door een psycholoog, de eigen huisarts of de arbeidsongeschiktheidsverzekeraar te raadplegen. Een kwart van de huisartsen zegt zeker geen beroep te doen op externe hulp(verlening).

Ruim de helft van de huisartsen vindt dat het onderwerp ‘burn-out’ onder huisartsen moeilijk bespreekbaar is. Beginnende huisartsen en vrouwelijke huisartsen bespreken hun (on)tevredenheid over het werk in intercollegiaal overleg significant vaker dan oudere huisartsen.

Opvallend is dat een derde van de huisartsen verwacht en 12 procent aangeeft zeker door te gaan met het werk als zij bij zichzelf signalen van overspannenheid zouden zien.

Een kwart van de huisartsen denkt niet periodiek na over het eigen functioneren en de mate van arbeidstevredenheid. Voor hen is daar alleen aanleiding voor als zij signalen ontvangen van anderen.

Van de respondenten vindt ruim 70 procent dat de praktijkmedewerkers een rol hebben in het signaleren van het overbelast raken van de huisarts. Bij het beschrijven van die rol zegt het overgrote deel van de huisartsen dat dit een signalerende rol is door hen te attenderen en aan te spreken op de problemen die (zijn) ontstaan. Praktijkmedewerkers hebben de mogelijkheid om te reflecteren op het dagelijks handelen, doordat zij direct betrokken zijn. Toch zegt ruim 20 procent van de respondenten dat er voor praktijkmedewerkers geen signalerende rol is weggelegd. Hierbij wordt als belangrijkste reden gegeven de bestaande gezagsverhouding (werkgever-werknemer).

Waardering
Om gezond te kunnen blijven werken, is een goede balans tussen inzet en waardering belangrijk. Waardering van anderen is daarbij een positieve prikkel. Een van de onderzoeksvragen was: van wie ervaren de huisartsen de meeste waardering (zie tabel 1)?

Ook is gevraagd welke aspecten de huisartsen energie geven of juist energie kosten. De belangrijkste factoren die energie geven zijn de patiëntenzorg, het zelf kunnen beslissen en de samenwerking met collega’s. De ANW-diensten, de financiële kanten van de praktijkvoering en de managementtaken kosten daarentegen juist energie.

Een kleine meerderheid van de respondenten ziet een rol weggelegd voor beroepsorganisaties (LHV, NHG, KNMG) in het voorkómen van langdurige stress. Het overgrote deel van hen verwacht een adequate belangenbehartiging waarbij het takenpakket en de werklast goed worden afgebakend. Ook is er behoefte aan voorlichting, de mogelijkheid zaken bespreekbaar te maken en aan preventieprogramma’s. Opvallend is dat mannen vaker dan vrouwen een rol zien weggelegd voor de beroepsorganisaties (64% van de mannen tegenover 42% van de vrouwen). Ook leeftijd is van invloed; slechts één op de drie huisartsen in de jongste leeftijdscategorie (t/m 35) ziet een rol voor beroepsorganisaties. Van huisartsen boven de 45 jaar ziet een ruime meerderheid een rol voor beroepsorganisaties.

Risicogroep
De enquête laat weinig significante verschillen zien tussen de antwoorden van mannen en vrouwen. Wel bespreken vrouwelijke huisartsen het eigen functioneren vaker met collega’s. Ook ondernemen zij wat vaker actie als zij signalen van overspannenheid bij collega’s zien.

Het onderzoek lijkt te bevestigen dat vooral de oudere, mannelijke huisarts te lang doorwerkt bij signalen van een dreigende burn-out, zonder daarbij stil te staan en/of professionele hulp in te roepen.

De huisarts is zeer tevreden over het vak maar heeft ook te maken met een hoge werkdruk. Vanwege deze hoge werkdruk en het in de literatuur vaak genoemde verband tussen werkdruk en burn-out zijn huisartsen een risicogroep voor het ontwikkelen van burn-out. Er is geen specifieke groep huisartsen met een extra verhoogd risico op overspannenheid of burn-out.

We zien vooral belemmeringen bij huisartsen om stresssignalen goed te interpreteren en hierop adequaat actie te ondernemen omdat ze zich verantwoordelijk voelen naar collega’s en patiënten. Daarnaast is het gevoel van falen en van zwakte een grote belemmering. Slechts weinigen schakelen professionele hulpverlening in.

De uitkomsten van het onderzoek zijn op bepaalde onderdelen zorgelijk te noemen. De hoge ervaren werkdruk en de signalen van stress zijn voor Movir reden het onderzoeksrapport onder de aandacht te brengen van alle huisartsen en stakeholders. Het is een goede aanleiding voor de waarneemgroep of het samenwerkingsverband de bevindingen van dit onderzoek op de agenda te zetten. Het onderwerp werkdruk en het bespreekbaar maken van signalen van werkstress en burn-out is nog teveel een taboe. Dat wil Movir in eerste instantie doorbreken door het rapport breed te verspreiden. Het onderzoek bevat voldoende aanknopingspunten om te betrekken bij de discussie over het takenpakket van de huisarts. Movir gaat deze bevindingen delen met de stakeholders zodat we samen kunnen werken aan een gezonde toekomst voor de huisarts.


Duco Duchatteau, partner LSJ Medisch Projectbureau

Frits Schmidt, medisch adviseur en hoofd Medisch Advies arbeidsongeschiktheidsverzekeraar Movir

Correspondentieadres: duchatteau@lsj.nl; c.c.: redactie@medischcontact.nl

 

Geen belangenverstrengeling gemeld.



Lees ook


Werkdruk huisartsen is riskant hoog
<b>Download dit artikel (PDF)</b>
werk huisartsgeneeskunde ouderen ANW-diensten burn-out
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Joachim Knap

    huisarts,

    BURN OUT BIJ HUISARTSEN: DE OPLOSSING: KLEINERE PARKTIJKEN.

    In november 2012 verscheen een verslag van een enquete van MOVIR onder huisartsen over burn out. De uitslagen liegen er niet om: 15 % van de respondenten is wel eens burn out geweest; 70%... heeft wel eens burn out verschijnselen, en 80% ziet burn out verschijnselen bij collega's! Ik werd bijna onwel toen ik het las, en ik heb die verschijnselen, ook recent, bij collega's gezien.
    De oorzaken van burn out bij huisartsen zijn bekend: te drukke en te lange dagen; het MOVIR verslag liegt er niet om: werkdagen van 12 uur zijn eerder regel dan uitzondering! en daar komen de diensten dan nog bij. En waarom die dagen zo druk en lang zijn is ook bekend. Ik herhaal de belangrijkste reden: de enorme toename aan administratieve handelingen, zoals: alles moet ICPC gecodeerd, alle medicatie overzichten moeten up to date zijn, de ketenzorg moet goed geregistreerd zijn, de episodelijsten moeten kloppen, het EPD, de financiële afhandeling ; allemaal belangrijke en nuttige zaken, maar ze slurpen tijd!
    Toch zijn de meeste huisartsen erg tevreden met hun werk; hoe kan dat? Ik denk door de goede contacten met patiënten, daar gaat het immers allemaal om, en door een goede werksfeer: werk met prettige collega's, goede assistentes en POH's etc. is goud waard.

    De oplossing van de (veel) te hoge werkdruk en dreigende burn out is niet te halen uit kortere efficiëntere patiënten contacten; in tegendeel zelfs: neem ruim de tijd voor ze. De oplossing is ook niet te halen uit minder administratieve handelingen: die zijn essentieel voor een goede en verantwoorde praktijkvoering.

    De oplossing van burn out en overspanning die genoemd worden zijn het erover praten, bezinning etc, terecht natuurlijk, maar de enig juiste oplossing , en tevens de preventie van burn out is meer tijd; en die is niet te halen uit minder administratie en kortere patiëntencontacten, maar alleen maar uit minder patiënten per huisarts.
    De normpraktijk moet terug naar 2000, en in achterstandswijken naar 1800, of zelfs nog minder; dat kost dus meer huisartsen en dus meer geld; maar dat betaalt zich onmiddellijk terug in tot wel 80% ontspannener huisartsen, die dus beter werken, minder fouten maken, minder verwijzen enzovoort.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.