Weinig buitenlandse studenten bij studies gezondheidszorg

De studie geneeskunde ligt nog verder onder het gemiddelde, laat Nuffic-woordvoerder Anne Lutgerink weten. De numerus fixus en het feit dat de studie meestal in het Nederlands is, trekt weinig buitenlandse studenten aan. Daarnaast geeft een Nederlands artsendiploma niet altijd probleemloos toegang tot de arbeidsmarkt in een ander land.

Dat blijkt uit cijfers over studentenmobiliteit van de Nederlandse organisatie voor internationalisering in onderwijs Nuffic.

Bij studies in de gezondheidszorg komt meer dan de helft van de circa vijfentwintighonderd buitenlandse studenten uit Duitsland. België en Noorwegen staan op de tweede en derde plaats, gevolgd door Italië en het Verenigd Koninkrijk, zo blijkt uit de Nuffic-gegevens.

In Groningen starten jaarlijks 410 studenten met geneeskunde. De studie bestaat daar uit vier profielen: duurzame zorg, intramurale zorg, global health en molecular medicine, laat persvoorlichter Joost Wessels weten. ‘De laatste twee zijn Engelstalig en aan die profielen beginnen 200 studenten. Van die 200 zijn er ongeveer zeventig uit het buitenland afkomstig van soms wel twintig verschillende nationaliteiten. Deze studenten worden op dezelfde manier geselecteerd als de Nederlandse studenten en vallen dus binnen de numerus fixus.’ Bij de Nederlandstalige profielen duurzame zorg en intramurale zorg in Groningen zijn geen buitenlandse studenten. Daarnaast zijn er nog ongeveer dertig geneeskundestudenten uit Saudi Arabië, die door intergouvernementele afspraken buiten de numerus fixus vallen. Ook in Maastricht zijn Saudische geneeskundestudenten.

Volgens Lutgerink van het Nuffic is internationalisering goed voor de economie en voor de Nederlandse studenten, die daardoor in contact komen met andere culturen en gewoonten. Daarnaast kunnen tekorten op de arbeidsmarkt worden aangevuld. Lutgerink wijst als voorbeeld op het Techniekpact waarin onder andere is afgesproken om buitenlandse studenten van technische studies al tijdens hun master te benaderen om ze te behouden voor de Nederlandse arbeidsmarkt.