Laatste nieuws

'We moeten de vicieuze cirkel van ziekte en armoe doorbreken

Plaats een reactie

Jeffrey Sachs over medicijnen voor de Derde Wereld



Arme landen kunnen zich economisch niet goed ontwikkelen, omdat ze gebukt gaan onder een grote ziektelast. Bestaande vaccins goedkoper maken zou al helpen. Daarnaast moeten de farmaceutische bedrijven volop inzetten op onderzoek en ontwikkeling van nieuwe medicijnen tegen ziekten als malaria en aids. Hoe ze zover te krijgen? Harvard-econoom Jeffrey Sachs heeft een plan.

Jeffrey Sachs is eigenlijk een dokter, een economische dokter. Hij heeft tal van  economisch ‘zieke’ landen weer op de been geholpen. Dat deed hij in Latijns-Amerika, in Oost-Europa en Rusland en in Afrika. Maar deze directeur van het Centre for International Development van de Harvard Universiteit richt zijn aandacht sedert enige tijd op het verband tussen de kwaliteit van de gezondheidszorg en de economische ontwikkeling, vooral in de armste landen. Landen die vrijwel uitsluitend te vinden zijn in de ‘tropische zone’.

Steeds verder achterop


De enige andere zone die de wereld kent is volgens Sachs ‘de gematigde’. Met dat typisch Amerikaanse gevoel voor sweeping statements legt hij uit: ‘Wie in de gematigde zone leeft, is rijk of herstelt zich van de gevolgen van het communisme. Die rijkdom hangt samen met een goede volksgezondheid. En dat laatste houdt weer verband met het beste preventieve medicijn dat ooit is uitgevonden: de winter.’


Tal van economen en beleidsmakers zien volgens hem onvoldoende in dat een goede gezondheidszorg in de Derde Wereld niet alleen een puur humane kwestie is, maar ook bepalend is voor de economische toestand van deze landen. Mondiaal, zo schat de wereldgezondheidsorganisatie WHO, wordt weliswaar meer dan 56 miljard dollar per jaar uitgegeven aan medisch onderzoek, maar minder dan 10 procent daarvan heeft betrekking op ziekten waar 90 procent van de wereldbevolking onder te lijden heeft.


Sachs: ‘De rijke landen maken een ongekende economische boom door, terwijl de armste landen steeds verder achteropraken. Het IMF (Internationaal Monetair Fonds) en de Wereldbank beschouwen good gouvernment en goed economisch beleid als de remedie. Ik krijg steeds meer het gevoel dat dit IMF-beleid neerkomt op de bekende grap van de dronkaard die zijn sleutels kwijt is en in het licht van de straatlantaarn naar ze op zoek is. Op de vraag waarom hij niet op andere plaatsen zoekt, luidt het antwoord: “Daar is het donker, en hier is het licht.” Ik bedoel: wie beter kijkt, ziet dat het gaat om een crisis in de volksgezondheid en in de landbouwproductiviteit. Die crises zijn op zijn minst evenzeer de oorzaak van de economische stilstand, als het gevolg ervan.


‘Landen die gebukt gaan onder een hoge prevalentie van ernstige infectieziekten, of het nu gaat om malaria of om de ongelooflijke aids-epidemie in Afrika (95 procent van alle HIV-infecties komt voor rekening van de Derde Wereld, red.), kunnen domweg niet economisch groeien. Buitenlandse bedrijven investeren niet in landen waar ze voor elke job drie mensen moeten aannemen simpelweg omdat er twee zullen sterven aan aids. Een genadeloze vicieuze cirkel is het gevolg: deze landen worden ten gevolge van de gezondheidscrisis armer en armer, terwijl de economische achteruitgang de gezondheidscrisis weer in de kaart speelt. Dat moeten we doorbreken. En dat zal niet gaan door alleen een paar macro-economische knoppen om te draaien. Een vaccin tegen malaria is meer waard dan honderd IMF-missies.’

TRIP’s


Sachs was consultant bij het IMF, de Wereldbank en het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP) en weet waarover hij spreekt. Volgens hem valt de gezondheidscrisis in de Derde Wereld uiteen in twee vraagstukken.


Het eerste betreft de bereikbaarheid van bestaande en in de rijke wereld beproefde medicatie. Die medicijnen en vaccins bereiken de armsten niet. Sachs: ‘Nieuwe vaccins tegen hepatitis B zijn in de ontwikkelingslanden niet in gebruik. Ofschoon het aantal mensen dat aan de ziekte bezwijkt in de miljoenen loopt.’


Eén van de obstakels is het zogenaamde TRIP’s-akkoord (TRIP’s staat voor Trade-Related Intellectual Property rights) dat in 1994 werd gesloten. Dat akkoord zorgt voor een minimumbescherming van intellectuele eigendomsrechten in alle landen die lid zijn van de Wereldhandelsorganisatie (WTO). Voor de farmaceutische industrie van groot belang, omdat het de geldigheidsduur van patenten regelt. Die is vastgesteld op twintig jaar. In die tijd mag een medicijn of vaccin niet worden nagemaakt en heeft de patenteigenaar de exclusieve rechten op de verkoop.


Veel ontwikkelingslanden hebben grote moeite met de uitvoering van het akkoord. Patenten kunnen de prijzen van (nieuwe) medicijnen opdrijven. Feitelijk heeft de patenthouder immers een monopolie. Rijke landen kunnen zich die uitgaven wel veroorloven, maar arme landen niet. De Nederlandse minister van Ontwikkelingssamenwerking Eveline Herfkens pleit er daarom voor dat ontwikkelingslanden nationale producenten een vergunning kunnen geven zonder toestemming van de patenthouder. Dat kan leiden tot prijsdalingen van 75 procent. Zuid-Afrika heeft tot ergernis van sommige rijke landen al een wet aangenomen die deze ‘dwanglicenties’ mogelijk maakt. Lokale productie van aids-medicijnen behoort nu tot de mogelijkheden. Ook vindt Herfkens een ban op de zogenoemde parallelle import uit den boze. Het is het goed recht van landen om de wereld af te struinen naar de goedkoopste aanbieder van een bepaald medicijn, vindt ze.


Jeffrey Sachs is een groot voorstander van TRIP’s. Zonder TRIP’s zouden farmaceutische bedrijven niet of onvoldoende investeren in het kostbare proces van research & development (R&D). Zijn oplossing lijkt minder radicaal dan die van Herfkens. Volgens hem is de bestaande markt in de rijke landen voor de industrie doorgaans aansporing genoeg om aan R&D te doen. Waar het om gaat, is dat bedrijven bereid zijn die medicijnen vervolgens voor kostprijs op de derdewereldmarkt te brengen, dus zonder de gebruikelijke forse marges. Daarvoor zouden de rijke landen garant moeten staan.

Virtuele markt


Tweede vraagstuk: voor tal van ziekten die vooral de armste landen treffen, zoals malaria, aids, tbc en een hele reeks tropische ziekten, bestaan (nog) geen adequate vaccins.


Sachs: ‘Farmaceutische bedrijven zijn geen charitatieve instellingen. Ze moeten winst maken en daarom rekening houden met de markt. In de arme landen is er geen markt. Dat weten de bedrijven en dus zien ze er geen brood die medicijnen en vaccins te ontwikkelen. Om een voorbeeld te geven: de Wellcome Trust schatte kortgeleden dat op jaarbasis en wereldwijd 84 miljoen dollar aan research naar middelen tegen malaria wordt gespendeerd. Vergelijk dat eens met de uitgaven die worden gedaan om de research naar medicijnen voor astma gaande te houden: 800 miljoen dollar per jaar!


‘De vraag is dus hoe we de farmaceutische industrie zover kunnen krijgen dat zij al haar talent en technologische knowhow aanwendt in de zoektocht naar deze medicijnen. Tot dusver beperken we ons in het westen tot het sponsoren van fundamenteel wetenschappelijk onderzoek naar ziekten als malaria en aids. Dat leidt voornamelijk tot betere wetenschappelijke inzichten - een noodzakelijke, maar onvoldoende voorwaarde om medicijnen op de markt te krijgen.


‘We hebben meer nodig dan deze push van het wetenschappelijk onderzoek. We hebben ook behoefte aan de pull van een markt. Mijn voorstel is dat de rijke landen en filantropische instellingen als de Rockefeller Foundation en de Gates Foundation de handen ineenslaan en een fonds vormen dat farmaceutische bedrijven een afzetgarantie biedt voor nog te ontwikkelen vaccins. Dat wil zeggen, dat het fonds bereid is op termijn een malaria- of een aids-vaccin te kopen tegen een redelijke prijs, maar pas als de effectiviteit daarvan is komen vast te staan. En dat het bereid is dat vaccin in grote hoeveelheden in de ontwikkelingslanden te distribueren.’ Zo wordt, hoopt Sachs, een virtuele markt gecreëerd.

Optimistisch


Maar: tussen droom en daad staan praktische bezwaren. De eerste horde die Sachs moet nemen is het vinden van voldoende donoren om zo’n fonds in het leven te roepen. Samen met zijn Harvard-collega Michael Kremer heeft hij berekend dat 10 miljard dollar over een periode van tien jaar voldoende moet zijn om de research te mobiliseren voor de ziekten aids, malaria en tbc. Toegespitst op malaria: ongeveer 90 procent van alle malariagevallen doet zich voor in Afrika bezuiden de Sahara. Jaarlijks zou ongeveer 250 miljoen dollar voldoende moeten zijn om malariavaccins aan te kopen voor de 25 miljoen kinderen die in Afrika elk jaar worden geboren. Zelfs als het vaccin 40 dollar per kind zou kosten, hetgeen een hoog bedrag is voor een vaccin dat op zo’n grote schaal wordt gedistribueerd, dan nog zouden de kosten ‘slechts’ 1 miljard dollar bedragen.   


Het tweede probleem is de coördinatie van dit initiatief. Sachs denkt daarbij aan Global Alliance for Vaccines and Immunisation (GAVI) (zie kader). ‘Dat zou het organisatorische raamwerk kunnen zijn waarbinnen mijn voorstel kan worden gerealiseerd.’


Hij ziet nog een derde kwestie. ‘Aan de ene kant speculeren we op een coöperatieve houding van de farmaceutische industrie, maar aan de andere kant vraagt mijn plan om onderlinge competitie. Zowel de grootste als de kleinste spelers in de markt van biotechnologische en farmaceutische bedrijven maken kans op een buidel met geld. Wie goedkoop is en snel, wint de ‘prijs’.’


Sachs is gematigd optimistisch over de kans van slagen van zijn plan. Het voorstel heeft zeker attractieve kanten, vooral vanuit het standpunt van de Verenigde Staten, zegt hij. Zijn stem verraadt een lichte ironie: ‘Politici kunnen immers een grote belofte doen zonder onmiddellijk een hoop geld te hoeven uitgeven en dat is in de ogen van tal van hen niet verkeerd in een verkiezingsjaar. Maar serieus: ik verwacht wel dat de Clinton-regering zich achter mijn initiatief of een variant daarop zal scharen. Als alles goed gaat zullen begin dit jaar afvaardigingen van de belangrijkste farmaceutische bedrijven, instellingen en wetenschappers in het Witte Huis bijeenkomen om de merites van het voorstel te bespreken. Maar, ik weet het: zelfs als alles naar wens zou verlopen, moet ik realistisch blijven.’


De weg van het basale onderzoek naar de daadwerkelijke ontwikkeling van vaccins, dat onder andere het in kaart brengen van het menselijk genoom zal omvatten,1 is nu eenmaal lang. Sachs: ‘Het kan nog wel tien jaar duren voordat de eerste vaccins op de markt komen.’ <<

Referentie
1. Crommentuyn R, Maassen H. Persoonlijke pillen. Interview met de geneticus Peter Goodfellow. Medisch Contact 1999; 54 (44); 1500-2.


Naast het initiatief van Jeffrey Sachs zijn er verschillende andere die gelijksoortige doelen nastreven.

GAVI: Global Alliance for Vaccines and Immunisation
Een betrekkelijk recent totstandgekomen consortium van publieke en non-profit instellingen. Deelnemers: onder andere WHO, Wereldbank, Unicef, Rockefeller Foundation en Gates Foundation. Wil de industrie een afzetgarantie bieden voor vaccins die van belang zijn in ontwikkelingslanden. Naar verluidt beschikt het fonds thans over 1 miljard dollar.

MMV: Medicines for Malaria Venture
Brengt publieke sector en farmaceutische industrie bijeen onder de paraplu van de WHO. Doel: elke vijf jaar een antimalariamedicijn op de markt brengen. Heeft daarvoor jaarlijks 30 miljoen dollar nodig, beschikt inmiddels over een fonds van 5 miljoen dollar.

IAVI: International Aids Vaccine Initiative


Wil investeren in die farmaceutische bedrijven die aids-medicijnen in de arme landen tegen kostprijs op de markt willen brengen.  


  • Henk Maassen

    Henk Maassen is journalist bij Medisch Contact, met speciale belangstelling voor psychiatrie en neurowetenschappen, sociale geneeskunde en economie van de gezondheidszorg.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.