Laatste nieuws
Joost Visser
3 minuten leestijd
Nieuws

Wat wel en niet mag van de NMa

2 reacties

Volgens de NMa mogen huisartsen onderling geen afspraken maken over het al dan niet in de praktijk toelaten van nieuwe patiënten. Maar wat staat er op hun websites?

Veel huisartsen melden op hun website de voorwaarden waaronder zij nieuwe patiënten toelaten tot de praktijk. Medisch Contact legde enkele daarvan voor aan de NMa, enkele dagen nadat deze het bureau van de Landelijke Huisartsen Vereniging had doorzocht op bewijzen van kartelvorming. Wat vindt zij van die voorwaarden?

Op de websites van enkele huisartsen wordt van nieuwe patiënten vereist dat zij wonen binnen een bepaald postcodegebied: ‘…U kunt zich bij ons inschrijven als u verhuisd bent naar R-Noord en woont in postcodegebied ..21, ..22 of ..23’. NMa-woordvoerder Barbara van der Rest-Roest heeft haar twijfels: ‘Zo’n postcode-indeling lijkt bezwaarlijk. Waar het echt om gaat is dat de huisarts in geval van spoed binnen 15 minuten bij de patiënt kan zijn. En dan zegt de postcode dus niet alles. Maar waar wij vooral op letten is of de huisarts hierover afspraken met collega’s heeft gemaakt. Dat mag namelijk niet.’

Een huisartspraktijk in een grote stad laat op de website weten zo snel gegroeid te zijn dat men ‘helaas’ een beperking heeft moeten instellen. ‘Heeft u al een huisarts in D.? Dan schrijven wij u niet in. U kunt gewoon bij uw oude huisarts blijven, ook al bent u nieuw in onze wijk komen wonen.’ ‘Opvallend’, zegt Van der Rest. ‘Wat ligt hieraan ten grondslag? Je moet dit van geval tot geval bekijken. Maar als er afspraken met collega’s zijn gemaakt, is het niet goed.’  
 
Cruciaal voor de NMa is dat de patiënt zelf de eigen huisarts kan kiezen. Daarvan lijkt niet altijd sprake. Zo eist een huisartspraktijk van een patiënt die binnen de (kleine) gemeente van huisarts wil wisselen, dat hij vooraf een kennismakingsgesprek voert met een van de artsen én bij de oude huisarts meldt waarom hij wil veranderen. Blijkens de website kan van inschrijving pas sprake zijn als de oude huisarts de praktijk heeft laten weten ‘op de hoogte en/of akkoord’ te zijn.  Van der Rest: ‘Dit lijkt op de signalen naar aanleiding waarvan we ons onderzoek zijn begonnen. Het verhaal riekt naar onderlinge afstemming. Het zijn immers beide huisartsen die bepalen of een patiënt al dan niet bij een ander terecht kan. Als zij het niet accepteren, bij wie kan je als patiënt dan nog terecht?’

Waarom reageert de NMa zo verbeten op het maken van afspraken: ‘Als artsen onderling afspraken gaan maken, worden ze lui’, zegt Van der Rest. ‘Dan zijn ze immers verzekerd van klanten en hoeven ze niet langer te investeren in het verbeteren van de kwaliteit.’

In een reactie op het optreden van de NMa benadrukt de LHV het recht van de patiënt om zelf een huisarts te kiezen. Toch kan het voorkomen dat de deur gesloten blijft, namelijk als het aannemen van nog meer patiënten zou leiden tot wachtlijsten of gebrek aan tijd of als bij spoed een patiënt niet binnen 15 minuten kan worden bereikt.  

‘Tussen het standpunt van de NMa en de LHV zit dus geen licht’, meldt de LHV op haar website.
 
De NMa bezocht op 14 april het bureau van de LHV niet alleen om te zoeken naar bewijzen van het mogelijk onderling verdelen van patiënten. Ook zocht de kartelwaakhond naar bewijzen van ‘signalen’ dat nieuwe huisartsen die zich ergens willen vestigen, daarvoor toestemming moeten krijgen van huisartsen die in de directe omgeving werken.

Joost Visser

Lees ook:

 

Poll:

beeld: Shutterstock
beeld: Shutterstock
Nieuws
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • ,

    NMa heeft gelijk met kartelvorming huisartsen

    Toen ik in 1994, 4 jaar nadat ik mijn huisartspraktijk had overgedaan, mij opnieuw wilde vestigen als huisarts, werd mij dat onmogelijk gemaakt door de voorwaarden van de LHV:
    1. 800 op naam ingeschreven... patiënten. Ik had op dat moment alleen particuliere patiënten, die dus niet officieel ingeschreven waren.
    2. Aansluiting bij de plaatselijke HAGRO en een waarnemingsregeling. De HAGRO weigerde beide.

    Mijn registratie werd daarop (onder protest) beëindigd en er zat dus niets anders op dan consultatief arts te blijven.

    Het is mij gelukt mij als zelfstandig arts te handhaven, maar velen zouden onder deze omstandigheden een betrekking in loondienst gezocht hebben.

    Volgens mij moet vestiging als huisarts vrij zijn en afhankelijk van zijn/haar prestaties of het lukt om een praktijk op te bouwen. Ik kan me voorstellen, dat de waarnemingsregeling pas kan ingaan, als de collega’s voldoende vertrouwen hebben gekregen in de kwaliteit van de vestigende arts, zoals ook in het verleden, toen het eerste jaar van de vestiging nog niet werd waargenomen. Door een jaar lang 24 uur beschikbaar te moeten zijn werd ook de standvastigheid van de nieuw gevestigde getest. Maar ook als de huisartsengroep niet zou willen waarnemen, kan een huisarts zelf voor waarneming zorgen door een waarnemer in te huren. Dat is een kenmerk van een vrij beroep, dat men zijn eigen verantwoordelijkheid neemt. De LHV mag best regels stellen aan de kwaliteit van de dienstverlening, zoals het aantal spreekuren en de inrichting van de praktijk, maar niet aan de te kiezen therapie en de uren , die de arts niet zou mogen werken.

    Ik zou het toejuichen als de NMa aan deze kartelvorming een eind zou maken, al komt dat voor mij te laat.

    BR de Klyn. Arts
    24-5-2010

  • C.J. in 't Veld

    , BRIELLE

    Aan het door de NMa gewraakte beleid van huisartsenpraktijken ligt o zo gezond verstand ten grondslag. Het kenmerk van de huisartsgeneeskunde is immers dat de patient dichtbij het woonadres medische hulp en advies kan krijgen. Dat en niets anders lig...t ten grondslag aan het opnemen in het patientenbestand van personen en gezinnen vanuit een bepaald postcodegebied.
    De omvang van de praktijk is een ander argument: een praktijk waarbij teveel patienten staan ingeschreven verliest aan kwaliteit (bereikbaarheid, beschikbaarheid).
    Ook het voeren van overleg bij het overstappen van een patient of een gezin naar een andere praktijk heeft een gezond-verstand-achtergrond: ten eerste kan een onderliggend probleem in de relatie goed besproken worden en ten tweede kan het zo zijn dat huisarts en patient elkaar later in een waarneemsituatie opnieuw treffen. Een goede vertrouwensbasis is dan essentieel.
    Ik mag hopen dat de NMa deze argumenten tot zich neme en dat wijsheid het wint van tekortschietend marktdenken.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.